De Kelev K’naani: een echte Israëlische hond

Afbeelding met tekst: Om dubieuze claims te voorkomen is deze afbeelding verwijderd.

Als je opzoekt wat een Kelev K’naani oftewel Kenaänhond is, weet onder andere Wikipedia te vertellen dat het om een ‘zeer oud hondenras’ gaat, ‘ongeveer 4.000 jaar oud’.

Dat is, om het populair te zeggen, wel wat kort door de bocht. Het is inderdaad deels een zeer oud honenras, dat in bijbelse tijden al bestond. Er zijn in Israël hondenbegraafplaatsen gevonden met meer dan tienduizend jaar oude skeletten van honden. In Tenach zijn ook verwijzingen te vinden naar zwervende honden en honden die voor mensen werken. Op een Phoenicische hondenbegraafplaats in Israël zijn 700 hondenskeletten gevonden, alle zorgvuldig in dezelfde positie geplaatst.

De oorspronkelijke Kenaänhonden overleefden de eeuwen als halfwilde zwerfhonden en verwilderde woestijnhonden, soms gevangen door Bedoeïenen om als waakhond te dienen. Tot in de jaren dertig van de vorige eeuw, toen dr. Rudolphina Menzel en haar echtgenoot het idee kregen om deze intelligente honden te gebruiken als waakhonden voor de verspreid liggende Joodse nederzettingen in het toenmalige Palestina en als legerhonden. Zij vingen wilde en half-wilde Kenaänhonden en selecteerde specifieke typen om mee te werken, nadat zij ze in haar kampement hadden gelokt en hun vertrouwen hadden gewonnen. Ook vingen zij puppies, die zeer goed te domesticeren bleken.

Oerhonden
In 1934 begonnen zij een fokprogramma voor werkhonden voor het leger, puppies die als huisdieren konden worden gehouden en waakhonden. Door middel van een selectief fokprogramma schiepen zij het ‘ras’ dat tegenwoordig bekend staat als de Kenaänhond. Zij gebruikten drie verschillende soorten inheemse honden om de Kelev K’naani te creëren: een wat zwaarder gebouwde hond die op een Dingo (Australische wilde hond) lijkt, een lichtere hond die op de Collie lijkt en een zeer licht gebouwde variant, hoogstwaarschijnlijk een soort jachthond. Veel van deze honden waren afkomstig uit Druzische nederzettingen.

Door steeds opnieuw wilde honden te introduceren in het bestaande fokprogramma zorgde Rudolphina Menzel ervoor dat het een sterk hondenras werd, dat bestand is tegen ziekten en het leven in een woestijnklimaat, . Op die manier bleef de Kelev K’naani ook tot de zogenaamde oerhonden behoren, waartoe ook rassen als de Husky, de Faraohond, of in het Arabisch: Kal’b alFenek, woestijnhond (Malta) en diverse mediterrane hondenrassen (Podencos, Cretan Hounds) behoren. Meestal wordt aangenomen dat de oorspronkelijk wilde woestijnhond – in het Oude Egypte tevens de god Anubis – een gemeenschappelijke voorouder is van deze ‘rassen’.

De Menzels richtten de B’nee HaBitachon kennel op en noemden het door hen gecreëerde hondenras naar het oude Kenaän. De leergierige honden werden opgeleid als waakhonden, honden die landmijnen konden opsporen (het waren de eerste honden die hier ooit voor werden gebruikt), maar ook als speurhonden voor Magen Adom (het Israëlische Rode Kruis) die gewonden en doden konden vinden. Sommige werden opgeleid tot blindengeleidehonden. Als ze van jongs af aan opgroeien in een gezin, zijn het trouwe en vriendelijke huishonden, maar zeer gereserveerd ten opzichte van vreemden.

Het hondenras werd in Israël erkend in 1953 en kreeg in 1966 internationale erkenning. Het is dus een moderne rashond, met zorg en liefde gefokt door de Menzels uit de nakomelingen van de in Tenach genoemde honden – oorsprong waarschijnlijk Egyptisch, dus misschien met de Israëlieten mee gevlucht uit Egypte… Al is er een groot verschil in uiterlijk tussen de huidige Kelev K’naani en de elegante jachthonden (te oordelen naar de beelden van de god Anubis) waarvan zij zouden afstammen.

Categorie:

Home » Nieuws » Israël » De Kelev K’naani: een echte Israëlische hond