Alfred Hammerstein stapt op als voorzitter Restitutiecommissie

YouTube

Voorzitter Alfred ‘Fred’ Hammerstein van de Restitutiecommissie, die de herkomst Joodse roofkunst beoordeelt, stapt per 1 december op. Dit meldt NRC Handelsblad. Hij vertrekt ruim een week voordat een speciale onderzoekscommissie een rapport uitbrengt over het functioneren van de Restitutiecommissie. De laatste jaren is er kritiek op de groep van Hammerstein, onder meer omdat die musea zou voortrekken boven de Joodse erven van kunst die in de bange jaren ’40-’45 is geroofd. Roofkunst zou onterecht in het bezit van Nederlandse musea blijven.

Roofkunstbeleid
De Restitutiecommissie bestaat sinds 2001 en oordeelt in zaken over Joodse roofkunst. Door de jaren heen zijn veel gestolen stukken en objecten die na de roof in Nederlandse musea belanden, terechtgekomen bij de erfopvolgers van de slachtoffers. Tot begin dit jaar waren via de commissie 586 werken teruggegeven aan de erven. Bij 1.071 werken heeft de commissie claims afgewezen. Sinds de rijksoverheid in 2015 het beleid rond roofkunst heeft gewijzigd, hebben de belangen van musea vaker voorrang gekregen in de toewijzing. Dat zorgt steeds vaker voor ongeloof, discussie en teleurstelling, met name in Joodse kring.

Ontslag
Hammerstein is oud-president van het Gerechtshof te Arnhem. In 2016 trad hij aan voorzitter van de Restitutiecommissie. Hij gaf eerder te kennen achter het beleid van de commissie te staan. Kritiek van erven en anderen zoals het Centraal Joods Overleg (CJO) op het Nederlandse roofkunstbeleid noemde hij in een opiniestuk ‘suggestief’ en ‘niet berustend op feiten’. In NRC wil hij alleen nog bevestigen dat hij vertrekt. ‘Het is a fact of life‘, aldus Hammerstein. Hij zou in overleg met cultuurminister Ingrid van Engelshoven (D66) hebben afgesproken geen toelichting te geven over zijn ontslag. Zij stelde eerder dit jaar de onderzoekscommissie onder leiding van haar partijgenoot en oud-staatssecretaris Jacob Kohnstamm in. Op 7 december presenteert hij zijn rapport aan Van Engelshoven.

Veel afwijzingen
In Nederland zijn nog altijd tussen de drie- en vierduizend kunstobjecten die in de nazi-tijd van Joden zijn geroofd en nog steeds niet zijn teruggegeven. Ze behoren vooral tot de collecties van musea, maar ook de koninklijke familie heeft roofkunst gehad. Door een zaak rond een schilderij van Wassily Kandinsky laaide de discussie over het Nederlandse roofkunstbeleid in de laatste jaren weer op. Eind vorig jaar stapten de erven van de Joodse kunsthandelaar Emmanuel Lewenstein naar de rechter om het doek Bild mit Häusern terug te krijgen van het Stedelijk Museum. Het werk zou in de Tweede Wereldoorlog zijn geroofd van Lewenstein en hangt thans in het museum. In 2018 oordeelde de Restitutiecommissie dat het niet naar de erven kan gaan, omdat het door de zoon van Lewenstein zou zijn verkocht.

Geen gestolen waar
Het CJO, de koepelorganisatie van Joods Nederland, zei het eerder schrijnend te vinden dat de discussie over Joodse roofkunst weer is opgelaaid. Het belang van musea mag namelijk geen enkele rol spelen. “Iets is gestolen of onvrijwillig afgestaan, en dan hoort het in principe aan de oorspronkelijke eigenaar te worden teruggegeven,” aldus CJO-vicevoorzitter Ronny Naftaniel afgelopen voorjaar in Nieuwsuur. “Er kunnen andere redenen zijn, bijvoorbeeld om de verwerving of de wijze waarop het is afgestaan, maar nooit het museale belang. Gestolen waar kan je niet laten zien.”

Goede afwegingen
De Restitutiecommissie zelf vond dat ze haar werk prima doet en dat er altijd goede afwegingen worden gemaakt. Voorzitter Hammerstein benadrukte in Nieuwsuur dat sommige Joden hun kunst bewust hebben afgestaan om bijvoorbeeld de oorlog door te komen. Erven willen dan nu een stuk terug dat destijds vrijwillig zou zijn verkocht. In zo’n geval is het belang van het museum leidend, meent hij. “Het gaat er niet om dat we het museumbelang tegen roof en onrecht afwegen, maar tegen diegenen die zeggen: ik wil het hebben,” aldus Hammerstein. Nu stapt hij dus zelf op. Misschien zou hij voorkennis kunnen hebben over de conclusies van de commissie Kohnstamm.

Lees ook:
Juliana had ‘fout’ servies dat terug moet naar de Joodse erven
Het gaat om twaalf borden en twee sauskommen van Meissen-porselein, die nu in het bezit zijn van de Nederlandse staat en zich onder andere bevinden in Paleis Het Loo. De overheid moet het servies teruggeven aan de erven van de oorspronkelijke Joodse eigenaar. 



Categorie:

Home » Nieuws » Alfred Hammerstein stapt op als voorzitter Restitutiecommissie