Van Agt ‘bekeerde’ zich op late leeftijd tegen Israël – necrologie

YouTube

Dries van Agt is op 93-jarige leeftijd overleden. Hij en zijn vrouw Eugénie pleegden afgelopen maandag euthanasie. Met de dood van de ex-premier komt een einde aan een leven dat bijzonder maar niet onomstreden was. Van Agt was vroeger pro-Israëlisch, maar hij ‘bekeerde’ zich op latere leeftijd tot het kamp van de anti-Israël-activisten. Velen in actief Joods Nederland zagen hem als ‘vijand van het Joodse volk’. Een necrologie over een persoon die ervan werd beschuldigd ‘antisemiet’ te zijn.

Vrome katholiek

Andreas Antonius Maria (Dries) van Agt werd op 2 februari 1931 in het Noord-Brabantse dorp Geldrop geboren in een textielfamilie. Zijn vader was textielfabrikant en zijn moeder was huisvrouw. Hij groeide op in een vrome rooms-katholieke wereld en ging na het behalen van zijn Gymnasium A rechten studeren aan de Katholieke Universiteit in Nijmegen. Hij was lid van het studentencorps N.S.C., waar hij de latere minister Fons van der Stee (KVP) leerde kennen, en zat daar in het bestuur. Ook was hij abactis van de Juridische Faculteitsvereniging Nijmegen.

Na in 1955 te zijn afgestudeerd ging Van Agt als advocaat aan de slag en begin jaren zestig ging hij in Den Haag werken. Hij was ambtenaar voor de rijksoverheid, eerst op het ministerie van Landbouw en later op het ministerie van Justitie. Op die laatste plek werkte hij onder andere samen met Cees Fasseur, de latere Wilhelmina-biograaf. Van Agt was een rijzende ster in de Katholieke Volkspartij (KVP), de partij die later met de protestantse ARP en CHU opging in het Christen Democratisch Appel (CDA). Hij werd minister van Justitie in de kabinetten van ARP-premier Barend Biesheuvel (1971-1973).

Drie van Breda

Van Agt stond te boek als conservatief en kreeg te maken met kwestie rond de mogelijke vrijlating van de Vier (en later Drie) van Breda. Deze Duitse oorlogsmisdadigers zaten sinds 1945 vast in de koepelgevangenis van de Brabantse stad en zouden na jarenlang gevang in aanmerking komen voor vrijlating. Nadat de mogelijke vrijlating al door de (Joodse) minister Carel Polak (VVD) van Justitie te berde was gebracht, kwam het begin jaren zeventig op het bord van Van Agt.

Van Agt werkte zich in de nesten door bij zijn kennismaking met de pers te zeggen te verwachten dat hij het met de Drie van Breda ‘nog moeilijker’ zou hebben dan voorganger Polak, die als eerste hun mogelijke vrijlating aan de orde had gesteld. Van Agt zei de oorlog minder bewust te hebben meegemaakt en zei een ‘ariër’ te zijn. Die beladen term schoot bij velen in het verkeerde keelgat en zorgde voor veel commotie. Later bood Van Agt daarvoor zijn excuus aan. In 1972 stelde bij eventuele vrijlating van De Drie opnieuw aan de orde. Er volgde een emotioneel Kamerdebat en er werd van af gezien. In 1989 kwamen ze alsnog vrij.

De Zaak Menten

Na de val van het tweede kabinet Biesheuvel werd Van Agt namens de KVP opnieuw minister van Justitie in het kabinet Den Uyl. Hier kwam hij als vicepremier vaak in aanvaring met premier Joop de Uyl (PvdA), zowel op persoonlijk als inhoudelijk vlak. Ook viel Van Agt indertijd op in de Zaak Menten. Pieter Menten had zich in 1941 in Polen als SS’er aan ernstige oorlogsmisdaden schuldig gemaakt. Na de Tweede Wereldoorlog zouden verschillende kabinetten hem de hand boven het hoofd hebben gehouden, maar het bleef bij een beperkte veroordeling.

Menten kwam in de zomer van 1976 in opspraak toen hij kunstwerken wilde laten veilen. Het zou om roofkunst gaan. Daarop werd zijn oorlogsverleden aan het licht gebracht door een Israëlische journalist en vervolgens door Hans Knoop, een jonge TROS-journalist van Joodse komaf. In november 1976 ontstond reuring toen bleek dat Menten verdwenen was, juist één dag voordat de rijksrecherche hem had willen arresteren. Dankzij speurwerk van Knoop werd de oud-SS’er alsnog gearresteerd in Zwitserland. Van Agt kwam door de affaire politiek in de problemen, maar de Kamer stuurde hem niet naar huis.

Vriend van Israël

Met de jaren werd Van Agt, mede door zijn opstelling tegenover Den Uyl en zijn optredens tijdens de Molukse kapingen, een held in rechts-christelijk en conservatief Nederland. In 1977 werd hij de eerste lijsttrekker van fusiepartij CDA en boekte hij een goed resultaat, waarna een lange formatie met de PvdA volgde, een partij die fors gewonnen had. De formatie klapte eind 1977 en Van Agt smeedde snel een rechtse coalitie met de VVD van toenmalig leider Hans Wiegel. Samen hadden ze een krappe meerderheid van twee zetels. Premier Van Agt zou het land vijf jaar regeren.

