International Tracing Services (ITS), een organisatie die in de nadagen van de Tweede Wereldoorlog door de geallieerden werd opgericht met als doel vermiste slachtoffers op te sporen, heeft vijftigduizend persoonlijke documenten en foto’s uit het eigen archief online geplaatst. Het ontsloten deel is slechts een fragment van de in totaal dertig miljoen stukken uit de collectie. De organisatie hoopt dat het materiaal op deze manier zijn weg zal weten te vinden naar de oorspronkelijke eigenaars of hun nabestaanden.

“Archieven moeten zich niet verstoppen voor de digitale wereld, anders worden ze op een dag vergeten”, aldus Christian Groh van het ITS archief. De organisatie, gevestigd in het Duitse Bad Arolsen, stelde in 2007 voor het eerst zijn archieven open voor onderzoek door wetenschappers en onderzoekers. Sindsdien heeft het de koers verlegd van een opsporingsinstituut naar een onderzoekscentrum.

De ITS verzameling bevat documenten, die betrekking hebben op de slachtoffers van de doodsmarsen, dwangarbeiders en kinderen, die tijdens de holocaust spoorloos zijn geraakt. Ook bewaart het meer dan drieduizend persoonlijke zaken, die de Nazi’s in beslag namen van gevangenen in de concentratiekampen. Het betreft vooral foto’s, persoonlijke documenten en kleine spulletjes, die niet door de kampbewaarders in beslag zijn genomen, omdat zij geen economische waarde hadden.

De openbaar gemaakte foto’s en documenten zijn via deze link te raadplegen.

Op de foto bij dit artikel het horloge van Hans Apel, te vinden op de website van ITS.