‘De mislukte vlucht naar Zwitserland’ – voorpublicatie boek ‘Remi’

De Kring

De crèchefoto van ‘Remi’ in de box werd het symbool voor de massamoord op Joodse kinderen. Remi – Koen Gezang – was in 1942 na een mislukte vluchtpoging naar Zwitserland door zijn ouders te vondeling gelegd om uit handen van de nazi’s te blijven. Tevergeefs; de nazi’s brachten hem naar de Joodse crèche, en na zes maanden naar Sobibor. Zijn oudere broer Eddy was onwetend van het feit dat zijn babybroertje te vondeling was gelegd. Hij overleefde samen met zijn vader de oorlog. Tot 2002 is hij naar Koentje blijven zoeken. Journalist Frank van Kolfschooten reconstrueert in het boek Remi. De oorlogsgeschiedenis van twee broers, dat op 21 april verschijnt, de hartverscheurende lotgevallen van de twee broers. Hieronder staat een fragment uit hoofdstuk vier als voorpublicatie:

‘Op donderdag 13 augustus komt de twaalfjarige Eddy na het avondeten thuis. Hij heeft met zijn vrienden de hele dag hutten gebouwd op landgoed Meer en Bos, vlak bij zijn huis aan de Noordwijkselaan 9 in Kijkduin. Maurits Gezang staat zijn zoon op te wachten bij het tuinhek. Hij trekt hem direct mee naar binnen en zegt dat hij hem iets moet vertellen. Eddy ziet dat zijn moeder met betraande ogen kleertjes staat in te pakken voor zijn babybroertje Koentje. Hij krijgt een onbehaaglijk gevoel. Ze gaan bij de open haard zitten en dan brandt Maurits los. Hij vertelt dat ze de afgelopen tijd met de familie Gobets een plan hebben gemaakt om Nederland te ontvluchten. Ze willen proberen om via België en Frankrijk naar het vrije Zwitserland te komen en vandaar naar Spanje, om dan via Gibraltar naar de Verenigde Staten te reizen. Daar zullen ze het einde van de oorlog afwachten.

Maurits heeft het vluchtplan in detail voorbereid en ze hebben er samen met de familie Gobets veel geld voor moeten betalen. Alles van waarde hebben ze de afgelopen tijd al in bewaring gegeven bij bekenden. Het moment om te vluchten is nu aangebroken, want de nazi’s hebben die week aan vierduizend Haagse Joden oproepen gestuurd om zich dinsdagavond 18 augustus te melden op Station Staatsspoor. Daar vandaan zullen ze om één uur ’s nachts vertrekken naar Kamp Westerbork.

Zodra hij is uitgepraat stuurt Maurits Eddy meteen naar bed. Hij zegt dat het een lange reis gaat worden en dat hij daarom goed uitgeslapen moet zijn. Verdere details vertelt hij niet. Eddy doet door de spanning geen oog dicht. Hij probeert te bevatten wat er gaat gebeuren. Hoe zal het zijn om door vreemde landen te reizen en hoe zal het in Amerika zijn? Maar vooral: wanneer zal hij zijn opa en oma weer terugzien en tante Lenie? Kan hij morgen nog afscheid nemen van zijn vriendjes? Duizenden gedachten vliegen door zijn hoofd en hij is volkomen in de war.
Net als hij dan toch in slaap is gevallen, komt zijn vader hem al wakker maken. Het is nog donker buiten. Hij wast zich, poetst snel zijn tanden en trekt de schone kleren aan die zijn moeder gisteravond al heeft klaargelegd. Een half uur later trekken ze de voordeur achter zich dicht.

Er is nog niemand op straat en ze lopen met zijn zessen naar de Laan van Meerdervoort om daar de eerste tram te nemen. Op station Hollands Spoor nemen ze de trein naar Maastricht. Joden mogen niet meer zonder toestemming reizen en daarom hebben ze de Jodensterren van hun jas gehaald en gebruiken de valse documenten die Maurits heeft gekocht. Eddy valt al snel in slaap en wordt pas wakker als de trein Maastricht binnenrijdt. Daar nemen ze een bus naar het dorp Eijsden aan de Maas bij de grens met België.

