’75 FACESTORIES, Nederlandse Joden 75 jaar na de bevrijding’ – voorpublicatie

J. Blik

Bijna 75 jaar geleden werd Nederland bevrijd en was de Tweede Wereldoorlog ten einde. Om 75 jaar vrijheid te markeren brengen tekstschrijfster Els Quaegebeur en fotografe Julie Blik 75 Nederlandse Joden in woord en beeld in het boek 75 FACESTORIES. De korte, persoonlijke verhalen en portretfoto’s zijn gesorteerd per decennium na 1945. In het boekwerk komen Joodse Nederlanders aan bod van verschillende leeftijden. Ze zijn afkomstig uit diverse lagen van de bevolking, religieus of niet, man, vrouw of kind. Aan het project namen ook Joodse Bekende Nederlanders deel.

Het boek werd gemaakt in opdracht van het Centraal Joods overleg (CJO), het koepelorgaan van Joodse organisaties in Nederland. In het kader van een reeks voorpublicaties uit boeken die over de Sjoa gaan, brengt Jonet.nl vandaag drie van de 75 interviews uit op de site 75 FACESTORIES. Het gaat om de verhalen van rijkstrainee Aviv de Poel, journalist en opiniemaker Frits Barend en politica Simone Kukenheim. Allen staan middenin de samenleving en zijn op hoog niveau actief.

Aviv de Poel werkt sinds een half jaar bij het ministerie van Defensie. Hij volgt daar het Rijkstraineeprogramma (een programma dat is gericht op hoogvliegers met zicht op een carrière bij de overheid), na de twee universitaire studies Politicologie en Bedrijfskunde. De staf van de Koninklijke Landmacht was zijn eerste post, waarna hij zich nu bezighoudt met veiligheidsbeleid bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Hij denkt erover om reservist te worden, parttime militair. Hij ziet de noodzaak in van een goed leger. “In het Brexit-debat viel op dat het vrijwel uitsluitend over de economie ging. Dat we al vijfenzeventig jaar in vrede leven in Europa – met grote dank aan de EU – kwam nauwelijks ter sprake, zo for granted nemen wij vrijheid. Dat is gevaarlijk. Bovendien moeten we ons niet te afhankelijk maken van de bescherming van onze grote buren. Een sterk leger is noodzakelijk om civiele vrijheden te garanderen”.

Aviv is half-Israëlisch. Zijn moeder komt er vandaan. Ze ontmoette zijn vader (journalist en presentator Fons de Poel) toen zij in dienst was en hij door Israël reisde om reportages te maken. Na een tijdje verliefd te zijn ging ze met hem mee naar Nederland, waar Aviv werd geboren. Nog geen jaar later gingen ze uit elkaar. “Mijn moeder en ik bleven in Nederland wonen, want mijn moeder vond het belangrijk dat ik bij mijn vader in de buurt bleef. Tot ik een jaar of zes was. Toen nam ze me voor korte tijd mee naar Israël. Een moeilijke periode met veel geruzie volgde. Dat vormde me. Tot voor enkele jaren geleden kon ik niet bij mijn gevoel komen. Ik zat wat minder goed in mijn vel en kwam bij een coach terecht, die me zonder al teveel vragen te stellen een spiegel voorhield. Als ik nu verdrietig ben, huil ik. Dat kan ik nu, na mijn verdriet jaren te hebben weggestopt”.

Zijn moeder is erg religieus. Ze leerde hem van kinds af aan veel over het Jodendom. “Ook toen ik op mijzelf ging wonen, ging ik wekelijks bij haar langs voor sjabbat. Ze verwent me nog altijd verschrikkelijk, haha! Ik bezoek mijn familie in Israël vaak, het zijn fantastisch warme mensen. Mijn moeder wil er ook graag wonen, maar ik ben haar enige kind en ze vindt het moeilijk om mij los te laten. Zelf wil ik voorlopig niet weg uit Nederland. Dit voelt als mijn thuis.” Hij woont nu met zijn vriendin Jill in Amsterdam Noord. Zij is ook Joods, maar daar heeft hij haar niet op uitgezocht. En ook weer wel… Op Tinder had hij een Nederlands en een Israëlisch vlaggetje in zijn profiel staan. Zij vroeg: ‘Ben jij Joods?’, en van het een kwam het ander, zegt hij met een grijns. “Ik ben niet religieus en we leven niet traditioneel, maar ik voel me verbonden met het Joodse volk. Mijn vriendin groeide op in Noorwegen en op Curaçao. Ze is zich pas sinds enkele jaren bewust van haar Jood-zijn, daar werd bij haar in de familie niet over gesproken. Ze zit nu op Hebreeuwse les, zodat ze met mijn  familie kan praten als we in Israël zijn. Verjaardagscadeautje van mij. Onze droom is eerst een koophuis, dan Joods trouwen in Israël, dan kinderen. Ik weet niet of die volgorde helemaal bij deze tijd past, maar wij willen het graag zo. Of het echt zo zal gaan, who knows? We hebben nu een kat genaamd Frenkie, dat is al heel gezellig!” 

