‘Joodse erfpachtlijst deugt niet’ – Eric Slot

Erfpachtlijst
Eric Slot

De afwikkeling van de kwestie Joodse erfpachtgelden heeft Amsterdam veel minder gekost dan was voorzien, meldde Het Parool op 23 juni jngstleden: slechts ruim 61.500 euro.
Het staat er alsof dat goed nieuws is. Maar de gemeente moet zich doodschamen.

Het verhaal is bekend. Joodse eigenaren van woningen op erfpachtgrond die in de oorlog een achterstand in betaling van de erfpacht hadden opgelopen kregen een naheffing, soms vermeerderd met een boete. Verblijf in onderduik en/of vernietigingskamp werd niet als excuus aanvaard.
In 1947 besloot de gemeente die boete te halveren. Maar vijftig procent werd niet zomaar teruggestort, nee: men moest zelf restitutie aanvragen. Dat leverde zo’n driehonderd restitutiedossiers op, die in 2013 via Het Parool weer boven water kwamen. Amsterdam liet het NIOD de zaak onderzoeken. Conclusie: Amsterdam was kil en bureaucratisch geweest.

Het kil geïnde bedrag aan erfpacht lag volgens het NIOD tussen de vijf en tien miljoen euro. De raad stelde daarop tien miljoen beschikbaar voor compensatie van de erfpacht en 820.000 voor compensatie van de boetes.
De vergoeding voor de erfpacht zou collectief worden gerestitueerd, die voor de boetes individueel. En over die 820.000 gaat het hier. De Stichting Individuele Terugbetaling Amsterdam (ITA) liet weten ‘alles in het werk te stellen om zoveel mogelijk gedupeerden te bereiken’ en publiceerde een lijst met namen van rechthebbenden.

En daar ging het mis.

Om te beginnen: geen voornamen (alleen initialen) en geen geboortejaar. En niet de betreffende woning.
Maar wie is J. Cohen? Ik ken er wel een, maar hij is het niet.
En dan waren die voorletters vaak nog verkeerd ook. C. Spijer-Dwinger moet zijn K. Spijer-Dwinger. Sommige achternamen waren bovendien fout gespeld. Spijer of Speyer in plaats van Speijer. En zo voort.
Van Daubring? De naam bestaat niet eens.

Maar dat was nog niet het ergste. Erger is dat er namen op stonden van mensen die er niet op thuishoorden. Neem E.J. Cool. Eduard Johan Cool was directeur van de Nederlandse Middenstandbank en betrokken bij de Landelijke Hypotheekbank, die in 1943 door de bezetter werd opgericht om… het niet-Joden makkelijker te maken onteigende Joodse panden te kopen.

Wie verantwoordelijk is voor de samenstelling, is onduidelijk. Het NIOD verwees mij naar ITA, wat me onjuist lijkt. Het NIOD had moeten weten wie Cool was. En trouwens ook wie Ewald Weierhaus was. Zijn naam klinkt misschien Joods, maar de bezigheden van deze Duitse fabrikant uit Honnef in Amsterdam doen vermoeden van niet. Zoveel Joodse Verwalters waren er tenslotte niet. Weierhaus was de man die het gestolen huis van Jacques Lopes Cardozo kocht.

Maar misschien hebben de nazaten van Klemens Joseph Caris het toch geprobeerd. Caris (1904, Düsseldorf) woonde per september 1942 op de derde verdieping van het (gestolen) pand dat hij had gekocht: Schubertstraat 42. Hij was koopman in koffie en had een paspoort met foto voor heel Europa. Dat hadden niet zoveel Joden. Caris was oorlogswinstmaker. De sieraden en de 25 schilderijen die na de oorlog bij hem werden gevonden, waren dan ook niet van hem. Hij keerde terug naar Duitsland.
Of de nazaten van een directeur van de Nederlandsche Bank die in 1944 naar Wierden verhuisde.

Langzaamaan wordt duidelijk wat is misgegaan.

In 1947 heeft het verantwoordelijke Grondbedrijf op basis van die driehonderd dossiers een lijst samengesteld. Achter elke naam staat vermeld of degene wel of geen halvering werd toegestaan. Het NIOD heeft van die lijst klakkeloos de namen overgenomen van hen die restitutie kregen.

Maar die lijst zit vol fouten. Daar staan namelijk ook niet-Joden op. En foute Duitsers. En foute Nederlanders. Wist het Grondbedrijf veel.

Maar zelfs dat is niet het ergste. Nog erger is dat er ook Joden ten onrechte niet op staan.

Abram Szanowski (Lodz, 1907) werd bij de razzia die tot de Februaristaking leidde opgepakt en stierf op 10 oktober 1941. Zijn vrouw Gitel Goldblum overleefde, maar zij was na de oorlog niet onmiddellijk in staat de erfpacht te betalen. Het Grondbedrijf hield het op eigen nalatigheid. Maar in andere gevallen vond het Grondbedrijf een achterstand ontstaan na de oorlog geen bezwaar.

En waarom ook?

Los daarvan: wat vindt Amsterdam nu? Daar ging het om! Nog steeds eigen schuld dikke bult? Nadat ik de Stichting ITA had gevraagd wat die Cool op de lijst deed, werd een tweede versie van de lijst gepubliceerd. Met een enkele verbetering – en additionele fouten. In dat licht bezien is 61.500 euro nog veel.
En ze wisten het, daar op het stadhuis. Al sinds 2013, nog voor het NIOD begon. Alleen bleek het uiteindelijk erger dan gevreesd.

Ze wisten ook dat het mogelijk was om de lijst van het Grondbedrijf te controleren, corrigeren en aan te vullen. Waarom is dat niet gedaan?

Zeker 49 aanvragen werden gehonoreerd, na aftrek van wat niet deugt nog geen kwart van het totaal.

Gelukkig had het Grondbedrijf de opa van Willem Endstra al geschrapt.

Eric Slot is onderzoeksjournalist en schreef onder meer ‘De dood van een onderduiker: Louis van Gasteren en de waarheid‘ en ‘Met groot verlof – Liquidaties in crimineel Nederland‘. Ook de ‘Moordatlas van Amsterdam’ is door Slot geschreven.

Categorie:

Home » Columns en opinie » Gastcolumns en blogs » ‘Joodse erfpachtlijst deugt niet’ – Eric Slot