George H.W. Bush had een ambivalente relatie met de Joodse gemeenschap

wiki

De vorige week overleden Amerikaanse oud-president George H.W. Bush – alias Bush sr. of Bush 41 – had een ambivalente relatie met de Joodse gemeenschap in en buiten de Verenigde Staten. Als vice-president onder president Ronald Reagan bemoeide hij zich met het buitenlandse beleid en kwam het lot van de Sovjet-Joden op zijn pad, maar later weigerde hij in eerste instantie Israël een lening te geven om deze Joden op te kunnen vangen. Ook beschermde Amerika dat land in 1991 tegen de aanvallen van Irak, maar later concludeerde de Bush-regering dat de Israëlische regering inzake het vredesproces weinig terug wilde doen. De bescherming tegen de scudraketten van Saddam Hoessein bleken geen politiek wisselgeld te zijn. Bush sr. werd 94 jaar oud.

Geen kippa
Bush stond bekend om zijn bescheidenheid als het om religie ging. Voor hem was het geloof een private zaak, waar je niet mee te koop moest lopen. Marshall Breger was de hoofdverantwoordelijke van de regering Reagan-Bush in de periode 1981-1989 voor de contacten met de Joodse gemeenschap. Hij herinnert Bush als een man die ‘old school’ was, zo vertelt hij aan JTA. Met Bush bezocht hij in 1984 het National Museum of American Jewish Military History in Washington DC om een aantal nieuwe gedeelten te openen. Op de heenweg op de achterband van de dienstauto bespraken ze wat er ging gebeuren. Er zou een mezoeza worden aangebracht en de vicepresident zou een kippa in ontvangst nemen. Maar Bush gaf aan dat hij het hoofddeksel niet wilde aannemen, uit bescheidenheid.

Breger wees erop dat hijzelf voor de vicepresident een paar ‘camouflagekeppeltjes’ had gemaakt, maar dat maakte het er alleen maar erger op, zo weet hij nu. De liaison had er een paar bij zich. “Ik zei: Je moet een van deze dragen,” aldus Breger. “En hij zei: Ze zullen denken dat ik ze wil paaien.” Het was heel erg tegen Bush’ code om mensen te paaien, vertelt Breger. “Ik zei: ‘Eerst en vooral zullen ze denken dat je bij hen past en als tweede ze zouden graag zien dat je de kippa als geschenk accepteert.” Zijn medewerker gaf Bush te verstaan dat het juist niet erg zou zijn als hij de keppel zou accepteren en zelf een keppel zou dragen; Joden kunnen dit alleen maar waarderen. Met tegenzin zette Bush een van de keppeltjes op zijn hoofd en met het hoofddekseltje ging hij de plechtigheid tegemoet. Ook accepteerde hij de andere kippa. Wel verwijderde hij hem al voordat de plechtigheid voorbij was. Niemand had daar echt erg in.

Sovjet-Joden
Als vicepresident bemoeide Bush zich met de buitenlandse politiek van president Reagan. Hij was immers jarenlang ambassadeur in China en hoofd van de CIA geweest, en wist volgens velen waarover hij sprak. In de jaren tachtig raakte hij in aanraking met actiegroepen die streden voor de rechten van de onderdrukte Joden in de Sovjet-Unie. Indertijd hadden Joden het daar erg moeilijk en kwamen Joden in het westen voor hun noden op. Bush woonde in 1987 een protestbijeenkomst voor de Sovjet-Joden in Washington bij, waarbij 250.000 Joodse en niet-Joodse deelnemers toesprak tegen de onderdrukking van deze Joden in het communistische land. Echter, toen de Sovjet-Unie in 1991 instortte en veel van deze Joden naar Israël wilden emigreren, weigerde de latere president Bush om een lening aan Israël te geven. Door Joodse lobbyisten in Washington werd hij voor ‘antisemiet’ uitgemaakt. Dat hij de Israëli’s eerder had geholpen in hun operatie Solomon, waarin ze 15.000 Ethiopische Joden evacueerden en naar Israël brachten, waren deze lobbyisten mogelijk vergeten. Pas later, in 1992, kwam de lening alsnog van de grond.

