Ego kasjroet – column Yvonne van Gelder

Yvonne van Gelder

Jodendom en spijswetten (kasjroet) zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden maar eigenlijk kent elke religie wel voedselvoorschriften. Wat kasjroet onderscheid is de complexiteit van regels en voorschriften en de prominente rol die ze spelen in het dagelijkse Joods leven. De basis staat beschreven in Tanach maar de Rabbijnse literatuur door de eeuwen heen heeft minstens evenveel invloed gehad op de toepassing van de regels. Ook kent het Jodendom meerdere stromingen met elk weer eigen interpretaties wat zorgt voor een complex stelsel van voedselvoorschriften.

Helaas hebben we ook te maken met lastige tegenstellingen. Tanach geeft tal van voorbeelden van dier en voedseloffers die totaal niet meer van deze tijd zijn, maar benadrukt daarnaast ook het belang rechtvaardig om te gaan met de aarde, het vee en de opbrengsten ervan. De basis van de ecologie is inherent aan het Jodendom als we kijken naar bijvoorbeeld de opdracht het land elke zeven jaar een jaar rust te gunnen. Helaas komt daar door commerciële belangen maar weinig van terecht in de praktijk. De siddoer van het Liberaal Jodendom in Nederland  geeft een ecologische interpretatie van de tweede alinea van het sjama. Een deel hieruit:

‘Het evenwicht tussen mens en natuur mag niet verstoord worden. Hoe rechtvaardiger jullie je opstellen ten opzichte van jullie medemens, hoe beter de natuur en al het geschapene bescherming vinden. Dan zal ik jullie het inzicht en de kracht schenken de harmonie tussen mensen en het evenwicht in de natuur te bewaren’. 

Ik wil geen moralist zijn maar ik vind dit een inspirerende tekst om kritisch naar mijn eigen gedrag te kijken. De tekst is interessant als we kijken naar de problemen waar we de laatste jaren in toenemende mate mondiaal mee te maken hebben zoals voedselschaarste, pandemieën, milieuvervuiling, energietransitie, klimaatopwarming en dreigende tekorten aan schoon drinkwater. Dat zijn uiteindelijk allemaal gevolgen van verstoord evenwicht tussen natuur en mens. 

Inspiratiebron
Ik geloof dat de het Jodendom inspiratiebron kan zijn in hoe duurzaam om te gaan met de aarde, samenleving en schaarste. Niet vanuit de beperkingen die ze ons opleggen maar juist door zuiver te kijken naar het een evenwichtig verdeling van het land en de opbrengsten. 

De laatste jaren hoor ik in het kader van duurzaamheid steeds vaker de term eco-kasjroet. Veelal wordt het gebracht alsof het om iets innovatiefs zou gaan, een nieuwe manier van denken over en benaderen van de Joodse voedselvoorschriften. Kort samengevat staat ecologie voor een duurzame manier van voedselproductie waarbij respect voor lokale natuur en kringloop centraal staan. Allemaal aspecten die je ook in Tanach kunt vinden. Wat mij betreft is de term eco-kasjroet dus eigenlijk dubbelop. Eigenlijk zou ‘kosjer eten’ synoniem moeten staan voor ‘ecologisch eten’.

Maar willen we weloverwogen keuzes maken in wat we eten dan gaat het tegenwoordig om veel meer dan ecologie. We hebben rekening te houden met dierenwelzijn, mensenrechten, CO2-uitstoot, duurzaamheid, microplastics, voedselveiligheid, gezondheid en nog veel meer.

De wirwar aan keurmerken die inmiddels zijn maakt het helaas niet eenvoudiger om de juiste keuze te maken. Eigenlijk leert de hele wereld nu met keurmerken (hechsjers) om te gaan, iets wat het Jodendom al kent sinds er industrieel voedsel wordt geproduceerd. Inzicht in je eigen verbruik in je eigen verbruik is bijvoorbeeld te verkrijgen door af en toe eens een digitale footprint test te doen. Maar inzicht door je footprint te monitoren levert soms ook paradoxen op als het om onze consumptie gaat.

Plofkip
Zo is het vanuit oogpunt van CO2-uitstoot beter een plofkip uit de supermarkt te eten dan een exemplaar van een lokale biodynamische boer maar dit is vanuit dierenwelzijn juist weer onwenselijk. Vanuit dierenwelzijn is het eten van bijvoorbeeld geitenkaas bijna net zo kwalijk als het eten van vlees in het algemeen, immers bokjes belanden direct na hun geboorte bij de slacht omdat niemand ze wil eten en ze dus een afvalproduct zijn geworden. Voorverpakte vleesvervangers zijn diervriendelijk hebben een behoorlijk negatieve impact op het milieu vanwege de verpakking, bevatten onnodig veel vet en zout  en dragen doorgaans niet bij als volwaardige bron van eiwitten.

