Wormen op 4 mei – column Tomer Pawlicki

Tomer Pawlicki
Tomer Pawlicki (beeld: FB).

‘Ik kan me herinneren toen ik voor het eerst herdacht op 4 mei. Het was op Rosj Pina, de Joodse basisschool. Ik zat in groep vijf. Het was 1995.
Vijftig jaar vrijheid werd er gezegd. We kregen allemaal een medaille met daarop de tekst: ‘Als wij vergeten is alles vergeefs’.
Nooit vergeten. Dat was het devies.
Realiseren dat je in vrijheid leeft. En dat het niet vanzelfsprekend is dat je dat doet.
Goed.

De wereld was voor mij als negenjarige nog zwart-wit en klein. Ik hoorde bij de goede mensen. De bevrijders. De lijders. De mensen die vrijheid en vrijheid van meningsuiting boven alles stelden. Want daar hadden we voor gevochten in de oorlog.
Bovendien waren mijn ouders nog bij elkaar. Zoals dat hoorde bij goede degelijke mensen. Ik haalde goede cijfers. En volgens mij was ik altijd aardig naar iedereen.
Ik was blij om bij “the good guys” te horen. Oorlog, onrecht en misère leek in mijn ogen honderden jaren geleden. Echt geschiedenis.
Aldus mijn gedachten als kind.

En de slechteriken? De Duitsers natuurlijk. Ja dat waren de vijanden. Blijkbaar had ik vijanden.
Zij waren de mensen die Europa in de greep hielden en overspoelden met hun nazi-ideologie.
Dat wist ik niet. Maar na 4 mei wel. Na 4 mei bestonden er mensen die mij iets aan wilden doen.
Dat mocht ik niet vergeten. Dan was alles vergeefs en zou het opnieuw kunnen gebeuren.
Ik riep eens bij een vriend dat ik Duitsers haatte. Toen zijn moeder Heidi Duits bleek te heten, zei ik snel dat ik de Belgen bedoelde. Zelfde vlagkleuren, andere vlag. Ergo logische verwarring. Maar tv-kinderduo Samsom en Gert kwamen daar weer vandaan. O jee. Nog meer verwarring.

En de Duitsers dan?
Een tijd terug kwam ik een Duits meisje tegen die hier al jaren woonde. Zij was bang toen ze als kind in Nederland kwam wonen. Ze was bang voor de Joodse kinderen. Kinderen die haar zouden haten. Omdat ze Duits was. Omdat zij geleerd had dat de Duitsers schuldig waren aan de vernietiging van de Joden.
Ik weet niet of zij dat ook op een herdenkingsdag voor het eerst leerde. Maar zij had als kind te horen gekregen dat ze schuld had. Dat ze bij de slechteriken hoorde.
En dat mocht zeker ook niet vergeten worden.

Stel het je voor. Een Joods en Duits kind in dezelfde kamer. Allebei nog totaal onschuldig aan alles. En toch hebben ze ineens een hekel aan elkaar. Of koesteren ze angst voor iets dat ze is aangepraat.
Alleen maar omdat ze dat zo geleerd hebben op school.
Moeiteloos erven ze de problemen die voor ze zijn gecreëerd door de volwassen die hen opvoedden.

Nu is het 2016. Inmiddels ben ik dertig en kijk met mijn eigen blik naar de herdenking.
Een herdenking waar ik veel waarde aan hecht vanwege mijn Joodse achtergrond.
En toch steekt het me dat ik deel uitmaak van een herdenking die bewust of onbewust mensen classificeert. Ik vind het niet acceptabel dat kinderen opgroeien met het idee dat ze daders zijn. Of slachtoffers.
Daders. Slachtoffers. Voor de wormen in de aarde zijn ze uiteindelijk allemaal een en dezelfde. En zullen ze als mest fungeren. Voor de bloemen die wij leggen in onze kransen en op onze monumenten.
Misschien dat ik meer vrede zou kunnen hebben als dat voorop stond de komende tijd.
Dat vergeten wij namelijk nooit.’

Categorie:

Home » Columns en opinie » Archief Oud-columnisten » Wormen op 4 mei – column Tomer Pawlicki