Israël beschermen
Bush werd in 1988 tot president gekozen en werd in 1989 geïnstalleerd. Zijn presidentschap zou zich kenmerken door de focus op de buitenlandse politiek. Toen de Irakese dictator Saddam Hoessein in 1990 het naburige oliestaatje Koeweit binnen viel en bezette, kwam Bush in actie. De VS was grotendeels afhankelijk van olie uit de Golfregio en kon het zich niet permitteren dat een dictator als Hoessein met de oliereserves vandoor ging. Mogelijk zou de despoot zijn doorgestoten naar Saoedi-Arabië, waardoor Irak een van de machtigste en rijkste landen in de wereld zou zijn geworden. Bush wilde het risico niet lopen dat Amerika en de rest van de wereld zouden kunnen worden gegijzeld door Hoessein, en bouwde een internationale coalitie op die een troepenmacht in de regio opbouwde. Via de Verenigde Naties werd er een ultimatum tot terugtrekking van Irak gesteld en toen Hoessein zich daar niet aan hield, kwam de coalitie onder leiding van Bush in actie om Koeweit te bevrijden.

Hoessein had vooraf gezworen om Israël aan te vallen met Scud-raketten indien de coalitie hem zou aanvallen, hetgeen tijdens de Golfoorlog ook gebeurde. Samen met Nederland wist Amerika Israël te beschermen door Patriot afweerraketten te plaatsen, die de raketten uit Irak onderschepten. Hoewel de Israëlische premier Yitzhak Shamir (Likoed) zijn dankbaarheid uitspraak jegens de Amerikanen en de Nederlanders, kreeg Bush een jaar later het politiek gezien op de neus. Bush en zijn minister James Baker van Buitenlandse Zaken hadden na de gewonnen Golfoorlog alles in het werk gezet om een allesomvattende vredesconferentie voor het Midden-Oosten op te zetten. Deze werd in 1992 in Madrid gehouden, maar mislukte onder meer vanwege de weigerachtige houding van Shamir, die niets zag in een vredesregeling met de Palestijnen. Bush had gehoopt om knopen door te kunnen hakken en stelde dat de veiligheid van Israël voorop moest staan. Hij en Baker waren dan ook teleurgesteld in Shamir. Wel vormde de conferentie in Madrid de basis voor wat later de Oslo-akkoorden zouden worden. Die werden in 1993 gesloten onder Bush’ opvolger Bill Clinton.

Joodse kiezers
Bush verloor de presidentsverkiezingen van 1992 omdat het hem niet was gelukt om de Amerikaanse economie uit de recessie te trekken. Deze recessie was halverwege zijn termijn ontstaan na jarenlange economische bloei onder Reagen. Ook had Bush in 1988 geen hogere belastingen beloofd, maar moest hij die belofte twee jaar later breken omdat de begroting van de Amerikaanse overheid anders niet langer houdbaar zou zijn. Bush betaalde er electoraal in 1992 de prijs voor en verloor van de Democraat Bill Clinton. Bij veel Republikeinse kiezers van Joodse komaf had hij eveneens afgedaan. Nog geen derde van het aantal Joden dat vier jaar daarvoor op hem had gestemd, gaf zijn stem in 1992 aan Bush.

Na zijn presidentschap accepteerde Bush zijn lot en zette hij zich nog jarenlang in voor de Amerikaanse samenleving. Met Clinton bouwde hij een vriendschap op en samen reisden ze voor de VS naar rampgebieden om de Amerikanen te overtuigen donaties te doen voor de getroffenen aldaar. De laatste jaren leed Bush aan de ziekte van Parkinson en zat hij in een rolstoel. Het weerhield hem er niet van om actief te blijven en om op zijn negentigste verjaardag een parachutesprong te maken. Bush overleed op 94-jarige leeftijd in zijn woonplaats Houston. Deze week is hij begraven op het terrein van zijn presidentiële bibliotheek in dezelfde stad, naast zijn reeds overleden vrouw Barbara Bush. Zij stierf in april op 92-jarige leeftijd.

Categorie: |

Home » Nieuws » George H.W. Bush had een ambivalente relatie met de Joodse gemeenschap