Een meerderheid van de gemeenteraad lijkt zich achter een collectieve compensatie voor de omstreden Joodse erfpachtgelden te scharen. Alleen coalitiepartij D66 twijfelt nog of er echt geen mogelijkheid is om het geld, dat de gemeente uittrekt voor Joden die na de Tweede Wereldoorlog hun erfpachtcanon moesten betalen, individueel uit te keren.
De gemeenteraad sprak de afgelopen week voor het eerst over het voorstel dat burgemeester Eberhard van der Laan
vorige maand presenteerde, waarin de gemeente 10 miljoen euro ter beschikking stelt aan de Joodse gemeenschap. Dit is een compensatie voor de erfpachtcanon, die Joden die terugkwamen uit kampen of onderduikadressen alsnog moesten voldoen aan de gemeente.
Eerder had Van der Laan al aangekondigd 1 miljoen beschikbaar te stellen voor hen die na de oorlog een boete kregen, omdat zij geen erfpacht hadden betaald in de oorlogsjaren. Dat bedrag wordt wel individueel uitgekeerd, omdat van mensen die tegen die boete in beroep zijn gegaan nog dossiers voorhanden zijn. Maar, zegt Van der Laan, het is niet mogelijk om nog na te gaan wie allemaal erfpacht hebben betaald, en dus kan de 10 miljoen euro beter aan de Joods gemeenschap worden gegeven. Daarom wil de gemeente een stichting oprichten waaraan het geld van de erfpacht gedoneerd zal worden. De stichting moet het geld dan besteden aan collectieve Joodse doelen zoals het Nationaal Holocaust Museum of het Holocaust Namenmonument.
Een deel van de nabestaanden wil toch liever individuele compensatie. Een enkeling zei eerder zelfs zich door de plannen van het stadsbestuur ‘opnieuw bestolen’ te voelen. Dat was tegen het zere been van Van der Laan. Hij liet tijdens de vergadering wederom blijken zeer verontwaardigd en boos te zijn over die aantijging. ‘Je mag van alles zeggen, maar als je durft te zeggen dat mensen nu voor de tweede keer beroofd worden, eerst door de nazi’s en nu door de gemeente, dan sta je wat mij betreft buiten de discussie.’
De meeste raadsfracties steunden de door Van der Laan voorgestelde route. De gemeenteraad moet echter nog een formeel besluit nemen en stemt naar verwachting komende maand over het voorstel.