‘De appel in het paradijs’, een fraai egodocument – boekresensie

Op1 NPO

Beroemd was ze destijds als tv-presentatrice en een bekende persoonlijkheid is ze nog steeds. Sonja Barend dus. ‘Voor straks lekker slapen en morgen gezond weer op’, was de steevaste opmerking waarmee ze haar programma Sonja’s Goed Nieuws Show of Sonja op… afsloot. In veel gezinnen is dat – vaak tot op de dag van vandaag – een gevleugelde uitdrukking. Samen met Ellen Blazer schreef ze het boek ‘Gezond weer op’. Ook het begrip Treppe gochme werd door haar gelanceerd. Iedereen kent wel zo’n situatie, namelijk op het moment dat je ad rem zou moeten reageren op een bepaalde (pittige) opmerking die iemand maakt, je met stomheid bent geslagen. Later op de trap – op weg naar beneden, op weg naar huis – bedenk en formuleer je je niet geuite reactie in de meest scherpe bewoordingen.

In de talkshows speelde ook haar persoonlijke visie op het te bespreken onderwerp een belangrijke rol. Want het was niet alleen de mening van de door haar geïnterviewde, maar ook Sonja’s eigen, vaak polariserende, opvatting hierover. Voor haar geen conventioneel vraag en antwoord gesprek, maar een eigen inbreng, die per definitie kwetsbaarheid voor de interviewer Sonja Barend betekende. Zij weerstond op intelligente manier aldus menig schurend moment. Momenten die de volgende (werk)dag bij menig koffie-automaat werden geëvalueerd. We zijn ook haar overstap in 1972 naar de AVRO niet vergeten: Een schokgolf overspoelde het linksdenkend deel van ons land; het boegbeeld van de progressieve VARA dat een overstap maakt naar een ‘behoudende’ omroep met vooral VVD’ers in haar gelederen. Ongehoord.

Gewoon een aardig mens
Haar unieke talkshows en andere (vaak) tumultueuze tv-optredens liggen inmiddels ver achter haar en ze heeft tijd – en talent – om gedachten, frustraties, inzichten en ook en vooral de nieuwsgierigheid naar haar (Joodse) wortels te formuleren. En dat doet ze met succes, zoals blijkt uit haar boek Je ziet mij nooit meer terug uit 2017 waarin ze de niet aflatende zoektocht naar haar tijdens de Tweede Wereldoorlog vermoorde vader beschrijft. De pijn die ze onvoorwaardelijk met de lezer deelt. Sonja Maria Barend, de koningin van de talkshow is nu de vrouw die haar lezers op intieme wijze betrekt bij een andere Sonja, namelijk de vrouw die bereid is haar kwetsbaarheid te tonen, waardoor ze after all ‘gewoon’ een aardig mens is, zonder meer. Lovende kritieken alom.

Gelukkig zijn
Afgelopen november verscheen ‘De appel in het paradijs’. Meteen in de eerste alinea geeft ze op perfecte wijze aan wat haar bezig houdt, wie zij is: ‘Hier in huis gaat alles goed. Hardop zeggen dat ik daarvan geniet durf ik nog steeds nauwelijks’. In slechts zeventien woorden legt ze haar ziel bloot. Haar geluk durft ze eigenlijk niet hardop uit te spreken, want dan roep je de kwade geesten op. In het verloop van deze autobiografie durft ze zichzelf te dwingen om uiting te geven aan haar (relatieve) geluk.

Sonja Barend, de wat oudere dame die thuis zit en vanachter haar raam – de transparante scheidingswand tussen haar en de stad, en de wereld – die wereld, die stad en zichzelf becommentarieert. Voorzichtig, bijna schoorvoetend neemt ze de lezer mee in haar relatieve zekerheden en onzekerheden. Over de liefde voor haar man, Albert Cahen, en de ogenschijnlijk dagelijkse sleur: ‘Als we onze ogen opendoen is de krant er, vol onderwerpen om je druk over te maken en tegen de tijd dat je hem uit hebt is de avondkrant binnen’. Wil je een nog duidelijker resumé over wat het leven ons te bieden heeft? Voor je het weet ligt hij op de deurmat, die avondkrant. Met andere woorden: meldt de levensavond zich.

