Manfred Gerstenfeld: ‘De werkelijke situatie is juist nog erger dan ik meestal aangeef’

YouTube

De Nederlands-Israëlische analist en publicist Manfred Gerstenfeld ontving afgelopen zondag in Montreal de Lion of Judah Award voor zijn omvangrijke werk als expert op het gebied van het hedendaags antisemitisme. Die eer viel hem te beurt tijdens een groot opgezet gala, georganiseerd door het Canadian Institute for Jewish Research (CIJR). Gerstenfeld is de eerste Nederlander die de prijs in ontvangst mag nemen. Hij is de auteur van zo’n twintig boeken over antisemitisme en aanverwante onderwerpen en hij publiceerde veel opiniestukken. Vanuit zijn appartement in Jeruzalem stond Gerstenfeld uitgever René van Praag te woord.

Steeds weer luidt u in uw artikelen de noodklok en signaleert u oplaaiend antisemitisme. Overdrijft u om het debat aan te wakkeren, het thema te agenderen, of is antisemitisme werkelijk een groeiend probleem, bijvoorbeeld concreet in Nederland?

“De werkelijke situatie is juist nog erger dan ik meestal aangeef. Dat is een techniek die ik als consultant geleerd heb. Als je kritiek krijgt heb je dan nog wat feiten achter de hand om je gelijk te bewijzen.”

Terwijl enkele decennia terug Nederland als één blok achter Israël stond, is daar inmiddels weinig van over. Hoe heeft het klimaat zo snel kunnen omslaan?

“Het heeft enkele decennia geduurd, maar het antisemitisme is al meer dan duizend jaar verweven met de Europese cultuur. Terwijl de Europese cultuur zich ontwikkelde veranderde de aard van het antisemitisme mee. De Sjoa heeft twee consequenties gehad: het heeft enkele tientallen jaren het klassieke antisemitisme onderdrukt maar het heeft ook de weg bereid voor een maatschappelijk minder beladen antisemitisme: het anti-Israëlisme. Eerst was er het religieuze antisemitisme, daarna het etnisch-nationalistische antisemitisme tegen het Joodse volk en nu is er het schijnbaar onschuldige antisemitisme tegen de Joodse staat.”

De helft van de Israëlische bevolking heeft een hekel aan Netanyahu. Dan is het toch legitiem dat bepaalde Nederlanders daar net zo over denken, ongezouten kritiek hebben op de politiek van Israël? Toch meent u dat veel kritiek op Israël niet meer is dan gecamoufleerde Jodenhaat. Is dat wel een houdbare stelling?

“Mijn boek over het anti-Israëlisme, The War of a Million Cuts, bewijst die stelling meer dan vierhonderd pagina’s lang. Volgens een studie van de Universiteit van Bielefeld uit 2011 denken 38 procent van de volwassen Nederlanders dat Israël een vernietigingsoorlog voert tegen de Palestijnen. Dat betekent dat er vijf miljoen hersenloze Nederlanders zijn. Als Israël de Palestijnen zou willen vernietigen zou dat toch in een paar jaar al lang gebeurd zijn?”

In uw boek ‘Het Verval’ citeert u Frits Bolkestein die zegt dat hij geen toekomst ziet voor Joden in Nederland, voor zover ze zich herkenbaar als Joden in de maatschappij manifesteren. We zijn weer negen jaar verder. Is het tij nog te keren?

“Bolkesteins woorden hebben destijds enorm opzien gebaard. Een aantal politici zei dat Nederland dit niet mocht laten gebeuren. Er is echter niets van betekenis ten goede veranderd. Er zijn indicaties dat de angst onder Joden is toegenomen. Langzaam maar zeker vermindert de bewuste kern van het Nederlandse Jodendom. Bijvoorbeeld: het Joodse ziekenhuis is opgegaan in een algemeen ziekenhuis en het Amsterdamse Joods bejaardenhuis is in niet-Joodse handen gekomen. Een verbod op Joods ritueel slachten was bijna wet geworden en heeft het alleen in de Eerste Kamer niet gehaald. In de Tweede Kamer was er een meerderheid.”

Terwijl u dus zo pessimistisch bent over de toekomst van het Jodendom in Nederland heeft u recent, samen met co-auteur Wendy Cohen-Wierda, een oral history-boek gemaakt over de Joodse jeugdbewegingen in Nederland uit de jaren direct na de Tweede Wereldoorlog. Dat boek, Veerkracht, laat zien dat u en de andere Joodse jongeren die in die tijd in Nederland woonden met weemoed aan die periode terugdenken. Heeft u een haat-liefde-verhouding met Nederland?

