Judith Meijer gaat haar droom achterna – interview

GrL

JMW-directeur Judith Meijer verraste in oktober 2020 vrijwel iedereen in haar omgeving door haar vertrek aan te kondigen. In 2021 gaat ze werken in het buitenland en daarmee zal een lang gekoesterde wens in vervulling gaan. Meijer kijkt terug op ruim drie enerverende jaren bij JMW, waarin ze moest saneren maar mede daardoor ook weer met haar team vooruit kon kijken. De Joodse zorgorganisatie is nu bestendig voor de toekomst, aldus de vertrekkend directeur, die heeft moeten herbronnen. “We hebben ons de vraag gesteld: waarom is JMW op aard? We zijn er niet alleen voor Holocaust-survivors, maar voor de gehele Joodse gemeenschap.”

Waarom gaat u JMW verlaten?

“Omdat ik een mooie, nieuwe uitdaging heb gekregen op Saba. En er was echt nog wel een mooie toekomst bij JMW en ik heb mede daarom ontzettend met deze keuze geworsteld. In mijn carriere is het er nooit van gekomen om een stap naar het buitenland te maken. Ik ben nu 62 jaar en kwam op een nu of nooit-situatie. Het is een droom die je vanaf een jaar of achttien hebt. Dan denk je: als ik later nog eens groot ben, dan wil ik dat doen. Er was op Saba een vacature waar ik op gewezen werd door een van mijn vrienden. Zelf was ik op dat moment niet actief op zoek, maar zij kennen mijn droom.”

Wat gaat u op Saba doen?

“Ik word daar directeur van de organisatie die de gezondheidszorg op heel Saba regelt. Het gaat om een verpleeg- en verzorgingstehuis dat er voor zowel dementerende ouderen als mensen met een fysieke en mentale handicap is. Maar ook is de organisatie verantwoordelijk voor de huisartsenzorg en de ambulante wijkverpleging. Ik geloof dat ik straks ook de vaccinatie tegen corona mag gaan begeleiden. Daarin moeten we veel samenwerken. Bij JMW heb ik altijd gezocht naar samenwerking en daar ben ik een warm voorstander van. In Joods Nederland, maar ook in Nederland als geheel, is het zorgcircuit versnipperd en op Saba is dat op het eerste gezicht niet zo. Inhoudelijk ben ik er dus nieuwsgierig naar hoe het daar werkt.”

Saba is ver weg, u vertrekt niet alleen uit JMW maar ook uit Nederland.

“Ja, ik ga emigreren. Het voelt leuk en spannend tegelijk. Over een week stap ik in het vliegtuig en dus wordt het nu wel heel spannend en komt alles ineens erg dichtbij. Ik zie het als een avontuur en dat vind ik erg leuk. Bij JMW stapte ik ook niet in een gespreid bedje. Het zijn omstandigheden die mij aantrekken. Ik heb gehoord dat het zowel op het eiland zelf als in de organisatie goed geregeld schijnt te zijn. Ze hebben een huis en een auto voor me geregeld. Tegelijkertijd moet ik opnieuw gaan kijken, luisteren en onderzoeken hoe die organisatie echt in elkaar zit. Ik ga kennismaken met de mensen en bezien hoe we het geheel verder kunnen uitbouwen.”

Is daar veel corona?

“Het eiland zit best wel op slot. Ze laten weinig mensen toe om corona te weren. In totaal zijn er iets van drie coronapatiënten geweest. Wel ben ik erg benieuwd naar wat het virus heeft gedaan met de gemeenschap. Saba is toch afhankelijk van het toerisme. Er is meer armoede dan in Nederland en er zijn allerlei logistieke uitdagingen. Ze zijn totaal afhankelijk van toevoer. Het probleem dat we vorige week hebben gezien in Dover is op Saba voortdurend aanwezig. Er is geen ziekenhuis, maar wel een klein gezondheidscentrum, en er worden bepaalde artsen en specialisten altijd ingevlogen. Dat zal een uitdaging zijn. Maar er zijn meer uitdagingen. Kijk naar het borstkankeronderzoek. Net als in Nederland heeft het op Saba stilgelegen en net als hier willen ze dat daar weer oppakken. Maar de mammograaf [de machine waarmee op borstkanker wordt gecontroleerd, KR] staat op Sint Maarten, het buureiland. We moeten dus nog zien hoe de mensen in- en uitgevlogen kunnen worden.”

