De verkiezingen in Joods Nederland

verkiezingen
wiki

Hoewel het percentage lager ligt dan het landelijk gemiddelde, kiest toch nog tien procent van de Joden in dit land voor de rechts-populistische PVV. Dit is één van de opmerkelijke uitslagen van een kiezersonderzoek onder Joodse Nederlanders van het NIW in samenwerking met de VU en Kieskompas.

Veiligheid is uiteraard een belangrijk element in de keuzes die Joden maken. Bijna de helft (48 procent) van de Joden is bang voor antisemitisch geweld. Maar toch nog dertig procent is daar in het geheel niet bang voor. Dat lijkt een realistischer houding. Immers, volgens de cijfers van het CIDI waren er vorig jaar slechts vijf gevallen van fysiek geweld. Een vraag over gevoelens van onveiligheid in ‘bepaalde wijken’ (kennelijk een versluierde manier om wijken waar veel Moslims wonen aan te duiden) werd door de helft van de respondenten bevestigend beantwoord; ook hier voelde dertig procent zich helemaal niet onveilig.

Zeventig procent van de ondervraagde zegt angstiger te zijn door publieke uitingen van kritiek op Israël, dan wel anti-Israëlische uitingen. Een zelfde aantal wil BDS-activisten weren van Nederlandse universiteiten. Angst voor aanslagen lijkt geen grote rol te spelen: slechts 25 procent geeft aan bepaalde plaatsen of gebouwen te mijden. Ook zegt ruim de helft van de deelnemers aan het onderzoek zich veiliger te voelen als Joodse gebouwen worden bewaakt door de Marechaussee. Maar liefst driekwart vindt bovendien dat de overheid alle beveiligingskosten voor religieuze instellingen moet betalen.

Bijna de helft van de deelnemers is bang voor een inperking van de vrijheid van godsdienst en 62 procent denkt dat er meer ruimte is voor antireligieuze gevoelens. Hoewel slechts een kleine minderheid van de Joden in Nederland een kosjer huishouden heeft, is slechts 18 procent voorstander van een verbod op de kosjere slacht. En maar liefst tachtig procent wil dat de brit mila (besnijdenis) mogelijk moet blijven. Tegen opheffing van het bijzonder onderwijs bestaat duidelijk minder weerstand: bijna 25 procent wil het ‘eigen’ onderwijs opgeven als dit zou leiden tot betere integratie. Het vraagstuk van de zichtbare uitingen van cultuur of religie in de publieke ruimte verdeelt de gemeenschap: veertig procent is daar tegen, vijftig procent is er voor.

De angst voor de islam zit diep. 75 procent ziet islamitische waarden als een bedreiging voor Europa en hetzelfde percentage meent dat de islamitische cultuur gewelddadiger is dan andere culturen. Maar liefst veertig procent vindt dat de islam niet thuishoort in Europa; een even grote groep vindt van wel. Twintig procent meent dat de meerderheid van de Moslims de Europese cultuur onvoldoende respecteert, maar 35 procent is het daar niet mee eens. Tegelijkertijd vindt driekwart van de ondervraagden dat religieuze minderheden meer moeten samenwerken om radicalisering te voorkomen. Ook zegt bijna driekwart van de deelnemers aan het onderzoek culturele en religieuze diversiteit positief te waarderen.

Als het gaat om partijkeuze, lijken er minder zwevende kiezers te zijn onder Joden dan onder de Nederlandse kiezers als geheel. Zo’n veertig procent van de Nederlanders weet nog niet op welke partij zij zullen stemmen; onder Joden is dat slechts veertien procent. De VVD staat bij Joden op de eerste plaats (17 procent), gevolgd door de PvdA (11 procent). Derde partij is de PVV met tien procent. Opmerkelijk is de voorkeur van veel Joden voor de kleine christelijke partijen: ChristenUnie en SGP samen zouden als het aan de Joodse kiezer lag, samen maar liefst dertig zetels halen…

In totaal hebben 814 mensen de enquête ingevuld. Dat is slechts 1,9 procent van de Joden in Nederland. De uitkomst is dus niet representatief en geeft hooguit een indicatie van trends.

Categorie:

Home » Nieuws » De verkiezingen in Joods Nederland