Prop krantenpapier
Geluk is ook het huis met tuin in de Provence (Frankrijk) en dat vat ze ook weer op ironische wijze samen: ‘De tuin is – in tegenstelling tot die in Amsterdam, die door mijn overvloedige zorg en aandacht (…) nog nooit zo mooi is geweest – een puinhoop’. En dan pas vertelt ze hoe heerlijk het is, daar in de Provence. Een typerende Sonja-waarneming: ‘Franse vogels vliegen veel sneller dan die in Nederland. Ik denk dat het komt doordat Fransen schieten op alles wat beweegt’. Is dat significant of niet?

En er zijn vanzelfsprekend de dagelijkse beslommeringen zoals de ramen lappen met een prop kranten, zoals ze dat van haar moeder had geleerd: ‘Maar kranten zijn er niet meer. Alleen elektronica’. Een verzuchting?

En die ietwat vileine conclusie over hoe het vroeger toch zo anders was dan nu, qua mentaliteit, of noem het arbeidsethos. Ze beschrijft de vier jaren studie aan de avond-HBS uit haar verleden: ‘Alle avonden en het weekend waren voor school. Van ‘stress en burn-out’ had nog nooit iemand gehoord (…) Nu klagen studenten dat studietempo en werktempo zo hoog zijn dat ze er in groten getale last van hebben en geraadpleegde psychologen het werk nauwelijks aankunnen’. Nee, dit is geen gezever van een bejaarde – sorry, 65-plusser – maar een nuchter vergelijk met destijds. De wereld verandert ten goede en uiteraard ook in minder positieve sfeer, Sonja Barend noteert haar kijk op het heden.

Al die Joden in de redactie
En dan is er – uiteraard – het antisemitisme. In een rechtstreekse tv-uitzending vanuit het Frascati-theater in Amsterdam. Frits Barend en Henk van Dorp waren dan aanwezig om sportberichten voor de presentatoren te bedenken. Na de uitzending werd er koffie gedronken. Op een gegeven moment kwam iemand bij hen staan die zich mengde in het gesprek en zei: ‘Met al die Joden in jullie redactie hebben wij geen schijn van kans om ooit in jullie programma te komen’. Sonja: ‘Ik geloof niet dat ik – verbijsterd over zoveel onzin – een woord heb uitgebracht. Frits, die in de voetbalwereld meer gewend was dan ik, rolde zijn mouwen op en wilde het liefst naar buiten, maar deed het niet’. Conclusie: Sonja was op dat moment in de ban van het treppe gochme en Frits is een verstandig man die dacht dat hij morgen weer gezond (en ongeschonden) op wilde.

Tot slot een prachtvoorbeeld van hoe de tachtigjarige Sonja Barend met beide benen in onze tijd staat. Ze las in de krant over een Nederlands echtpaar dat in Hongarije een verhuurbedrijf van vakantiehuisjes is begonnen, want vonden ze; ‘In Nederland kan dat niet meer omdat het geld dat daar wordt verdiend allemaal naar de vluchtelingen gaat’. Sonja: ‘De huidige Hongaarse president Orbán moet daar gelukkig niets van hebben en heeft een hek aan de grens geplaatst zodat die gelukzoekers uit verre landen er niet meer in kunnen. Zijn Hollandse politieke vrienden Wilders en Baudet laten zich graag met hem en zijn jaloersmakende hek fotograferen’.

Citaten om uit je hoofd te leren.
‘De appel in het paradijs’ moest, zoals ze in haar epiloog aangeeft: ‘Een klein boekje worden. Dat was de opdracht en ik deed mijn best’. Een klein boekje van slechts 69 pagina’s. Maar waar het sommige auteurs moeite kost om in een veelvoud hiervan hun punt te scoren, is het Sonja Barend gelukt een fraai egodocument af te leveren. Geen verzuurde vrouw die vanachter de geraniums de boze buitenwereld veracht, maar een boekje dat bruist van intelligente gedachten, zelfreflecties en beschouwingen, vaak in poëtische taal. Prachtig, prachtig.

‘De appel in het paradijs’ biedt zoveel interessante en vaak humoristische quotes dat het niet vreemd zou zijn om sommige daarvan uit het hoofd te leren om bij gelegenheid te citeren.

Titel: ‘De appel in het paradijs’
Auteur: Sonja Barend
Uitgeverij: De Bezige bij
ISBN: 9789403194509
Prijs: 12,99 euro          

Bij de boekwinkel kopen, hoor!

Categorie: |

Home » Nieuws » ‘De appel in het paradijs’, een fraai egodocument – boekresensie