Heeft Saba een Joodse gemeenschap?

“Ik heb begrepen dat er enkele Joden wonen en die wil ik natuurlijk opzoeken. Na mijn werk bij JMW heb die belangstelling voor het Joodse leven extra meegekregen. In september ben ik ook begonnen aan een sociaal-psychologisch promotie-onderzoek naar de veerkracht van de Joodse gemeenschap, en de wisselwerking met individuele veerkracht.”

Dit is een mooi project, maar kwam uw vertrek bij JMW vrij plotseling.

“Bij JMW zat ik op een leuke plek, had ik het naar mijn zin en was ik met iedereen ook met goede dingen bezig. Mijn aankondiging te vertrekken kwam als een donderslag bij heldere hemel. Zowel binnen als buiten JMW was het zoiets van: ‘Huh? Wat gebeurt hier nu?’ Veel mensen wilden niet dat ik zou weggaan, maar als ik het vertelde, dan begrepen ze het uiteindelijk wel en zeiden ze vaak: ‘Ik zou ook die keuze maken. Heel jammer voor JMW, maar heel fijn voor jou’. Ja, ik heb veel lieve, aardige en mooie reacties van mensen gehad.”

U bent ruim drie jaar geleden aangetreden. Wat trof u bij JMW aan?

“De zeventigjarige geschiedenis van JMW is lang en rijk, en heeft verschillende kanten. Ik wist dat ik ging doorwerken op schouders van mensen die er met hart en ziel hebben in gezeten. Er was een goed netwerk aan cliënten, namelijk de Sjoa-overlevenden en de oudere generatie, waar JMW een veilige en vertrouwde plek voor is. Aan de andere kant was JMW drie jaar geleden een organisatie die op dat moment in vertwijfeling was. Vlak voor mijn komst was al besloten dat we gingen stoppen met het zelf aanbieden van Joodse thuiszorg. JMW leed er zwaar verlies op en ook waren de regels van de zorgverzekeraars steeds strenger geworden, onder meer omdat het aantal cliënten in de loop der jaren gekrompen was we niet meer goed aan alle regels konden voldoen. De administratie kostte bijna meer energie dan de uitvoering van de Joodse thuiszorg. Door hiermee te stoppen konden we onze aandacht richten op die hulp en diensten, die we nog wel goed konden bieden.”

U trof echter ook een plek aan die moest bezuinigen. Hoe heeft u dat aangepakt?

“Met het stoppen van de Joodse thuiszorg werd er al een grote slag gemaakt. Gelukkig konden alle uitvoerende thuiszorgmedewerkers over naar zorgorganisatie Cordaan. Helaas hebben we voor een deel van de staf afscheid moeten nemen. Dat was voor die medewerkers en hun collega’s een zware tijd, want sommigen hadden al jaren bij JMW gewerkt. De jaren erna is verder bespaard op de staffuncties, bijvoorbeeld door medewerkers die met pensioen gingen slechts gedeeltelijk te vervangen. En alle uitgaven hebben we onder het licht gehouden met de vraag: ‘Kan dat goedkoper?’.”

Hoezo?

“Nou, denk aan je eigen huishoudboekje. Als je weet wat er binnenkomt en uitgaat, dan kun je er veel beter op sturen en dus ook op besparen. We zijn bijvoorbeeld naar goedkoper drukwerk gegaan, maar vooral naar goedkopere ict en naar meer digitalisering gegaan. En je blijft bij iedere nieuwe stap nadenken over wat de goedkoopste en meest efficiënte weg is.”

Goed. Op een gegeven momenten was het grote snoeien voorbij. U kon toen gaan bouwen aan iets nieuws. Hoe zag dat eruit?

“Het bouwen was zorgen dat er weer perspectief komt. We hebben ons de vraag gesteld: waarom is JMW op aard? We zijn er niet alleen voor Holocaust-survivors, maar ook voor de gehele de Joodse gemeenschap, voor mensen van nul tot 120 jaar. Ten tweede zijn we veel samenwerkingsrelaties met andere Joodse en niet-Joodse partijen aangegaan. Ook zijn we gaan kijken naar het dienstenpakket. Paste ons aanbod nog wel bij wat individuen in de gemeenschap nodig hebben? Een van onze maatschappelijk werkers is in Den Haag is wandelcoach geworden en daar is nu veel vraag naar. Je moet ook testen wat wel en niet landt. Soms moet je dingen uitproberen. We zijn onlangs met beeldende therapie en online therapie in het Ivriet begonnen. Dat begint nu te lopen. Er we hebben ons de vraag gesteld: Zit een jongere van dertig te wachten op wat wij aanbieden?”

