Ben en Jerry verkopen straks geen ijs meer op de West Bank, buigen voor BDS

Een ijsje van Ben en Jerry’s kopen op de Westelijke Jordaanoever en in het oosten van Jeruzalem is er straks niet meer bij, want de Amerikaanse ijsgigant heeft besloten om daar geen ijsjes meer te verkopen. Het bedrijf wil de betwiste gebieden in Israël en de Palestijnse gebieden voortaan omzeilen, omdat verkoop aldaar in strijd is met de waarden van de firma. Ben & Jerry’s is onderdeel van de Nederlandse multinational Unilever en werd gesticht door twee Joodse ijsmakers. De meeste smaken zijn kosjer en ook staat er een fabriek in Israël.

In Israël blijven
IJsjes met bekende namen als Cookie Dough, Oh! My! Apple Pie! en Chocholate Fudge Brownie worden momenteel in het Israëlische Be’er Tuvia geproduceerd. Het is een van de fabrieken, waarvan er nog drie in de Verenigde Staten en één in het Overijsselse Hellendoorn staan. Met de producent in Israël heeft het bedrijf een licentie en die wil het tegen eind 2021 aanpassen, zodat er daarna geen ijs meer kan worden verkocht in de betwiste gebieden. Moederconcern Unilever zegt sowieso actief te blijven in Israël en is blij dat Ben & Jerry’s daar ook voor gekozen heeft.

Harde klap
In Israël komt de keuze van Ben & Jerry’s hard aan. Veel Israëli’s zien het ijs als bijzonder. Niet alleen omdat het door twee Joodse vrienden is bedacht, maar ook omdat vrijwel alle smaken kosjer zijn. Premier Naftali Bennett noemt het besluit om uit de betwiste gebieden te vertrekken ‘moreel verkeerd’. Volgens hem zijn er meerdere ijsmerken, maar is er ‘slechts één Joodse staat’, doelend op de gebieden die volgens bij Israël moeten horen. Ook andere politici en opiniemakers zijn ontevreden over de beslissing, omdat het concern politiek zou bedrijven.

BDS-druk
Al jaren staat Ben & Jerry’s onder druk om geen ijs meer te verkopen op de West Bank en in het oosten van Jeruzalem. Beide gebieden zijn na de Zesdaagse Oorlog in handen gekomen van Israël, maar worden door vrijwel de hele internationale gemeenschap als bezet gebied beschouwd. De beweging Boycot, Sancties en Desinvesteren (BDS) kaartte de verkoop van Ben en Jerry’s-ijs in deze gebieden al in 2012 aan, waarna in de jaren erna acties tegen het bedrijf volgden. Tijdens en na de laatste mini-oorlog tussen Hamas en Israël zou Ben & Jerry’s op social media zijn bestookt door BDS-klanten.

De druk van BDS werd blijkbaar zo groot dat de stichters ertoe werden bewogen deze beslissing te nemen en alsnog te buigen voor de beweging. “We horen en erkennen ook de zorgen die onze fans en vertrouwde partners met ons delen,” aldus Ben & Jerry’s. Het is niet de eerste keer dat de firma politieke statements maakt. In het verleden waren er acties omtrent het milieu en ook steunden de oprichters de linkse Amerikaanse presidentskandidaat Bernie Sanders.

Over Ben & Jerry’s
De Amerikaanse jeugdvrienden Ben Cohen en Jerry Greenfield ontmoetten elkaar tijdens gymles op de middelbare school. Ze deelden hun liefde voor lekker eten met elkaar en gingen na het behalen van hun diploma hun eigen weg. In 1978 troffen ze elkaar opnieuw en besloten ze om samen een ijsbedrijf te beginnen. Met een simpele cursus ijsbereiding als basis begonnen ze met een startkapitaal van 12.000 dollar hun eigen ijswinkel. Die werd gesticht in een gerenoveerd benzinestation in de Amerikaanse staat Vermont.

Toen de vraag naar hun ijs groter werd, besloten Ben en Jerry aandelen van hun bedrijf op de beurs te verhandelen. Sinds 1996 is Ben & Jerry’s ook in Nederland verkrijgbaar en eind jaren negentig opende het concern zelfs een winkel in de Amsterdamse Leidsestraat. Het bezoek van de oprichters zelf leverde langer rijen aan klanten en fans op. In augustus 2000 werd het bedrijf verkocht aan de Unilever en mede daardoor wordt Ben & Jerry’s wordt inmiddels ook in Nederland geproduceerd. De ijsfabriek staat in het Overijsselse Hellendoorn. Het ijs wordt in Nederland en daarbuiten verkocht in eigen winkels, maar ook in supermarkten, videotheken, benzinestations en bioscopen, zij het voorverpakt.

Lees ook:
Airbnb verandert mening over BDS, maar blijft bij boycot verhuurders West Bank
Vakantieverhuurder Airbnb heeft zijn mening over de pro-Palestijnse beweging Boycot, Desinvesteren en Sancties (BDS) bijgesteld. De directie van de vakantieverhuursite zegt niet langer achter BDS te staan en zegt dat het wil doorgaan met haar zakelijke activiteiten in Israël. Maandag hadden vertegenwoordigers van Airbnb in Israël een ontmoeting met ambtenaren van het Israëlische ministerie van Toerisme.