Geld over bij vergoeding erfpachtboetes en girogelden

Eberhard van der Laan (foto: K. Rijken)

De gemeente Amsterdam is er niet in geslaagd om het hele bedrag dat zij had gereserveerd voor gedupeerden van de Joodse erfpachtboetes uit te geven. Van de één miljoen euro die de gemeente beschikbaar stelde, is slechts twee ton aan slachtoffers en nabestaanden besteed. Dit blijkt uit het reeds openbaar geworden rapport van de commissie, die in opdracht van de gemeente de terugbetalingen moest regelen. Het gaat om de Joodse gedupeerden die na de Tweede Wereldoorlog een boete moesten betalen over erfpacht die tijdens de bange jaren ’40-’45 niet door hen was betaald.

Verder blijkt uit het rapport dat veel van het geld is besteed aan extra onderzoek en overheadkosten voor de commissie. Deze moest claims op de ten onrechte betaalde boetes in behandeling nemen en stond onder het voorzitterschap van oud-bankier Hein Blocks. In totaal werden er 81 aanvragen in behandeling genomen voor boetes op erfpacht en dertien voor niet opgehaalde tegoeden van de gemeentegiro – geldbedragen op de gemeentelijke giro van Amsterdamse Joden die de Sjoa niet overleefden. Hiervan werden er respectievelijk 49 en zes gehonoreerd. De rest viel niet te honoreren, omdat er sprake zou zijn van onvoldoende bewijs. De gemeente betaalde vooralsnog ruim 61.500 euro uit aan Joden die ten onrechte een geldstraf hadden betaald. Aan girogelden werd 1.329 euro terugbetaald.

Nadat in 2013 een stagiair op het Stadsarchief ontdekte dat de gemeente Amsterdam na de Tweede Wereldoorlog achterstallige erfpachtgelden en -boetes eiste van Joodse overlevenden van de Sjoa, beloofde wijlen burgemeester Eberhard van der Laan (PvdA) dat hij ‘elke cent die in onze zak brandt’ zou terugbetalen. De vraag was hoeveel euro en hoe dit geld zou moeten worden terugbetaald aan de gedupeerde Joden en de Joodse gemeenschap van Amsterdam. Er werd overeengekomen dat Joden die konden aantonen destijds ten onrechte een boete te hebben betaald, zich konden melden bij een aparte stichting. Deze zou hun aanvragen in behandeling nemen. De Stichting Individuele Terugbetalingen Amsterdam zag in 2015 het levenslicht. Tegelijkertijd zou de stichting ook gaan oordelen over de niet opgehaalde tegoeden bij de gemeentegiro, die al eerder aan het licht waren gekomen.

Na de ontdekking in 2013 volgden nog eens jaren van overleg tussen Joodse bestuurders, experts en Amsterdamse gemeenteraadsleden over de ergpachtgelden zelf. Het ging hierbij dus niet over de boetes. In de zomer van 2016 besloot de gemeenteraad om, op voorstel van Van der Laan, tien miljoen euro ter beschikbaar te stellen voor de Joodse gemeenschap. Het zou gaan om projecten en niet om uitkeringen aan individuen, omdat de burgervader van mening was dat dit laatste juridisch moeilijk haalbaar was en er bij de Joodse claimers veel teleurstellingen zouden komen. Hiermee ging Van der Laan in tegen de wens van de Joodse gemeenschap om de tien miljoen euro ook open te stellen voor individuele gedupeerden. Alleen de D66-fractie was voor het toekennen van geld aan individuen, zoals de gemeente Den Haag ook rond erfpacht deed. Op de vergadering waarop het besluit over deze regeling werd genomen, stond D66 alleen.

Momenteel wordt gekeken naar het besteden van de overige gelden aan projecten voor de Joodse gemeenschap. Volgens lokale media zoals Het Parool wordt het bedrag sowieso besteed aan het Holocaust Namenmonument, maar dit is niet correct. Vooralsnog heeft de gemeente alleen geld toegezegd voor het beheer en de opbouw van het gedenkteken, dat langs de Weesperstraat moet komen, maar daarbij werd niet duidelijk of dit geld komt uit de pot van tien miljoen euro van Van der Laan. De gemeente Amsterdam maakt drie miljoen euro vrij voor de realisatie van het monument.

Categorie:

Home » Nieuws » Geld over bij vergoeding erfpachtboetes en girogelden