Film: The Wolf of Wall Street – recensie

Leonardo DiCaprio als Jordan Belfort in The Wolf of Wall Street. Beeld: Paramount Pictures
Leonardo DiCaprio als Jordan Belfort in The Wolf of Wall Street. Beeld: Paramount Pictures

Jordan Belfort maakte in de jaren ’90 furore met zijn bedrijf Stratton Oakmont, een onderneming die in eerste instantie via de telefoon vanuit een oude garage goedkope aandelen probeerde te slijten aan arme mensen. De frauduleuze praktijken waren een lucratieve business en al snel kon Belfort zich met hetzelfde product tot de rijkere clientèle richten om uiteindelijk kantoor te houden op Wall Street. Om de complexiteit van de aandelenmarkt enigszins dragelijk te maken, zorgde Belfort voor het nodige vertier tijdens en na kantooruren. Drugs, drank en hoeren moesten de last van het jagen op Wall Street verlichten. Maar zoals Jordans vader al voorspelde: “one day the chickens will come home to roost”, wat zoveel betekent als: de slechte dingen die gedaan zijn in het verleden, zullen nu voor problemen gaan zorgen.

Belfort werd in 1998 veroordeeld en bracht 22 maanden door in de gevangenis, waar hij niemand minder dan Tommy Chong leerde kennen (de man van de Cheech & Chong films), die ook voor het een en ander zijn straf moest uitzitten. Diezelfde Chong overtuigde Belfort ervan van zijn eigen dood zijn brood te maken en zo werd het boek The Wolf of Wall Street (waarvan eigenlijk nooit echt bewezen is dat de bijnaam daadwerkelijk voor Belfort werd gebruikt), geboren. Leonardo DiCaprio kreeg het boek in 2007 in handen en sindsdien was hij vastberaden het verfilmd te krijgen. Zeven jaar later is hem dat eindelijk gelukt, wat hem meteen zijn vijfde samenwerking met Martin Scorsese opleverde.

Alhoewel fictief, is Gordon Gekko (Wall Street, 1987) wel degelijk verantwoordelijk geweest voor het bon ton worden van hebzucht: “Greed is good,” preekte hij, niet wetende dat mensen als Jordan Belfort de spreuk als een mantra bij zich zouden dragen. The Wolf of Wall Street staat voor hebzucht en op elke mogelijke manier heeft Scorsese geprobeerd het publiek ermee te overvoeden totdat het er van kotst. De film bedient zich van snelle beelden en dito muziek om het tempo ervan gelijk te laten lopen met het hoge levenstempo van Belfort. De beelden gaan vaak te snel om je te realiseren waar je eigenlijk naar zit te kijken. Er is zo veel te zien dat sommige dingen je gewoon ontgaan. En inderdaad, van alles wat je wel ziet, vraag je je af: had ik dit wel willen zien?

De film wordt aangeduid als een misdaadverhaal, drama, komedie en biopic. Allemaal waar, maar het genre waar deze film de meeste aandelen in heeft, is horror. Het huiveringwekkende zit hem vooral in de karakters die stuk voor stuk zijn geobsedeerd door geld, waardoor je langzaam gaat geloven dat er nauwelijks nog oprechte personen in deze wereld bestaan. Leonardo DiCaprio is minstens zo creepy als de meest legendarische filmkillers en ook bij Matthew McConaughey en Jonah Hill staan de duivelse dollartekens in de ogen. De personages die wel goede bedoelingen hebben, krijgen nauwelijks de tijd om die te tonen, waardoor het echt lijkt alsof de hele wereld besmet is met het greedvirus.

Lees hier de rest van de recensie

Categorie:

Home » Cultuur » Film » Film: The Wolf of Wall Street – recensie