Wie spreekt namens wie? – column Judith Zilversmit

Judith Zilversmit (M. De Groot)
Judith Zilversmit (M. De Groot)

Autonomie is een groot goed. Ieder mens heeft zijn eigen gedachten, opinies en sores. Dat maakt iemand tot een individu, tot wie hij of zij is. Helaas wordt in het publieke debat het individu vaak weggestreept. Het praat nou eenmaal makkelijker als we bevolkingsgroepen reduceren tot een groep mensen met dezelfde kenmerken en ideeën. Dan is het mogelijk te roepen dat ‘alle Ajacieden’ slechte verliezers zijn, of dat ‘Zuid-Europeanen’ altijd twee uur lunchen. Weg is elke nuance. Om nog maar te zwijgen van de gevaren die deze manier van denken met zich meebrengt: zo worden ‘de immigranten’ momenteel in het politieke debat collectief in de hoek gezet, met als gevaar dat unieke persoonlijkheden worden gereduceerd tot een groep en daarmee mogelijk tot zondebokken. Het is bekend waartoe dat kan leiden.

Het verbaast mij ook dat Joden in de media vaak worden opgevoerd als één homogene groep. Er hoeft maar een discussie op te laaien of er wordt namens ‘de Joodse gemeenschap’ een mening verkondigd. Dan lees ik een commentaar van het CIDI, van de hoofdredacteur van het NIW of van iemand van Federatief Joods Nederland, en dat commentaar blijkt dan ook namens mij gedaan te zijn. 

Recent nog, bij het rumoer rondom de 4 mei-lezing en Abdelkader Benali, las ik op diverse plekken de mening van ‘de Joodse gemeenschap’. Ook had Benali naar eigen zeggen ‘gesprekken gehad met vertegenwoordigers van de Joodse gemeenschappen’. Dat waren volgens hem pittige, maar goede gesprekken. “Zij waren van goede wil. Helaas moesten ze concluderen dat er niet genoeg draagvlak is voor mijn voordracht.”  

Toegegeven, ook ik vond de keuze van Benali op z’n zachtst gezegd ongelukkig omdat er bij deze lezing geen millimeter ruimte voor enige twijfel mag zijn. Maar hoe zijn die vertegenwoordigers van de Joodse gemeenschappen tot deze conclusie gekomen? Aan wie hebben ze dat gevraagd? Wie zijn die vertegenwoordigers eigenlijk? Bent u gebeld?

Er wordt op deze manier een uniformiteit gesuggereerd die er niet is. De Joodse gemeenschap is simpelweg net zo divers als elke andere bevolkingsgroep. Met heel veel verschillende meningen, van zeer religieus tot seculier, van een sterk besef van bestaansrecht tot een neutraal identiteitsbewustzijn. Het meningenpalet is veel breder dan wat we in de media te zien en te horen krijgen. Het is goed daar in ieder geval bewust van te zijn als het woord hardop wordt gevoerd of als het via diverse kanalen wordt overgenomen.

Ik voel me zeer verbonden met de Joodse gemeenschap. Maar dat betekent niet dat anderen namens mij het woord hoeven te voeren. Iedereen zijn eigen mening is misschien wel de mooiste vorm van eensgezindheid.

Lees ook:
Mijn brug naar de toekomst – column Judith Zilversmit

‘Op de televisie zag ik vorige week een politicus van wie bekend is dat hij graag antisemitische grappen maakt. De politicus, die graag optrekt met een partijgenoot die in zijn vrije tijd fascistische teksten rondbazuint, mocht vrijuit praten over de vrijheid van meningsuiting, zijn visie op Covid-19. En natuurlijk was er ook alle ruimte voor wat reclamepraat over zijn partij…’

Logo Maror.

Deze column is mede mogelijk gemaakt door Stichting Maror.



Categorie: |

Home » Nieuws » Wie spreekt namens wie? – column Judith Zilversmit