Aviv de Poel

Als student aan  de  toneelschool in  Maastricht besloot Simone Kukenheim nooit meer in een stad te gaan wonen waar géén rivier doorheen stroomt. Dat is tot nu toe gelukt; ze woont al jaren in Amsterdam, waar ze sinds 2014 wethouder Zorg, Jeugd(zorg), Beroepsonderwijs en Sport voor D66 is. Op de toneelschool bleef ze maar een jaar. “Het is er tof, maar dat alles in het teken van toneel staat, vond ik benauwend. Ik was erg met de wereld bezig. In mijn toneelschooljaar werd Belgrado gebombardeerd. Het idee dat ik ballet deed terwijl elders oorlog woedde, was voor mij een keerpunt; ik voelde dat ik iets anders wilde doen. Verder had ik ook niet zoveel talent voor spelen.”

Simone groeide op in Zoetermeer, volgens haar een plek zonder ziel (en zonder rivier). Haar ouders – vader Joods, moeder niet – waren principieel voor openbaar onderwijs. Zo vonden ze het belachelijk dat iemand van de Protestante Kerk godsdienst kwam geven op de school van hun dochter. Zij woonde die lessen niet bij en zat dan op de gang werkstukken te maken. Het Jodendom werd thuis beleefd in de culturele context, de feestdagen en in het doorgeven van de oorlogsgeschiedenis – in het groot en in de geschiedenis van de familie. “De onderduikadressen van mijn grootouders waren in de buurt waar ik nu woon, rond de Apollolaan. We zijn altijd hecht geweest. Als er niet zoveel mensen over zijn, houd je elkaar goed vast. Dat kun je als verstikkend ervaren, maar ik heb het nooit zo gevoeld”. Zij viert ook de Hoge Feestdagen en gaat regelmatig naar sjoel met haar niet-Joodse man en hun drie dochters. “Het is zo gelopen, je trouwt om het hele pakket. Ik heb Joodse en niet-Joodse vriendjes gehad, beide hadden voor- en nadelen. Dat hij het niet is, betekent niet dat hij zich afzijdig wil houden van dat deel van mij”.

Dan vertelt ze dat ze als gezin een heftige tijd achter de rug hebben. Hun oudste dochter werd ernstig ziek en moest een stamceloperatie ondergaan om haar leven te redden. Het gaat nu goed met haar. “Het Jodendom heeft veel aanknopingspunten van waaruit je kunt praten over wat je gebeurt, het hielp ons. Als er iets groots aan de hand is, zijn rituelen ook fijn; ze bieden houvast. Het meest onder de indruk echter was ik van de veerkracht van de kinderen. Ze hebben zich er alle drie zo manmoedig doorheen geslagen. Dat kunnen we over haar ook zeggen: een doodziek kind en ondertussen zo goed en zo kwaad als het ging doorwerken aan een lastige portefeuille. Dat laatste was zwaar, maar geen opgave, zegt ze.

“Mijn werk gaat niet over de stenen, maar over de mensen van Amsterdam. En dan ook nog eens over kwetsbare groepen. Ik vind het ook bijzonder om bestuurder te zijn in de stad waar mijn familie, en zovelen met ons, een oorlogsgeschiedenis heeft. Het was de bedoeling dat we er niet meer zouden zijn, dat houdt me scherp”. Ze krijgt op social media weleens te maken met nare opmerkingen over haar Joodse achtergrond. Dat glijdt van haar af, zegt ze. “Ik vind er natuurlijk wel iets van, maar het houdt me niet uit mijn slaap. Dat wil niet zeggen dat ik vind dat anderen ook een dikke huid moeten ontwikkelen om er tegen te kunnen. Amsterdam is een stad van minderheden en iedereen moet zich hier thuis en veilig voelen.”

