Asscher praat met bedreigde Turkse jongerenwerker
Dat meldde hij vandaag in de Tweede Kamer. De jongerenwerker Mehmed Sahin moest onlangs onderduiken omdat hij afstand had genomen van de antisemitische uitspraken die Turks-Nederlandse jongeren deden in in het NTR-programma Onbevoegd gezag. Asscher denkt niet dat antisemitisme bij moslimjongeren komt doordat ze niet goed geïnformeerd zijn. Het probleem is juist dat de jongeren goed op hoogte zijn over de Holocaust, maar dat ze die ‘schaamteloos goedkeuren’. “Alleen lespakketten over de Tweede Wereldoorlog zorgen dus niet voor een oplossing”, zei de bewindsman in de Kamer.
Asscher stuurde vandaag ook een brief naar de Kamer, waarin hij ingaat op Kamervragen over de recente problemen rond antisemitisme in Nederland. Binnenkort komt er een ronde tafelgesprek over antisemitisme, zo kondigt hij in de brief aan. Dat is de politicus al op 28 februari overeen gekomen met het Centraal Joods Overleg (CJO), het Centrum voor Informatie en Documentatie Israël (CIDI) en het ministerie van onderwijs. Ook gaat Asscher nog in gesprek met het Inspraak Orgaan Turken (IOT) om antisemitisme onder Turkse Nederlanders te bespreken. Verder geeft hij aan dat er momenteel al onderzoek loopt naar antisemitisme onder middelbare scholieren. Dit wordt gedaan door onderzoeksbureau Pantheia in opdracht van de Anne Frank Stichting.
In de brief veroordeelt Asscher antisemitisme onder jongeren in Nederland. Dat doet hij na aanleiding van de uitzending van het NTR-programma Onbevoegd gezag, waarin Turks-Nederlandse antisemitische uitspraken deden. “De beelden van jongeren die de Holocaust onomwonden goedkeuren en aangeven dat zij Joden haten, zijn schokkend en verwerpelijk tegelijk”, aldus de politicus. “Temeer omdat zij aangeven dat andere jongeren waar zij mee omgaan er ook zo over denken. Het is onacceptabel wanneer solidariteit en sterke identificatie van – vaak jonge – moslims met moslims elders in de wereld leiden tot openlijke vijandigheden tegen andere groepen in de Nederlandse samenleving.”
Asscher geeft aan dat het kabinet sterk inzet op de bestrijding van discriminatie, maar dat het ook een verantwoordelijkheid verwacht van ouders, scholen, gemeenten, buurten en de gemeenschappen zelf. “De stevige veroordeling van antisemitisme in het algemeen en de uitspraken van Turkse jongeren in het bijzonder door het IOT is daarin een belangrijk signaal. Het kabinet verwacht niet anders dan dat ouders hun kinderen hierop aanspreken en dat zij hun kinderen ideeën en opvattingen meegeven die wars zijn van antisemitisme en vooroordelen”, zo schrijft Asscher in zijn brief.