Als minister en premier was Van Agt een vriend van Israël. Net als andere politici stond hij achter het land en steunde hij Israël door dik en dun. Hij had een goede verstandhouding met Likud-premier Menachem Begin en twijfelde nooit over de koers van Israël in het conflict met de Arabieren. Net als veel andere Nederlanders bleef hij ook achter Israël staan tijdens de Oliecrisis en in tijden van oorlog, zoals de Jom Kipoeroorlog (1973) en de Libanon-oorlog (1982). Toen hij in 1982 als premier afzwaaide en het stokje overgaf aan partijgenoot Ruud Lubbers, bleef zijn pro-Israëlische houding in tact.

‘Bekering’

In de jaren na zijn premierschap was Van Agt onder meer Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant – hoewel hij nog steeds in Nijmegen op de Heilig Landstichting woonde, was dit zijn thuisprovincie – en hoge diplomatieke vertegenwoordiger van de Europese Economische Gemeenschap (EEG) in Japan en de Verenigde Staten. Eind jaren negentig keerde hij definitief terug naar Nederland, waar hij zich soms mengde in het politieke en publieke debat. Vooral de status van het CDA – dat destijds moeite had met oppositie voeren – ging hem nauw aan het hart.

Eind jaren negentig bracht Van Agt een bezoek aan Bethlehem en de Westelijke Jordaanoever, waar hij ook Palestijnen bezocht. Naar eigen zeggen zou hij zich toen zijn gaan bekommeren over het lot van de Palestijnen. De Tweede Intifada (2000-2005) deed voor hem de das om: hij trok zijn steun voor Israël in en sloot zich in 2002 aan bij de pro-Palestijnse beweging, die later zou uitmonden in Boycot, Desinvesteren en Sancties (BDS). Onder meer met Gretta Duisenberg (de weduwe van oud-PvdA-politicus Wim Duisenberg) en Anja Meulenbelt werd hij vanaf de jaren 2000 spreekbuis van het anti-Israël-geluid in de polder.

Joodse tegenacties

Van Agt manifesteerde zich steeds vaker voor de Palestijnse zaak en tegen het beleid van Israël. Dat deed hij met lezingen, ingezonden stukken en boeken. Hij zei als christen spijt te hebben van zijn eerdere pro-Israël-houding en vergeving te zoeken. Binnen het CDA en conservatieve kringen vond hij weinig gehoor voor zijn pleidooi maar bij pro-Palestijnse linkse partijen zoals GroenLinks en de SP des te meer. In 2009 richtte hij samen met medestanders het ‘kenniscentrum’ The Rights Forum op, dat nog steeds actief is.

Met zijn acties ging Van Agt in de jaren 2010 door, tot grote ergernis van veel actieve Joodse Nederlanders. Zij zagen hun beeld bevestigd dat ze vanwege De Drie van Breda en de Zaak Menten toch al van hem hadden: ‘een antisemitische Jezuïet’. Er volgden ook tegenacties uit Joodse hoek. De bekendste vond in 2014 plaats tijdens een lezing van de oud-premier in Amsterdam. Deze werd door ongeveer tien Joodse Nederlanders verstoord. Latere optredens van Van Agt konden eveneens op tegenstand rekenen van pro-Israëlische groepen op sociale media.

‘Geen antisemiet’

Gaandeweg vervreemdde Van Agt zich van actief en georganiseerd Joods Nederland, die zei ‘volstrekt geen antisemiet’ te zijn en Joodse vrienden te hebben. Onder meer Frits Barend keerde zich tegen hem in een column op Jonet.nl. ‘Mijn moeder waarschuwde me voor mensen die zich erop voorstonden dat ze Joden in hun vriendenkring hadden. “Dat zijn de ergsten, want zij maken het onderscheid dat wij nu juist niet maken en ook niet willen maken, het onderscheid tussen Joden en niet-Joden”,’ schreef de journalist en opiniemaker in 2018.

Van Agt werd in 2019 getroffen door een hersenbloeding. Mede daardoor werd zijn wereld steeds kleiner. Hij manifesteerde zich minder in het openbaar tegen Israël, maar werd er niet minder fanatiek om. Zo kwam hij in het nieuws door te verklaren dat hij niet meer op het CDA maar op GroenLinks stemde, een partij die zich ook vaak tegen Israël keert en het opneemt voor de Palestijnse zaak. Op negentigjarige leeftijd, in 2021, zegde Van Agt zijn CDA-lidmaatschap op. Toenmalig partijleider Wopke Hoekstra zei het vertrek van zijn voorganger te betreuren.

‘Moord’

In de periode na de coronatijd werd het fysieke lijden van Van Agt – die verstoken was van internet – alsmaar groter. Ook zijn vrouw Eugénie was volgens bronnen al tijden bedlegerig. Op maandag 5 februari 2024 pleegden zij samen euthanasie, een daad die volgens het Vaticaan en vrome katholieken wordt gezien als moord. Ze werden kort daarna in besloten kring begraven op de Heilig Landstichting naast Nijmegen, waar ze tot aan hun zelfgekozen dood hadden gewoond. Bij de uitvaart waren politieke vrienden Hans Wiegel (VVD) en Jan Terlouw (D66) aanwezig.

Het overlijden van de oud-premier werd betreurd door de politiek, in de media en door het koningshuis. Mensen in actief Joods Nederland zien Van Agt echter nog steeds als ‘antisemiet’ en ‘een vijand van het Joodse volk’. Dat deed hem veel pijn, zo bleek tijdens een interview dat Nieuwsuur in 2021 met hem had en dat op vrijdagavond werd uitgezonden. Daarover sprongen bij hem de tranen in de ogen. In Het laatste woord zei Van Agt tegen Jeroen Pauw dat hij niet als ‘naarling’ wil worden herinnerd en geen slecht mens is geweest.

Categorie: |

Home » Achtergrond » In memoriam » Van Agt ‘bekeerde’ zich op late leeftijd tegen Israël – necrologie