Ze zijn licht bepakt. Eddy heeft een rugzakje en de anderen kleine koffers. Maurits draagt Koentje in zijn armen. Ze lopen in zuidoostelijke richting rustig het dorp uit om niet de aandacht te trekken. De routebeschrijving leidt hen naar een boerderij bij het boerendorp Mesch. Hun helpers zijn op de hoogte van hun komst. Maurits overlegt kort met de twee boeren. De grens tussen Nederland en België ligt aan de achterkant van de boerderij, bewaakt door een Duitse soldaat. De grenswacht wordt elke dag om 15.00 uur afgelost en de overgang is dan een kwartiertje onbewaakt.

Zodra de soldaat is vertrokken steken ze snel de grens over en zijn in België. Het gaat inderdaad zo makkelijk als Maurits is beloofd. De reis gaat verder tussen de weilanden over het oude pelgrimspad naar het dorp Visé. Daar bellen ze ruim een uur later vermoeid aan bij de poort van het Sepulchrijnen-klooster. De non die hen binnenlaat, brengt ze naar een grote kamer op de eerste verdieping, met uitzicht op de Maas. Er staan een lange houten eettafel met stoelen eromheen, vier bedden, donkere kasten en twee ronde wasvaten met porseleinen waterkannen ernaast.
Na een half uur wordt er voorzichtig op de deur geklopt. Maurits doet open en een zwijgende non zet uitdrukkingsloos en zonder iemand aan te kijken een dienblad op tafel met brood, boter, kaas, worst, eieren, melk, sardientjes en thee. Iedereen is uitgehongerd. Eddy valt na het eten meteen in slaap.

De volgende ochtend nemen ze in Visé de trein naar Luik en daar stappen ze over op een trein naar Brussel. Onderweg begint Eddy maagkrampen te krijgen. Vanaf station Brussel-Noord lopen ze naar Hotel Siru aan het Rogierplein, gevestigd in een prachtig art deco-gebouw. Eddy is gespannen en knijpt hard in de hand van zijn moeder als Maurits en de familie Gobets zich inschrijven in het hotelregister.
Eddy blijft die avond met zijn moeder en Koentje in de hotelkamer, terwijl Maurits de plek gaat bekijken waarvandaan de reis de volgende dag verder zal gaan. Daar zal hij nadere instructies krijgen. Het plan is om in een karavaan van vrachtauto’s onder bescherming van de nazivlag naar de Zwitserse grens te rijden.

Binnen een uur is Maurits al terug. Hij heeft op de afgesproken tijd van honderd meter afstand de beoogde ontmoetingsplek met de koerier bekeken. Het bleek te gaan om een regeringsgebouw met een ijzeren hek eromheen en op het dak nazivlaggen. Er liepen Duitse soldaten in en uit. Ze zijn bedrogen, concludeert Maurits. Er volgt langdurig overleg met de familie Gobets. Maurits en Flory besluiten de reis naar Genève via Parijs en Lyon op eigen gelegenheid voort te zetten. De familie Gobets blijft liever in Brussel.

Eddy’s maagkrampen worden erger en hij moet steeds overgeven, maar van langer blijven is geen sprake. De volgende dag reizen ze van Brussel naar Parijs en vandaar naar Genève. Eddy is te ziek om er iets van mee te krijgen. Bij een grensdorp in de Jura proberen ze Zwitserland binnen te komen, maar de grenswachten weigeren hen toe te laten. Ze hebben geluk dat ze niet worden gearresteerd en overgedragen aan de nazi’s, zoals veel andere Joden op de vlucht in deze maanden overkomt.

Maurits en Flory zien geen andere mogelijkheid dan om te draaien en besluiten langs dezelfde route naar Nederland terug te keren. Daar moeten ze dan maar met hulp van familie en bekenden een onderduikadres zien te vinden, en op die manier het einde van de oorlog afwachten.’

Titel: ‘Remi. De oorlogsgeschiedenis van twee broers’
Uitgeverij: De Kring
ISBN: 9789 4629 71608
Prijs: 21,50 euro

Categorie: |

Home » Nieuws » ‘De mislukte vlucht naar Zwitserland’ – voorpublicatie boek ‘Remi’