Waarom had u deze vragen?

“Onze marketing en pr was niet heel eigentijds, laat ik dat maar voorzichtig uitdrukken. We hebben een onderzoek gedaan wat JMW bij partners en de doelgroepen oproept. Onze organisatie werd onder Joodse jongeren vooral gezien als ‘ja, dat JMW is voor mijn opa en oma, maar niet voor mij’. Ook wisten veel mensen niet goed wat we deden. Als je nieuwe mensen wil benaderen, dan heb je een probleem. We zijn daarom beter gaan communiceren en ook hebben we een gericht kanaal ontwikkeld voor jonge mensen die zich niet direct aangesproken voelen door JMW. Daarmee was Freyda geboren.”

Freyda?

“Freyda is een Jiddische meisjesnaam, die staat voor vreugde en vrijheid en zodoende hebben we daarvoor gekozen. En als je een nieuwe naam kiest, moet je niet een naam kiezen die al door veel mensen wordt gebruikt. We zijn nu net met Freyda begonnen. De naam staat voor vrij en waar wij voor staan, en gaat ook over Joodse indentiteit. Dit project creëert ruimte om te discussiëren, te twijfelen en grenzen op te zoeken. Dat doen we door te inspireren en motiveren, zonder te oordelen of te sturen. Daarbij delen we onze eigen kennis en ervaring, maar ook de inzichten, ervaringen en verhalen van anderen.”

U heeft Freyda in september gelanceerd. Hoe loopt het nu?

“Alle JMW-medewerkers werken ervoor en dit is gewoon een communicatiekanaal voor de jongere doelgroepen. Het is al aardig aan het lopen. Het aantal bezoekers op de site begint te groeien en de social media wordt steeds meer benut. Ook beginnen we zelf te snappen wat we via Freyda en via JMW moeten communiceren. Volgend jaar bestaat de organisatie 75 jaar. Dan willen we het nieuwe kanaal nog duidelijker gebruiken in onze communicatie, natuurlijk. Naast Freyda en JMW hebben we nog een aantal andere deelprojecten zoals Lev!, een dagbestedingscentrum voor Joodse ouderen, en Tsavta, een sociaal platform voor Israëliërs in Nederland. En we hebben De Benjamin nog, ons kwartaalblad.”

Wat heeft u bij JMW bereikt waar u het meest trots op bent?

“Ik heb het vertrouwen gekregen van zowel de Raad van Toezicht als de medewerkers voor het opzetten van deze plannen. Ik ben erg tevreden dat we samen onderweg zijn gegaan met het vertrouwen en de steun van mensen in en dichtbij onze organisatie. Van anderen hoorde ik dat mensen erg tevreden zijn met wat ik bij JMW in de afgelopen drie jaar heb bereikt. We hebben nu een nieuw soort fundament. Er wordt weer gekeken naar JMW en we zijn opnieuw een solide organisatie waar draagvlak voor is, zowel binnen als buiten. Daar ben ik ongelofelijk blij mee.”

Gaat u uw opvolger, mevrouw Weerts, nog inwerken?

“Zij is pas net benoemd en op 4 januari begint ze aan haar taak. Ik ben dan al gestopt bij JMW, maar uiteraard zal ik haar bijstaan wanneer ze dat nodig heeft. Er is ook best veel kennis binnen onze organisatie zelf, dus de kennisoverdracht en de voortgang hangt niet alleen van mij af. Ik heb vertrouwen in wat er komen gaat en denk echt dat er voor JMW een goede toekomst ligt. Het is een mooie, betekenisvolle organisatie voor Joods Nederland en de samenleving als geheel. Met trots kan ik zeggen dat ik voor JMW gewerkt heb.”

Lees ook:
Margo Weerts nieuwe directeur Joods Maatschappelijk Werk

JMW krijgt een nieuwe directeur. Haar naam is Margo Weerts en per 1 januari gaat ze aan de slag bij de Joodse zorgorganisatie. Ze volgt vertrekkend directeur Judith Meijer op, die onlangs een nieuwe baan accepteerde in het Caraïbische deel van het koninkrijk. 

Categorie: |

Home » Nieuws » Judith Meijer gaat haar droom achterna – interview