Onderzoek naar Nederlands beleid teruggave Joodse roofkunst

wiki

Er komt een onderzoek naar het Nederlandse beleid voor de teruggave Joodse roofkunst. De onderzoekscommissie komt onder leiding te staan van jurist Jacob Kohnstamm, tevens oud-D66-staatsecretaris en ex-directeur van het Verzetsmuseum in Amsterdam. De groep moet boven tafel krijgen hoe de Nederlandse Restitutiecommissie voor roofkunst opereert en keuzes maakt. Volgens deskundigen is de Nederlandse houding te formalistisch en gaan museale belangen te vaak voor op die van erfgenamen. Sinds een wijziging van het beleid is het debat rond Joodse roofkunst weer opgelaaid.

Veel afwijzingen
In Nederland zijn nog altijd tussen de drie- en vierduizend kunstobjecten die in de nazi-tijd van Joden zijn geroofd en nog steeds niet zijn teruggegeven. Ze behoren vooral tot de collecties van musea, maar ook de koninklijke familie heeft roofkunst gehad. Sinds 2001 is er de Restitutiecommissie, die claims van erfgenamen beoordeeld. Tot nu toe zijn via de commissie 586 werken teruggegeven aan erven. Bij 1.071 werken heeft de commissie claims afgewezen. Sinds de rijksoverheid in 2015 het beleid rond roofkunst heeft gewijzigd, hebben de belangen van musea vaker voorrang gekregen in de toewijzing. Dat zorgt steeds vaker voor ongeloof, discussie en teleurstelling.

Geen gestolen waar
Het Centraal Joods Overleg (CJO) vindt het schrijnend dat de discussie over Joodse roofkunst weer is opgelaaid. Het belang van musea mag namelijk geen enkele rol spelen. “Iets is gestolen of onvrijwillig afgestaan, en dan hoort het in principe aan de oorspronkelijke eigenaar te worden teruggegeven,” zegt CJO-vicevoorzitter Ronny Naftaniel in Nieuwsuur. “Er kunnen andere redenen zijn, bijvoorbeeld om de verwerving of de wijze waarop het is afgestaan, maar nooit het museale belang. Gestolen waar kan je niet laten zien.”

Goede afwegingen
De Restitutiecommissie zelf vindt dat ze haar werk prima doet en dat er altijd goede afwegingen worden gemaakt. Voorzitter Fred Hammerstein benadrukt dat sommige Joden hun kunst bewust hebben afgestaan om bijvoorbeeld de oorlog door te komen. Erven willen dan nu een stuk terug dat destijds vrijwillig zou zijn verkocht. In zo’n geval is het belang van het museum leidend. “Het gaat er niet om dat we het museumbelang tegen roof en onrecht afwegen, maar tegen diegenen die zeggen: ik wil het hebben,” aldus Hammerstein.

Redelijkheid en billijkheid
Om duidelijkheid te scheppen over het roofkunstbeleid, komt er nu een evaluatiecommissie onder leiding van Kohnstamm. De Tweede Kamer heeft daar eerder om gevraagd. Redelijkheid en billijkheid spelen in het Nederlandse beleid een rol, zei Kohnstamm woensdag in Nieuwsuur. “Daarin mag je alle elementen meewegen. Dat is een voordeel en een nadeel. We zullen dus kijken naar de vraag of die Nederlandse redelijkheid en billijkheid gerechtvaardigd is.” Kohnstamm wijst op de Washington Principles voor roofkunst uit 1998. Dat is in een Nederlandse vorm gegoten. “We moeten kijken of het Nederlandse beleid in lijn is met de Washington Principles.”

Geen individuele zaken
De onderzoekscommissie moet het beleid bekijken en zal niet adviseren over individuele zaken van claimanten, benadrukt Kohnstamm. “Het is curieus om vast te stellen dat Nederland tot 2015 als triple A op het gebied van het toewijzen van nazi-roofkunst te boek stond en dat door een twee of drietal beslissingen nogal in discussie is gekomen.” Hij wil kijken naar de werkwijze van de Restitutiecommissie en de mensen die daar gevoelig over zijn. Tot 2007 werd er actief gezocht naar erven. Inmiddels is dat gestopt. “Tegenwoordig is het technisch beter mogelijk om mensen te vinden. Het zou mij niet verbazen als wij zeggen: minister, u moet daar meer in investeren dan in het verleden is gebeurd.”

Bont gezelschap
Minister Ingrid van Engelshoven (D66) van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen heeft partijgenoot Kohnstamm gevraagd om de commissie voor te zitten. In de groep komen verder campaigner Lennart Booij, consultant Hagar Heijmans, schrijfster Nina Polak, kunstenaar Rob Polak, museumdirecteur Emile Schrijver en staatsraadslid Henny Troostwijk. De commissie moet onder meer kijken naar allerlei juridische en morele aspecten, naar hoe dit soort kwesties in het buitenland wordt aangepakt en naar mogelijke verbeteringen. De groep komt in oktober met een advies.

Rechtszaak Kandinsky
In de afgelopen jaren is de discussie in Nederland over Joodse roofkunst weer opgelaaid. De Restitutiecommissie zou te vaak formalistisch te werk gaan en zou de belangen van musea zwaarder laten wegen dan die van claimanten. Eind vorig jaar stapten de erven van de Joodse kunsthandelaar Emmanuel Lewenstein naar de rechter om een schilderij van Waisly Kandinsky terug te krijgen van het Stedelijk Museum. Het doek Bild mit Häusern zou in de Tweede Wereldoorlog zijn geroofd van Lewenstein en hangt thans in het museum. In 2018 oordeelde de Restitutiecommissie dat het werk niet naar de erven kan gaan, omdat het door de zoon van Lewenstein zou zijn verkocht.

Lees ook:
Erven Lewenstein spannen rechtszaak aan tegen Stedelijk Museum om Kandinsky

In 2018 oordeelde de commissie dat er geen sprake was van roofkunst, omdat de verkoop ‘moet zijn veroorzaakt door de verslechterde financiële omstandigheden waarin Lewenstein en zijn vrouw al voor de Duitse inval verkeerden’. Het oordeel zorgde voor verontwaardiging in de Joodse gemeenschap.


Juliana had ‘fout’ servies dat terug moet naar de Joodse erven
Het gaat om twaalf borden en twee sauskommen van Meissen-porselein, die nu in het bezit zijn van de Nederlandse staat en zich onder andere bevinden in Paleis Het Loo. De overheid moet het servies teruggeven aan de erven van de oorspronkelijke Joodse eigenaar. 

Categorie: |

Home » Nieuws » Onderzoek naar Nederlands beleid teruggave Joodse roofkunst