VALSE START – Eurosong in Israël (blog #6)

Victor
Victor

Na alle repetities en officiële festiviteiten was het gisteravond dan eindelijk zover. De eerste halve finale van het Eurovisie Songfestival in de Expo Tel Aviv. Zeventien landen gingen de zangstrijd met elkaar aan om die felbegeerde tien finaleplekken in de wacht te slepen voor de grote finale, aanstaande zaterdag. Hoe is de concurrentie voor Nederland? En wat voor effect heeft deze finale op de ranglijst van de bookmakers. Wat viel op? Maar vooral moeten we ons zorgen maken.

Carnaval
Inmiddels is bekend welke landen zich geplaatst hebben voor zaterdag: Servië, IJsland, San Marino, Griekenland, Cyprus, Wit Rusland, Slovenië, Tsjechië, Estland en Australië. De landen België, Portugal, Hongarije, Georgië, Finland, Polen en Montenegro kunnen terug naar huis. Wat vooral opviel aan de verder prima geproduceerde show (prachtig decor) is dat deze halve finale vooral een hoog carnavalesk niveau had. Weinig ruimte voor echte muziek maar vooral heel veel show. Portugal spande de kroon met een abominabele circusact waarvan je als publiek niet meekrijgt wat de artistieke boodschap erachter is, gevolgd door IJsland dat in de stijl van Lordi (de Finse winnaar uit 2006) met een hardrock meets elektropop nummer, in de stijl van de Duitse band Rammstein, op de proppen kwam. Als laatste was er Australië dat met een opvallende performance deed denken aan de Efteling, de Disneyfilm Frozen en Cirque du Soleil.

Down Under schiet omhoog
Australië had verreweg, zeker in visueel opzicht, de beste act van de avond. De operazangeres en haar backing vocals zweefden door de lucht op een soort van skippybal met koord eraan, waardoor ze letterlijk los kwamen van de grond. Het liedje Zero Gravity had overigens weinig om het lijf. Dit nummer heeft het stemmende publiek, vooral door het visuele spektakel, als een komeet de finale ingeschoten. Het staat inmiddels op de derde plaats voor de eindoverwinning bij de bookmakers.

Zangwedstrijd?
Wat over het algemeen opviel is dat er op Servië en Australië na praktisch door alle landen erbarmelijk slecht werd gezongen. Ook liet het geluid het bij tijd en wijle afweten. Liedjes die op tape heel goed klinken, kwamen door een slechte uitvoering en de slechte zang niet over. Dit was bij onze zuiderburen het geval. België had een sterk liedje, maar door een zichtbaar zenuwachtige zanger, die allesbehalve toonvast was, kon deze song de televoters thuis niet overtuigen. Iets wat eeuwig zonde is. Het onderstreept nogmaals mijn stellige overtuiging dat alles moet kloppen: liedje, zang en uitvoering. Er werd ronduit vals gezongen, ook door veel landen die de finale hebben gehaald. Landen als Australië en IJsland hebben het gehaald op hun act en niet met het liedje zelf. En dan zijn er nog de opmerkelijke finaleplaatsen voor San Marino en Estland. Dat laatste land is door puur gekozen op de looks van de zanger (het oog wil tenslotte ook wat) en San Marino heeft veel fans door het aanstekelijke discodeuntje, wat in de video prima werkt, maar live slecht uit de verf kwam.

Hongaarse pechvogels
Ten slotte viel het op dat Hongarije zich niet geplaatst heeft terwijl dit land het meest onderscheidende liedje bracht, met een prima performance. Dat is te verklaren door het feit dat tijdens de liveshows van het liedjesfestijn alleen het publiek kan stemmen en landen als Wit-Rusland of San Marino om die reden de finale hebben gehaald. Dit ten koste van Hongarije, wat het ongetwijfeld goed heeft gedaan bij de jury. Echter de vakjury’s stemmen altijd de dag voor de tv-uitzending van het festival, bij de laatste dress rehearsal en niet tijdens de liveshow zelf.

Al met al was dit een halve finale met weinig afwisseling en onderscheiding, veel circus en carnaval en een wanstaltig zang-niveau. En dat voor een zangwedstrijd. Voorlopig hoeft onze Duncan zich dus geen enkele zorgen te maken. We beschouwen deze eerste halve finale maar als een valse start.

Op naar donderdag. #Duncandoit

Categorie: |

Home » Nieuws » VALSE START – Eurosong in Israël (blog #6)