Verhuizen – column Boris Dittrich
In aanloop naar de derde Harry van den Bergh-lezing werd organisator en Jonet-columnist Boris Dittrich geconfronteerd met de harde werkelijkheid die veel Joden in Nederland ten deel valt.
In de zachte nazomerzon stond ik tegen de brugleuning geleund en keek naar de roeiers op de Amstel. Ik had mijn donkergrijs colbertje aan met daarop de gele speld van de ‘Bring them Back’-campagne uit Israël. Die had ik in Tel Aviv gekregen toen mijn man en ik daar begin dit jaar kennis maakten met families van ontvoerden.
“Mag ik u wat vragen?” vroeg een man van een jaar of vijftig. Ik schrok op uit mijn gepeins. Hij stelde zich voor en knikte met zijn hoofd naar het speldje. Ik zette me schrap. Zou hij gaan fulmineren over de acties van het Israëlische leger in Gaza, zoals me laatst bij de Albert Heijn was overkomen?
“Het is toch een godvergeten schande wat de terroristen van Hamas hebben aangericht.” Er ontspon zich een gesprek en al gauw begon hij over de Nederlandse media. “Geen woord over het rapport van Human Rights Watch over de mensenrechtenschendingen door Hamas. Ik vind de verslaglegging hier zo eenzijdig,” zei hij. “En het woordgebruik verhullend.”
Boom
Ik keek om me heen om te zien of degenen met wie ik had afgesproken al in aantocht waren. Geen van hen te zien. Ondertussen begon de man een boom op te zetten over het antisemitisme in Nederland. “Het wordt erger en erger,” zei hij. “Mijn vrouw en ik willen naar Israël verhuizen. Ik geloof niet dat het tij hier nog te keren is. De incidenten nemen toe.”
“Wat vreselijk dat u zich niet veilig meer voelt, maar het is nogal een drastische stap om uit Nederland te vertrekken,” antwoordde ik.
“Vóelt?” corrigeerde hij me. “Wij zijn niet veilig meer. Een vriend van me is makelaar in Ramat Gan. We gaan binnenkort naar Israël voor een korte vakantie en op woningjacht.” Vlak voor we afscheid namen nodigde ik hem en zijn vrouw uit om de derde Harry van den Bergh-lezing bij te wonen die het bestuur van de Nederlandse Vrienden van de Hebreeuwse Universiteit organiseerde.
“We komen,” riep hij enthousiast.
Lezing
Een week later werd de Harry van den Bergh-lezing uitgesproken door professor Ofrit Shapira Berman, een beroemd psychotherapeute uit Jeruzalem. Zij geeft therapie aan teruggekeerde ontvoerden, familieleden en militairen die in Gaza gelegerd zijn geweest. Israël staat voor enorme uitdagingen op het gebied van mentale weerbaarheid. Het hele land heeft een trauma van 7 oktober opgelopen. Psychische hulp is dringend noodzakelijk. Toen ik haar vanaf het podium aan het publiek voorstelde zag ik de man midden in de zaal zitten. Onze blikken kruisten elkaar, hij knikte even.
Professor Shapira Berman vertelde dat veel mensen in Israël altijd hadden vertrouwd op de kracht van het Israëlische leger. Maar op 7 oktober was de IDF er niet in het zuiden van het land om de mensen te beschermen, omdat ze op de West Bank waren bij de kolonisten, in opdracht van de regering. De mensen voelen zich verraden, in de steek gelaten.
En toen zei de professor opeens iets persoonlijks: “Ik zeg het u eerlijk. Het is zo heftig wat er allemaal in Israël gebeurt. Het gevoel van veiligheid is weg. Persoonlijk heb ik geen vertrouwen meer in de regering. Ik zeg wel eens tegen mijn man: laten we naar Europa verhuizen. Weg hier uit deze heksenketel. Bijvoorbeeld naar Nederland. We zijn hier zo warm ontvangen door de Joodse gemeenschap.”
De man in het midden van de zaal trok zijn wenkbrauwen op en keek zijn vrouw aan. Ze legde een hand op zijn arm. Na de lezing wilde ik er met ze over doorpraten, maar ze verschenen niet op de borrel. Ik zag ze over de binnenplaats van de Uilenburgersjoel naar de uitgang lopen.
Gearmd en met gebogen hoofd.
Waardeert u dit artikel?
Doneer hier dan een klein bedrag. Jonet.nl is een journalistiek platform dat zonder giften niet kan bestaan. Wij danken u bij voorbaat.
Wil je meer informatie of een hoger bedrag doneren? Ga naar jonet.nl/doneren