“Ik ben een zeer rationeel iemand, anders kun je ook niet slagen als analist in het grote bedrijfsleven. Zo’n raad van bestuur van autofabrikant Fiat of bij AKZO, ik heb voor beide gewerkt, zitten niet te wachten op een emotioneel advies. Die willen objectieve op feiten gebaseerde analyses en aanbevelingen. Nederland is op een beduidend aantal punten die ik belangrijk vind zeer ten ongunste veranderd, dat neemt niet weg dat ik bijvoorbeeld de nieuwe Amsterdamse Noord-Zuid-lijn bijzonder geslaagd acht.”

Is ‘Veerkracht’ in zekere zin een im memoriam voor het Nederland van toen, het Nederland waarin u volwassen bent geworden, de naoorlogse jaren waarin het antisemitisme even voor goed verslagen leek?

“Je kunt dat zo zeggen, als jij dat wil. Het project was een idee van mijn acht jaar geleden overleden vrouw, Marianne, die net als ik mooie jaren in de Joodse jeugdbeweging heeft meegemaakt. Het boek is aan haar opgedragen.”

Wat was er nou zo fijn aan die Joodse jeugdbeweging en welke rol speelde die organisaties in het leven van de jongeren die de Sjoa hadden overleefd?

“De Nederlandse Joodse gemeenschap na de oorlog bevond zich in een uitzonderlijk moeilijke situatie. Zeventig procent van de Nederlandse Joden was vermoord, mede dankzij de Nederlandse collaboratie. Vele jongeren leefden in weeshuizen, bij getraumatiseerde families of hadden nog maar één ouder. Daarnaast werd je in die tijd door je opvoeders klein gehouden. De jeugdbeweging in de periode ’45-’60 speelde een belangrijke rol bij het hervinden van de eigen Joodse identiteit voor die generatie. In alle van de 65 voor Veerkracht gehouden interviews zie je dit facet terug.”

Veerkracht’ is verre van een polemisch boek. In die zin een buitenbeentje in uw oeuvre. Wat is voor u de belangrijkste drive om te schrijven? Vindt u het uw belangrijkste taak om zaken simpelweg te signaleren? Of probeert u vooral ook bij te dragen aan het debat, mensen te overtuigen en wakker te schudden?

“Het gaat mij om twee dingen: ik beschrijf wat zich in het heden afspeelt opdat volgende generaties daar hun voordeel mee kunnen doen. Alleen met kennis van het verleden kun je inzicht krijgen in hoe situaties zich kunnen ontwikkelen. En ik benut mijn boeken en artikelen om organisaties tot actie te bewegen. Bij mijn privégesprekken met sleutelfiguren kan ik dan nog iets concreets overhandigen dat men achteraf kan nalezen. Met alleen stukken in de krant of online bereik je weinig maatschappelijke verandering.”

De CIJR heeft besloten u te eren voor uw bijdrage aan het debat over, en de studie van, het hedendaags antisemitisme. Sinds uw pensionering in 2000 houdt u zich hier mee bezig. Wat zijn de drie belangrijkste ontwikkelingen of trends die u in deze negentien jaar heeft waargenomen?

“Het moslim-antisemitisme is in de wereld uitgegroeid tot het meest belangrijke antisemitisme. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat alle moslims antisemieten zijn. Ten tweede zie je dat het anti-Israëlisme in Europa tot de mainstream is doorgedrongen. Linkse en vooral links-liberale media spelen daar een belangrijke rol in. Ten derde is het klassieke antisemitisme en het anti-Israëlisme ook in Duitsland, nu 74 jaar na de oorlog, weer toegenomen door het falen van opeenvolgende regeringen. Er is ook een belangrijke vierde trend: In het nieuwe millennium zijn er in Europa, concreet in Frankrijk, België en Denemarken, opnieuw Joden vermoord, louter en alleen omdat ze Joden zijn. Daarbij waren steeds weer moslims de dader.”

Bent u in wezen een optimist of een pessimist? Hoe ziet de toekomst er uit voor één: het Joodse volk, twee: Israël en drie: Nederland?

“De toekomst van het Joodse volk hangt grotendeels af van de toekomst van Israel. Israël ontwikkelt zich relatief snel maar wordt anderzijds enorm bedreigd. Dus is het moeilijk haar toekomst te voorspellen. Het lot van Nederland is onverbrekelijk verbonden met dat van Europa. De EU gaat duidelijk een crisis van allerlei aard tegemoet. Optimist of pessimist… Een analist is uiteindelijk een realist.”

Interviewer René van Praag is journalist en uitgever, onder andere van diverse boeken geschreven door Manfred Gerstenfeld, waaronder de in dit interview genoemde titels Veerkracht, Het Verval en The War of a Million Cuts.

Categorie: | |

Home » Nieuws » Manfred Gerstenfeld: ‘De werkelijke situatie is juist nog erger dan ik meestal aangeef’