Als ik bij een Marokkaanse supermarkt een zakje kosjere komijn koop, blijkt die uit Syrië afkomstig en dat land doet het weer niet zo lekker als het om mensenrechten en landbouwgif gaat. En dan heb ik het nog niet eens over bijvoorbeeld gemodificeerde gewassen, kweekvlees, palmolie,  microplastics, overbevissing, schadelijke artificiële e-nummers, bio-industrie enzovoort. De lijst van misstanden in onze voedselketen is lang, veelal ontoegankelijk en gaat helaas soms prima samen met kosjer gecertificeerde levensmiddelen.

In de biodynamische land-en tuinbouw is dat stukken beter geregeld maar dat gaat nog te weinig samen het aanbod van kosjere levensmiddelen. Door zoveel mogelijk terug te gaan naar ecologisch verbouwde regionale grondstoffen en minimaal gebruik te maken van voorbewerkt voedsel hebben we een eco-kasjroet keurmerk ook helemaal niet nodig. Het zoveel mogelijk vermijden van voorbewerkt voedsel is de best denkbare keuze voor onze individuele gezondheid en welzijn van de aarde.

Het is evident dat het optimaliseren van onze voedselconsumptie een proces in van voortschrijdend inzicht. Omdat ik enorm van mooi en lekker eten houdt, betekent dat voor mij constant keuzes maken tussen wat gastronomisch optimaal is en verantwoordelijkheid naar mens en milieu. Ik wordt nog steeds heel blij van een grote pot biologische tachina uit Israël, pure chocolade uit Ecuador of fairtrade koffie uit Ethiopië. Maar het is voor mij niet meer vanzelfsprekend om mijn winkelmandje daar zomaar mee te vullen. En heel incidenteel laat ik me heus nog wel eens verleiden door een minder verantwoorde optie om er dan heel erg van te genieten.

Op het gebied van duurzaamheid maakte ik in mijn volwassen leven een flinke ontwikkeling door. Het begon op mijn achttiende toen ik consequent stopte met vlees te eten. Inmiddels probeer ik zoveel mogelijk plantaardig en lokale producten te eten op basis van onbewerkte ingrediënten. Daarnaast streef ik er zoveel mogelijk naar circulair te leven, te recyclen, fiets of openbaar vervoer te gebruiken en me structureel af te vragen waar mijn gedrag en keuzes duurzamer kunnen. 

Dit alles niet in de laatste plaats om mijn deels vliegende werkzaamheden te compenseren en mijn latente vliegschaamte te camoufleren. Het lijkt me geweldig om ooit klimaatneutraal te kunnen leven maar helaas ben ik daar nog lang niet in mijn stadse bestaan.

Blauwe bessen
Vaak hoor ik opmerkingen dat biologisch eten duurder zou zijn maar dat betwist ik met nadruk. Een pond biologische linzen kost gemiddeld minder dan een ons kosjer vlees en levert een volwaardige eiwitbron voor zes personen. Hetzelfde geldt voor verse groente en fruit uit het seizoen ten opzichte van het hele jaar door blauwe bessen willen eten omdat ze zoveel antioxidanten bevatten. Het gaat erom dat je bewust nadenk over je keuzes en een patroon van vanzelfsprekendheid doorbreekt.

Zo’n twintig jaar geleden had dit alles nog een geitenwollensokken imago, toen werd het hipster-gemeengoed en inmiddels is het steeds meer de norm geworden om je verantwoordelijkheid te nemen ten aanzien van duurzaamheid. 

Tikoen Olam
We kunnen onze beschadigde aarde herstellen door onszelf doelen te stellen op individueel niveau, in het Jodendom heet dat Tikoen Olam. Het wachten op geopolitieke beslissingen duurt vooralsnog veel te lang en er zijn teveel tegengestelde belangen. Op een kritische manier kijken naar ons eetpatroon en de voedselschaarste gaat veel verder dan eco-kasjroet, het is eigenlijk veel meer een kwestie van ego-kasjroet.

Voedsel moet voor mij lekker, gezond en leuk zijn en dat kan, ook binnen de Joodse spijswetten, uitstekend samengaan met duurzaam en verantwoord. De rijke Joodse culinaire traditie gaat juist uit van simpele pure ingrediënten en wat tijd in de keuken en nimmer van industrieel geproduceerd voedsel. We hebben mazzel een grote bron aan oude geschriften te kunnen raadplegen ter inspiratie.

Lees ook:
Een tastbaar symbool – column Yvonne van Gelder

‘Het grootste gedeelte van mijn leven woon ik in de Amsterdamse Rivierenbuurt. De wijk werd in de jaren twintig van de vorige eeuw grotendeels vormgegeven door architect Berlage en kent een rijke Joodse geschiedenis.
Doordat Anne Frank er met haar gezin woonde aan het nabij gelegen Merwedeplein kreeg de buurt ook internationale bekendheid...’

Logo Maror.

Deze column is mede mogelijk gemaakt door Stichting Maror.

Categorie: | |

Home » Nieuws » Ego kasjroet – column Yvonne van Gelder