Jacobs’ Chanoeka-toer, dag 2: Maastricht

IPOR

‘Imposant! We lopen vanuit de parking Vrijthof naar de Markt. En daar staat hij: de grootste kosjere Menora ter wereld, met als achtergrond het historische stadhuis van Maastricht. De dranghekken en de stoelen staan al klaar. De bussen uit den lande schijnen al aangekomen te zijn. Een aantal vrijwilligers is het stalletje met soefganiot en koffie aan het opzetten, terwijl een groep meisjes van een middelbare school in Bunssum met mij op de foto wil. Ik ben vanaf vandaag gestopt met het eten van soefganiot. Een baard en een soefgania gaan gewoon niet samen vanwege de naar buiten vloeiende plakkerige en akelig zoete jam. Het koor dat prachtig heeft gezongen, was geweldig. In het NRC werd dit koor gepromoveerd tot het Joodse mannenkoor. Kennelijk was het het NRC ontgaan dat alle koorknapen seminaristen waren die in Blankenburg in een klooster wonen. Maar uit hun monden een scala aan Israëlische liederen!

Bijzonder was de eendracht: de RK-kerk, moslims. Joden….. Allen waren aanwezig! Aanwezig in saamhorigheid. De twee lichtjes brandden en deden ons even de ons omringende samenleving vergeten. Hienee ma tov oemanajim sjewet achiem gam jachad – hoe mooi is het dat we als broeders en als zusters mogen samen zitten, schalde het door de bijna duizend aanwezigen. Zang, korte toespraken en het aansteken van de twaalf meter hoge menora. Alles aan elkaar gepraat door de master of ceremony, mijn IPOR-bestuurssecretaris, Brigitte Wielheesen. Overigens wemelde het van de honorair consuls: ik heb er bijna vier geteld! De diverse aanwezige journalisten waren geen van allen echt geïnteresseerd in de prachtige vredesboodschap die de twee vlammetjes uitstralen. Neen, zij hoorden liefst zoveel mogelijk over beveiliging en angsten!

En toen was het weer voorbij, de chanoeka lichtjes brandden, ieder was welkom geheten, het programma was keurig op tijd begonnen en op tijd ook geëindigd. En daar stonden we dan op de Markt, met een goed gevoel en met de vraag: wat nu? En terwijl ik mijzelf die vraag stel, komt een man op me af. Hij weet pas sinds twee jaar dat hij Joods is en hij wil zich als een Jood gedragen. Maar zijn niet-Joodse vrouw ziet dat niet zitten. Zij had voor hem gekozen toen hij nog ‘gewoon’ was. Een ijzige stilte dringt bij mij binnen. En terwijl ik de hand van de Joodse man die niet wist dat hij Joods was, blijf vasthouden, komt een ander zich aan mij voorstellen. Het betreft een Jood die nog nooit in sjoel is geweest. Tot zijn zevenstigste wist hij eigenlijk niet dat zijn duikouders zijn ouders niet waren. Langzaam komt hij terug naar zijn wortels. Zijn vrouw steunt hem als geen ander. Maar meekomen op Chanoeka naar de grote menora, dat durfde hij nog niet. En dit jaar, na een paar jaar rust, was hij dan voor het eerst bij een bijeenkomst rondom de Menora! Hij hoorde een beracha (zegen) zeggen. Hij zong mee met de meute het Ma’oz Tsoer.

Ja, er waren een kleine duizend aanwezigen. Maar voor mij waren die twee aanwezigen, die beiden overweldigd werden met zoveel Jodendom, die beiden vochten voor hun moeizame posities, die twee hadden mijn avond gemaakt!’

Categorie:

Home » Nieuws » Religie » Jacobs’ Chanoeka-toer, dag 2: Maastricht