Simone Kukenheim

Negen maanden na de Duitse inval pakten de ouders van Frits Barend groots uit om hun Joodse huwelijk te vieren. Twee jaar later was de helft van de gasten vermoord in concentratiekampen. Zijn ouders overleefden de oorlog dankzij een geweldig Fries echtpaar bij wie ze met hun oudste zoon ondergedoken zaten. Frits benadrukt dat het allemaal uitgebreid beschreven staat in Matzes en Mie,  het boek dat hij samen met zijn vrouw Marijke van Haeften schreef. Marijke haar Indische familie overleefde de Jappenkampen. In hun boek gaat het ook over het ‘schathemelrijke textielmilieu’ waar zijn vader van afstamt. Als klein jochie kreeg Frits daar nog iets van mee. Dure auto’s voor de deur, wintersportvakanties in exclusieve oorden, uitbundig zomeren in Zandvoort, het kon allemaal niet op. Tot zijn vader er op een dag vandoor ging en het contact verbrak. Frits was toen zes. Zijn moeder moest aan het werk om in het onderhoud van zichzelf en haar twee kinderen te voorzien, de rechter kwam er aan te pas om een bescheiden alimentatie af te dwingen.

“Ik heb mijn vaders keuzes en gedrag altijd volstrekt onbegrijpelijk gevonden. Je hele familie vermoord en dan je kinderen in de steek laten. Heit en mem hebben ook nooit meer iets van hem gehoord. Dat vind ik bijna nog erger”.Maar hij heeft geen trauma, verzekert hij. “Mijn fantastische moeder en oudere broer die op zijn tiende de man in huis werd spanden een parasol over mij heen, zodat ik niet verbrand raakte. De luxe miste ik niet. Mijn moeder zei dat ik als klein kind al een hekel had aan dat nouveau riche milieu. Zal wel kloppen, want dat is nog steeds zo”. De schathemelrijke familie heeft Frits, zijn broer en moeder nooit iets gegund na het vertrek van de vader. “Nog geen extraatje zodat mijn moeder een keer een onbezorgde vrijdagavond had. Heel on-Joods eigenlijk”. Zij voedde haar kinderen niet-Joods op. “We mochten van haar niet denken in Joden en niet-Joden. Je sluit niemand uit, basta. Behalve een kerstboom, die kwam het huis niet in. En ze was ook anti-Rode Kruis”.

Heeft hij zich in Nederland altijd vrij gevoeld om te zeggen wat hij wil? Zonder lang na te denken: ja, ook al kregen hij en Henk van Dorp vaak beveiliging in de jaren van Barend en Van Dorp, na afleveringen waarin controversiële onderwerpen aan bod kwamen. En ook al is hij (net als Henk, die niet-Joods is) rond voetbalstadions ontelbaar vaak uitgescholden voor ‘vuile kankerjood’. Dat type scheldwoord is de reden dat hij vijftien jaar niet naar Feyenoord-wedstrijden ging. “Ik heb me ook altijd verzet tegen Ajax Jodenclub als zelfgekozen geuzennaam. Mijn neefje uit Israël is daar juist trots op. Een tijdje terug nam ik hem mee naar een wedstrijd van Ajax. Werd er vlak naast ons ineens ‘Kankerjoden’ geschreeuwd door een man met een kind naast zich. Hij stond ervan te kijken. Israëlische voetbalclubs treden streng op tegen welke vorm van racisme dan ook, maar ook daar gaat het bij bijvoorbeeld Beitar Jeruzalem weleens mis”.

Vier jaar geleden ging hij weer eens naar Feyenoord, met een pet en een zonnebril op en de kraag van zijn jas omhoog. “Je neemt geen risico’s. Feyenoord was netjes met het verstrekken van parkeerkaarten vlakbij de hoofdingang. Iemand in de rij herkende me toch. Hij zei ‘Nou vooruit Barend, we gedogen je’. Dat vond ik dan wel weer geestig… Het voelde als een overwinning dat ik er stond, omdat ik het tegen de wens van mijn naasten aandurf- de, na alle bedreigingen uit het verleden”.

Frits Barend

Titel: 75 FACESTORIES
Auteur: Els Quaegebeur
Uitgever: Lecturis
ISBN: 9789462263710
Prijs: 20 euro


Lees ook:
Van der Laan krijgt eerste exemplaar ‘Matzes en Mie’

Burgemeester Eberhard van der Laan (PvdA) van Amsterdam heeft het allereerste exemplaar van het boek Matzes en Mie in ontvangst genomen. Hij kreeg het boekwerk uit handen van het auteursechtpaar Frits Barend en Marijke Barend-Van Haeften. 

Categorie: | |

Home » Nieuws » ’75 FACESTORIES, Nederlandse Joden 75 jaar na de bevrijding’ – voorpublicatie