‘De Rijdende dierenarts’

Beeld: FB
Beeld: FB

‘Het was op een parallelweg in Nijmegen dat ik besloot de dame aan te spreken. Deze op handen zijnde actie kwam voort uit mijn aandrang om iets zinnigs tegen haar te zeggen. Maar oef, hoe pakt een nette vent zoiets op verantwoorde wijze aan? Zomaar een dame aanspreken. Met naast zich een amechtige Jack Russell, fietste ze voor mij uit. Type: dikkerdje op korte pootjes. Die hond dus. Hij was oververmoeid, zijn tong sleepte bijna over het asfalt. Minutenlang had ik hen in mijn auto gevolgd, beseffend dat moest worden ingegrepen. Maar wie ben ik om een dame van middelbare leeftijd op haar falen te wijzen? “Dag mevrouw, voor u staat een kritisch journalist – een man van de wereld, al zeg ik het zelf – en u moet eens goed naar mij luisteren”. Zoiets? In Amsterdam zou men zeggen: ‘rót óp, eikel’, of woorden van die strekking. Elders in dit land gaat het wellicht beschaafder, maar een gemompelde verwensing is het minste dat je kunt verwachten. In het belang van kortpotige hijger moest ik dus een adequate list verzinnen. Verzinnen? “Een journalist liegt nooit”, fluisterde mijn integere ik. “Ach, een leugentje in het belang van dat hondje is aanvaardbaar”, beweerde mijn discutabele kant. Mijn wankelende integriteit waarschuwde dat ik een middelmatige jokkebrok ben. “Dus pas op”.

Schijnbaar zelfverzekerd opende ik het autoraampje en op dat moment fluisterde een engeltje mij de perfecte clou in. Na het ‘goedemiddag, mevrouw, mag ik u wat vragen?’ en haar instemming daar toe, stak ik van wal, de liefdevolle blik op kortpotig hijgertje, afgewisseld met sympathieke oogopslag richting dame. “Laat ik mij eerst voorstellen; mijn naam is Gert Teunissen. Dierenarts. Ik wilde graag wat over uw leuke Jack zeggen. Hoe heet ‘ie trouwens?”
De vrouw kreeg een gelukzalige uitdrukking op haar gezicht. Van oor tot oor. “Wat aardig dat u mij over Joepie aanspreekt, dokter”.
Dokter?
Jawel, ze zei dokter!

Er gebeurde ook bij mij iets van oor tot oor, maar dan van binnen. Vriendelijk legde ik uit dat een Jack R. op korte afstand enorm kan spurten. Om mijn college kracht bij te zetten vertelde ik dat dit ras menig collega-hond te snel af is. “Maar let wel: niet op de lange afstand. Vanwege die korte pootjes. Begrijpt u? Joepie heeft te lang moeten rennen en vertoont tekenen van uitputting. Als dat vaker gebeurt, kunnen heup- en hartklachten ontstaan”. De vrouw hing aan mijn lippen. “Wat fijn, dokter dat u mij dat vertelt. Ik wist dit echt niet”. De dierenarts knikte begripvol. Nadat ze bezwoer nooit meer dergelijke capriolen met Joepie te ondernemen, werd het tijd om afscheid te nemen. “Och dokter, mag ik u misschien uitnodigen voor een kopje koffie? Ik woon hier in de buurt. Mijn man is thuis hoor, dus…”. Het stemmetje in mij bromde: “Amateur, als je door de mand wilt vallen moet je op haar aanbod ingaan”. Ik wimpelde de invitatie vriendelijk af. De dame vervolgde haar weg, lopend naast de fiets.

Enige tijd na dit diervriendelijke voorval reden we over een rivierdijk, waar een boer – met pet en klompen – in stevig tempo fietste. Aan de lijn een hondje van onbestemde origine, dat met moeite z’n baasje kon bijhouden. Ik nam gas terug. “De rijdende dierenarts? Nee toch”, zuchtte eega. Mijn besluit stond vast, ik stapte uit en hield de man aan. Zijn gezicht droop van achterdocht. Het hondje daarentegen keek mij aan met een blik vol vertrouwen. “Gert Teunissen. Dierenarts. Kleine honden, spurters op de korte afstand…”, begon ik hem uit te leggen.
De man onderbrak mij abrupt: “Nou, dat doe ik al joaren met mien hundje, elke dag een endje fietsen. En loat ik oe vertellen dat het dierke doar helmoal geen last van hèt. Dus ik zou zeggen; ajuus’. En de boer hij fietste voort.
Eega zat mij met een vernietigende glimlach op te wachten. “Ging niet goed, hè dokter?”
Van dierenarts Gert Teunissen heeft niemand meer iets vernomen.’
 

Categorie:

Home » Columns en opinie » ‘De Rijdende dierenarts’