Voorwerpen onderduikers ontdekt in Rotterdam

Afbeelding met tekst: Om dubieuze claims te voorkomen is deze afbeelding verwijderd.

De spullen kwamen aan het licht toen medewerkers van het NCRV-programma Schepper & Co een kijkje namen in de zolderruimte. De voorwerpen lagen in een aparte ruimte, waar sinds de oorlog nooit meer iemand was geweest. Er zitten onder andere lappen, blikjes en dozen bij. Ook is er een verpakkingsdoos met matzes gevonden. Het is niet voor het eerst dat in de kerk spullen van onderduikers zijn aangetroffen: een paar jaar geleden is er in een andere ruimte ook al een vondst gedaan.

Het orgel van de kerk diende tijdens de oorlog als schuilplaats voor zes Joodse onderduikers. Bijna drie jaar lang werd de groep op de kerkzolder verborgen gehouden door de koster. Eerst doken de jonge Maurice en Rebecca Andriessen onder. Later kwamen daar de ouders van Maurice en een Joodse apothekersfamilie bij. Het koppel kreeg op zolder een baby. De kleine kon natuurlijk niet op de onderduikplaats blijven en werd ondergebracht in het huis van de koster. 

In april 1945, een kleine maand voor het einde van de oorlog, was het nog even spannend voor de onderduikers. De Duitsers wisten dat de koster in het verzet zat en verdachten hem van wapenopslag in zijn kerk. Daarom vielen ze drie weken voor de bevrijding de kerk binnen. De koster werd meegenomen, maar hield zijn mond over de onderduikers, waardoor de zes de oorlog overleefden. De Rotterdamse burgemeester Aboutaleb onthulde in 2011 een plaquette ter herinnering aan de onderduikers en hun helpers.

Door Rotterdammers wordt de Breepleinkerk ook wel ‘het Achterhuis van Rotterdam’ genoemd.

Categorie:

Home » Nieuws » Voorwerpen onderduikers ontdekt in Rotterdam