Joodse achtergronden: verwarring alom! (11)  

Joodse achtergronden
HV

‘Met enige regelmaat gebeurt het dat ik met iemand in gesprek raak en dat degenen zegt: “Nee hoor, ik ben helemaal niet Joods”. Als je dan wat doorpraat komt er plotseling: “Nou, weet je, de moeder van mijn moeder, mijn oma, die was wel echt Joods”.

Mijn gesprekspartner beseft dan niet dat hij of zij volgens de halacha (Joodse wet) toch echt wel Joods is. Het Jodendom gaat immers over via de vrouwelijke lijn.

En dan ben je opeens Joods
Wel of niet ‘Joods’ zijn speelt met enige regelmaat ook in Joodse detectives en thrillers een rol. Dat kan gaan op de wijze zoals hierboven beschreven. Peter Decker (Faye Kellerman) is ervan overtuigd dat hij uit een doopsgezind (baptist) nest komt (zie ook deel 5). Hij weet dat hij geadopteerd is, maar gaat ervan uit dat zijn adoptiegezin in religieuze zin niet afwijkt van die van zijn biologische ouders. Hij komt er echter achter dat hij een kind is van een orthodox-Joodse vrouw die zich gedwongen voelde hem af te staan om de schande voor de familie te voorkomen,. Decker hoeft niet meer ‘uit te komen’ (Joods te worden) om een aanvaardbare partner te worden voor de orthodox-Joodse weduwe Rina Lazarus.

Interessant in een aantal Joodse detectives is dat het ook anders kan.

En dan blijkt het toch anders dan je dacht
‘Ordinary Heroes’ van Scot Turow is het verhaal van een zoon, Stewart Dubinsky, die op zoek gaat naar de oorlogsgeschiedenis van zijn vader. De vader, David Dubin, heeft in WO II in het Amerikaanse leger gediend, maar is na de oorlog voor de militaire krijgsraad gedaagd.

Stewart’s moeder wil de geschiedenis het liefste laten rusten. Zij is een Poolse Jodin die het werkkamp Balingen heeft overleefd en met David mee is gekomen vanuit Duitsland. In Amerika is zij als oprichtster en directeur van een Joodse hulpverleningsorganisatie prominent binnen de Joodse gemeenschap van Kindle county.

David Dubin, komt uit een Joods socialistisch gezin, dat weinig aan Jodendom deed. Zijn grootouders zijn gevlucht uit Rusland en spreken Jiddisch. Zijn vader is schoenmaker. David kan goed leren, gaat naar de universiteit om rechten te doen en verandert zijn naam van Dubinsky in Dubin. Hij voelt zich meer Amerikaan dan Jood. Hij verlooft zich met een niet-Joods meisje uit een welgesteld gezin en meldt zich aan bij het leger, waar hij bij de juridische afdeling komt die Generaal Patton volgt in zijn strijd om de Duitsers uit bezet gebied te krijgen.

David krijgt opdracht om Robert Martin gevangen te nemen. Martin is een held, een oud-Spanje strijder en een verzetsstrijder die samenwerkt met het Amerikaanse leger. Hij organiseert met een verzetsgroep acties tegen de Duitsers. Hij is tegelijk een ‘Pain in the ass’ voor de Amerikanen. Hij negeert opdrachten en brengt met zijn acties militaire manoeuvres in gevaar.

David zoekt Martin op. In de groep van Martin zit een jonge Poolse vrouw, Gita Lodz, die de armoede en het communistisch regime is ontvlucht en naar Frankrijk is vertrokken. Gita is de dochter van een alleenstaande vrouw die een deel van haar inkomsten haalde uit amoureuze affaires met mannen. Gita is opgevoed in een wijk waar veel Joden woonden en kent de Joodse gebruiken en gerechten. Ze kent zelfs wat Jiddisch. David wordt verliefd, maar raakt Gita en Martin in het strijdgewoel kwijt. Aan het eind van de oorlog vindt hij hen beiden in het werkkamp Balingen. David laat, uit liefde voor Gilda, Martin lopen en wordt gearresteerd. Nog in Balingen trouwt hij Gilda Rossner.

Als Stewart zijn onderzoek naar de oorlogsgeschiedenis van zijn vader heeft afgerond komt hij tot een schokkende conclusie: Gilda is Gita en dus niet Joods. Hij zelf, als zoon van Gilda en David, heeft weliswaar een Joodse achtergrond, een Joodse vader, maar is niet –zoals hij altijd dacht- halachisch Joods.

Het kan nog anders lopen!
Het kan echter nog een stap verder! In ‘The Forgotten’ van de al eerder genoemde Faye Kellerman wordt de sjoel van Rina Lazarus en Peter Decker beklad met antisemitische en nazistische leuzen, swastika’s etc. Rina, dochter van vervolgingsslachtoffers is diep geschokt en begint meteen het opknappen van het gebouw te coördineren. Peter gaat op zoek naar de dader(s). Het spoor leidt naar Ernesto Golding, een jongen van 17 uit een rijk, links, gezin. Het vreemde is dat de grootvader een overlevende van Treblinka is. Ernesto is gaan twijfelen aan de achtergrond van zijn grootvader. Voor een werkstuk is hij in de papieren gedoken en vond inconsistenties. Hij vond foto’s van doden in Treblinka en is ervan overtuigd geraakt dat zijn opa een nazi was. Decker zorgt dat hij niet te erg gestraft wordt. Deel van zijn straf is therapie en -in dat kader- een therapeutisch zomerkamp. In het zomerkamp worden Ernesto en zijn therapeut vermoord.

Rina belooft de vader van Ernesto de zaak van zijn vader uit te zoeken. Ze vind een overlevende van Treblinka. Die zegt dat een Poolse jongen, met gevaar voor eigen leven, foto’s heeft gemaakt en ‘erzatz’ brood (namaak brood) naar de kampbewoners heeft gegooid. Een ‘minor hero’.

De grootvader heeft -om welke reden dan ook- de identiteit van een vermoorde jood aangenomen. De familie Golding, die niets met religie had, maar wel dacht dat zij een Joodse achtergrond hadden, blijkt dus helemaal niets Joods te hebben!

Es ist schwer zu sein a Jid!

Joodse detectives
Vuijsje

Volgend deel: 16 juni 2016
Deel 12: The End: ‘Joodse’ ontknopingen’

Categorie:

Home » Cultuur » Boeken » Joodse achtergronden: verwarring alom! (11)