Drank en drugs – column Nathan Bouscher

Nathan Bouscher
FB

‘Als een Joods jongetje acht dagen oud is, krijgt hij zijn eerste aanraking met een druppeltje wijn bij wijze van verdoving, alvorens hij besneden wordt. Waar alcohol in de islam ten strengste verboden is (haram), staat alcohol nuttigen in het Jodendom symbool voor simcha en kedoesja, vreugde en heiligheid.

Alcohol ontstaat wanneer suikerhoudende vloeistoffen gaan gisten. Schimmels zetten de suikers dan om in alcohol. Zoals de mensheid de natuur graag helpt, is er reeds achtduizend jaar geleden begonnen met het vervaardigen van godendranken. Aangezien het bronwater in de Middeleeuwen stevig vervuild was, was het drinken van gebrouwen alcoholische dranken in deze tijd vaak veiliger dan water. Verkeerd gebrouwen alcoholische dranken daarentegen kunnen levensgevaarlijk zijn. Het moge voor een ieder duidelijk zijn dat overmatig gebruik van alcohol verslavend is en meer kapot kan maken dan men lief is. Ondanks de gezondheidsvoordelen die het met mate drinken van alcohol met zich mee kan brengen -goed voor het hart (wijn) en goed voor je botten (bier)- blijft het feit dat iedere slok alcohol door het lichaam en in het bijzonder de lever wordt gezien als gif.

De sjabbat wordt ingeleid met het drinken van (zoete) kiddoesjwijn. Het drinken van wijn opent de ziel voor de spiritualiteit die met de heilige rustdag gepaard gaat. Alle maaltijden op en het eindigen van de sjabbat worden evenzo begeleid met deze feestelijke drank. In het Jodendom heeft de druif een bijzondere rol, anders dan alle andere vruchten. De druif heeft een bepaalde heiligheid die terug te brengen is naar het brengen van offers in de tijd van de Tempel.

In het christendom wordt wijn gebruikt als symbool voor het bloed van Jezus en in oudere godsdiensten was alcohol een (verplicht) middel dat gebruikt werd bij godsvereringen. Bovendien heeft dronken worden met een niet-Jood mogelijk tot gevolg dat er ongewenste intimiteiten kunnen ontstaan, althans beoordeeld door de rabbijnen.

Om deze zowel positieve als negatieve redenen is druivensap, met of zonder circa 12 procent alcohol, de enige drank die onder rabbinaal toezicht gemaakt moet zijn. Dit geldt ook voor wijn-azijn. Alle dranken (bepaalde kleur-, geur-, smaak- en conserveermiddelen even daargelaten) zijn per definitie kosjer, tenzij er druivensap in zit. Wijn moet niet alleen in de productie kosjer zijn, ook het uitschenken dient door een Jood te gebeuren. Als de fles door een niet-Jood wordt aangeraakt, betekent dit al dat de wijn niet meer kosjer is. Joden zouden zichzelf niet zijn als ze hier geen praktische rabbinale oplossing voor hadden gevonden: Als de wijn gekookt of verwarmd wordt, dan is het halachisch gezien geen geheiligde wijn meer, en gelden deze strenge wetten niet. Mevushal wijn is het bezopen resultaat.

Op het Joodse carnavalsfeest zijn de rabbijnen in een hevige tweestrijd over hoeveel de Jidden moeten drinken. De ene groep geleerden zegt dat er gedronken moet worden TOT men het verschil niet meer ziet tussen de goede Mordechai en de kwade Haman uit het Poeriem verhaal, de andere stroming (pun intended) neemt het minstens een borrel verder. De viering van het ontvangen van de Tora, Simchat Tora, kan niet zonder enige alcoholische versnapering. Op Pesach moet een ieder vier verplichte glazen wijn drinken. En wat is het jodendom en in het bijzonder Chabad zonder lechajim’s!

Het Jodendom is onlosmakelijk verboden met alcohol en dat is best iets om op te proosten.

Drugs
Hoe zit het met drugs? Op een ‘Ask the rabbi’ sessie op een internationaal studentenweekend in Amsterdam stelde ik eens deze vraag. Drie rabbijnen gaven achtereenvolgens antwoord. De eerste rabbijn gaf aan dat het gebruik ervan allereerst niet in strijd mag zijn met de nationale wetgeving, maar dat als het gebruik Tora leren en het zijn van een goede Jood niet in de weg staat, het niet verboden is. De tweede rabbijn antwoordde wat hem op de Jeshiwa, Joodse leerschool, was geleerd: “Alles dat uit de aarde groeit is kosjer”. De derde rabbijn vertelde dat hem eens was gevraagd welke zegening (bracha) uitgesproken moest worden voor het roken van een jointje. De bracha over besamim, kruiden? “Nee”, had de rabbijn hem geantwoord: “birkat haderech, het gebed voor op reis.”‘

Categorie:

Home » Columns en opinie » Archief Oud-columnisten » Drank en drugs – column Nathan Bouscher