Boek Jacob Israël de Haan is absolute aanrader – recensie
Het boek over Jacob Israël de Haan van Ludy Giebels is een nauwgezet, goed onderzocht epistel dat inzichten geeft in deze bijzondere Joodse Nederlander. Die conclusie trekt Boris Dittrich, die het las en er een recensie over schreef. Het boek is, zeker in de context van het conflict tussen Israël en de Palestijnen, relevant en interessant. ‘Een absolutie aanrader’.
Jacob Israël de Haan heeft me altijd geboeid. Wat wist ik van hem? Hij was een Joodse jurist, zionist, leraar, dichter en columnist voor het Handelsblad. Hij schreef onder andere het homo-erotische boek Pijpelijntjes, over het leven van twee mannen in de Amsterdamse Pijp. En hij was de broer van schrijfster en filosofe Carry van Bruggen. Na de publicatie van Pijpelijntjes werd hij ontslagen en door sommigen ‘gecancelled’. Als overtuigd zionist vertrok hij naar wat toen Palestina heette. Daar werd hij politiek actief, ultra-orthodox en anti-zionist en leefde zich in de Arabische cultuur in. Een vat vol tegenstrijdigheden dus en daardoor interessant. Maar er is veel meer te ontdekken aan deze markante persoon.
Eerste politieke moord
Dit jaar is het honderd jaar geleden dat De Haan in Jeruzalem werd vermoord. Het wordt alom als de eerste politieke moord in ‘Palestina’ gezien. In de maand juni zijn er tal van evenementen in Nederland geweest om De Haans leven en werk te herdenken, onder andere in debatcentrum De Balie, waar uitgebreid over zijn rol en betekenis werd gesproken. Wat is zijn nalatenschap in culturele en politieke zin? Wat is er in het Britse Mandaatgebied Palestina voorafgaand aan de moord op hem gebeurd?
Om een antwoord op die vraag te vinden las ik Ludy Giebels’ boek: Jacob Israël de Haan in het Palestijnse labyrint (1919-1924). Het verscheen ter gelegenheid van Jacobs honderdste sterfdag op 30 juni.
Nauwgezet
Zoals de titel zegt richt Giebels zich op Jacobs jaren in Palestina begin jaren twintig, dus ruim voor de oprichting van de staat Israël. Daarmee maakt zij het zichzelf en de lezer niet makkelijk, want het moet een hele klus zijn geweest om via archiefonderzoek de ingewikkelde politieke situatie in Palestina te doorgronden. Er waren heftig botsende visies over hoe het ‘Joods Nationaal Tehuis’ er uit moest zien in een context waarin de Arabische meerderheid met argusogen de Joodse ontwikkeling gadesloeg.
Van de Balfour-declaratie uit 1917 tot internationale missies die uitmondden in rapporten zoals het King – Crane rapport dat in 1922 werd gepubliceerd en dat voorspellende waarde had, plaatst Giebels Jacobs verblijf in een historische context. Nauwgezet ging ze na hoe hij zich tot de verschillende groeperingen binnen het Jodendom verhield en hoe hij zich tegenover de Arabische bevolking opstelde.
Onderzoek en analyse
Giebels is er wonderwel in geslaagd te duiden wat De Haan moet hebben bewogen om zich te ontwikkelen van niet-religieus tot ultra-orthodox, van zionist in Nederland tot anti-zionist in Palestina, en van openlijk homo in Nederland tot homo in een super hetero-dominante samenleving. Hij was ook een Asjkenazische Joodse advocaat die bevriend werd met Arabische mannen. Een man die steeds geïsoleerder kwam te staan.
De auteur heeft correspondentie geanalyseerd, columns in het Handelsblad bestudeerd en archief- en literatuuronderzoek gedaan, ook in Israël, Duitsland en Groot-Brittanië. Uiteraard kon ze hoofdpersonen niet interviewen, dus blijven sommige vragen onbeantwoord, zoals: Is Jacob naar Palestina geemigreerd omdat hij vurig in het zionistische ideaal geloofde of was hij gefnuikt in zijn ambities vanwege het Pijpelijntjes-schandaal en kwam een vertrek naar Palestina goed uit?
