De horror-tante en de nazi’s

Sacha Batthyanya
youtube

De Zwitserse journalist Sacha Batthyany kwam er in 2007 achter dat zijn gerespecteerde aangetrouwde tante Margit een gruwelijk geheim had. In maart 1945, net voor het einde van de Tweede Wereldoorlog, organiseerde Margit Batthyanya, dochter van baron en magnaat Heinrich Thyssen, een groot feest voor haar nazi-vrienden in het stadje Rechnitz, op de grens tussen Oostenrijk en Hongarije. Er werd gegeten, gedronken en gedanst.

Op het hoogtepunt van het feest begaven twaalf gasten zich naar een nabij gelegen veld waar 180 Joodse dwangarbeiders bijeen waren gebracht. Er was een grote, diepe kuil die zij zelf hadden moeten graven. Zij werden gedwongen zich uit te kleden en op hun knieën te gaan zitten aan de rand van de kuil. Om beurten schoten de gasten hen dood en keerden vervolgens terug naar het feest. De moordpartij was georganiseerd door Margit’s geliefde Hans Joachim Oldenberg.

Geschokt
Batthyanya had dit nooit eerder gehoord en was zeer geschokt. Hij was ook verbaasd dat hij dit niet wist, want hij had geschiedenis gestudeerd: “Ik wist meer dan de gemiddelde mens, maar ik had nooit iets gelezen over deze slachtpartij of over Rechnitz, of over de betrokkenheid van mijn familie bij welke gebeurtenis tijdens de sjoa dan ook,” zo vertelde Batthyany aan de Israëlische krant Ha’aretz.

De familie kwam inderdaad uit het gebied tussen Boedapest en Wenen, waar zij land en kastelen bezat. De journalist vroeg zijn vader of deze wist van de moordpartij in Rechnitz. Hij wist ervan en wist ook dat zijn zuster Margit op dat moment in hun kasteel in Rechnitz was. Batthyany vroeg zijn vader of hij nooit een verband had gelegd. Toen zijn vader antwoordde dat hij dat niet had gedaan, vroeg Batthyany hem waarom hij nooit iets had gevraagd.

“Dat was het moment, aldus Batthyany, “dat ik mij afvroeg waarom hij dat niet had gedaan. Hij zei dat hij er nooit over had nagedacht. Hij dacht nooit dat er een verband was tussen het feest op het kasteel en de moordpartij. Iedereen wist dat Margit affaires had met nazi’s. Zij was Duits en was zeer blij met het nazi-regime, maar niemand wilde ooit vragen stellen.”

Dreigtelefoontjes
Dus Batthyany startte zijn eigen onderzoek, dat tien jaar later resulteerde in een boek. Oorspronkelijk verscheen het in Duitsland met de titel Und was hat das mit mir zu tun? (Kiepenheuer & Witsch, Köln 2016); het werd dit jaar in het Engels gepubliceerd als A Crime in the Family in een vertaling van Anthea Bell. Inmiddels is het ook in het Nederlands verschenen als ‘En wat heeft dat met mij te maken?’

Hoe dieper hij groef, hoe heftiger de reacties vanuit zijn familie werden. Hij werd openlijk en minder openlijk bedreigd (“Zet de naam van de familie niet op het spel, je hebt geen idee wat er zou kunnen gebeuren”), ontving nachtelijke dreigtelefoontjes en in persoonlijke gesprekken werd het antisemitische sprookje over Joods eigendom van ‘de’ media van stal gehaald. Batthyany liet zich niet ontmoedigen, maar reisde onder andere drie keer naar Reichnitz waar hij onder andere met de sympathieke burgemeester sprak en met een vrouw die zelf op het feest aanwezig was geweest.

Oorspronkelijk schreef hij er een artikel over voor de Süddeutsche Zeitung, maar het verhaal liet hem niet los. In zijn boek gaat Batthyany ook in op de vraag hoe het kon dat niemand Margit ter verantwoording had geroepen. Het antwoord bleek te zijn dat zij de weldoenster van de familie was; zij betaalde onder andere de studie van zijn vader.

Hij zegt over zijn tot obsessie uitgegroeide speurtocht: “Je draagt het verleden altijd met je mee, het is wat je bent. Er zijn mensen die zich dat niet bewust willen zijn, maar als je de last van het verleden voelt, zul je het verband met het heden zien, met wie jij nu bent.”

Categorie:

Home » Achtergrond » De horror-tante en de nazi’s