Onsympathiek
In haar boek beschrijft Giebels De Haan overtuigend als een moeilijk persoon, een gefrustreerd man die zichzelf vaak voor de voeten liep, die graag polariseerde en vervolgens moeite had met de gevolgen die zijn opstelling met zich mee bracht. Soms komt hij ronduit onsympathiek over. Treffend verhaalt Giebels over de truc die De Haan uithaalde om een Griekse huurster uit haar huurhuisje in Jeruzalem weg te krijgen, zodat hij er zelf kon gaan wonen. Hij won de daaropvolgende rechtszaak omdat de rechter een oud-Ieerling van hem was.
Giebels beschrijft invoelbaar hoe moeilijk het leven voor de nieuwe immigrant het Mandaatgebied moet zijn geweest. In Nederland was hij een zekere luxe gewend, maar hij moest helemaal opnieuw beginnen in een arm land waar de opbouw van de Joodse samenleving bezig was. Geldgebrek, ambities die hij er niet kon verwezenlijken en homo-zijn in ultra-orthodox-Joodse kringen frustreerden hem. Geen wonder dat hij soms aan depressies en heimwee leed.
Daarbij komen existentiële vragen over de staatkundige vormgeving van de Joodse identiteit. Wat behelsde die? Was het Jodendom een etnisch begrip? Een religieus of cultureel collectief? De conflicterende meningen daarover leverde continue spanningen op, intriges en achterklap.
Tegen het zionisme
In elke fase van zijn leven zocht hij ten behoeve van zichzelf contact met belangrijke en invloedrijke Joden die zich soms tegen hem keerden. Zoals bijvoorbeeld met de door hem aanvankelijk bewonderde zionistische leider Chaim Weizmann die later de eerste president van Israel zou worden. Maar toen Jacob, eenmaal in het Mandaatgebied Palestina gevestigd, zich luidruchtig tegen het zionisme begon te keren, werd Weizmann een tegenstander van formaat.
Jacob had als docent een vileine humor die hij gebruikte tegen het zionisme. Het kwam hem op stakingen en boycots van zijn leerlingen te staan. Zijn columns in het Britse tabloid Daily Express, waarin hij het zionisme op de hak nam, werden als antisemtitisch gezien en verraad aan de Joodse zaak. Ze leidden tot ernstige doodsbedreigingen. Op straat in Jeruzalem werd hij bespuugd.
Psychische problemen
In het laatste hoofdstuk beschrijft Giebels Jacobs laatste maanden en zijn psychische toestand. Hij raakte verward, was nu eens diep depressief, had dan weer manische buien, toe te schrijven aan een bipolaire stoornis. Op 30 juni 1924 werd hij op straat vermoord door Abraham Tehomi, een 21-jarige immigrant uit Odessa, Oekraïne. Later heeft Emile Fallaux voor de VPRO deze Tehomi nog op diens oude dag in Californië geïnterviewd. Daarin bekende hij ruiterlijk dat hij de moord had gepleegd op instigatie van leiders van de Hagana, omdat ze Jacob als een invloedrijk gevaar voor het Joodse volk beschouwden.
Warmte en afstand
Wat ik knap vind aan het boek van Giebels is dat zij met een zekere distantie naar de verwikkelingen in het leven van Jacob Israël de Haan kijkt, maar toch met warmte over hem schrijft en zich zoveel mogelijk op bewijsbare bronnen baseert. Ook al is hij gruwelijk vermoord, De Haan is voor mij als personage gaan leven. En niet bij mij alleen.
‘Hij zou het zelf misschien als de ironie van het leven en zijn dichtkunst beschouwen als hij wist dat hij voortleeft in zulke uiteenlopende kringen als die van de Jeruzalemse ultra-orthodoxen en van de Amsterdamse voorvechters van de homo-emancipatie.’
Aanrader
Na lezing van haar boek blijft bij mij eveneens hangen hoe de politieke ontwikkelingen in het Palestina van honderd jaar geleden en de keuzes die toen gemaakt zijn hun doorwerking vandaag de dag hebben in het Israëlisch-Palestijnse conflict en binnen de Israëlische samenleving als geheel. Ook daarom, maar niet alleen daarom, is het boek van Ludy Giebels een absolute aanrader.
Titel: Jacob Israël de Haan in het Palestijnse labyrint, 1919-1924
Auteur: Ludy Giebels
Uitgeverij: Amsterdam University Press
ISBN: 9789048563838
Prijs: 39,99 euro
Waardeert u dit artikel?
Doneer hier dan een klein bedrag. Jonet.nl is een journalistiek platform dat zonder giften niet kan bestaan. Wij danken u bij voorbaat.
Wil je meer informatie of een hoger bedrag doneren? Ga naar jonet.nl/doneren