Merav Michaeli, een verademing – column Ya’akov Almor

Almor

Elke vrijdagochtend landt om zeven uur de Hebreeuws-talige weekendeditie van Haaretz (‘Het Land’) en de International New York Times van diezelfde dag op mijn deurmat. Onder het genot van mijn eerste kop koffie lees ik dan eerst de column van Nir Gontarz in het Haaretz-weekend magazine. Hij voelt elke week een persoon telefonisch hard aan de tand die diezelfde week in het nieuws was. Zijn gesprekspersonen komen in die stukken zelden goed weg en bij zijn ‘slachtoffers’ lopen ongetwijfeld de rillingen over de rug wanneer ze hem aan de lijn krijgen.

Deze vrijdag  – 29 januari – bleek echter een uitzondering. ‘Dag Merav Michaeli! U bent deze week met grote meerderheid van stemmen tot voorzitster van de Arbeidspartij verkozen.  Ik kan me niet herinneren wanneer ik de laatste keer voor deze column iemand gebeld heb om hem or haar alle goeds toe te wensen. Dat moet wel zes jaar geleden zijn.  Maar zie hier, u valt in de prijzen!’ Gontarz sprak vervolgens de verwachting uit dat Michaeli, een parlementslid met acht jaar ervaring, wel eens de verrassing van de verkiezingen van 23 maart zou kunnen worden. Dat zou mooi zijn, want er is grote behoefte aan een sociaaldemocratische partij met een duidelijke boodschap.

Het verhaal van Michaeli is een verademing. Eindelijk een politica met een hartverwarmend verhaal dat je verder kunt vertellen. Een verhaal over een partij met een rijke historie met (zo klein en onbeduidend als ‘ie nu is) leden, partijorganen en een duidelijk partijprogramma. In het interview hamerde Michaeli er bovendien op dat alleen de partijleden in voorverkiezingen de kieslijst zullen samenstellen, een unicum in de huidige Israëlische politiek. In de dagen na haar verkiezing tot lijsttrekker van de Arbeidspartij meldden zich bijna tienduizend nieuwe leden aan.

Ik was zelf blij verrast met Michaeli’s verkiezing. Ze heeft principes, en ruggegraat. Dat bewees ze onmiddellijk na haar verkiezing. Als felle tegenstander van de Netanyahu-regering eiste ze van haar partijgenoten, ministers Itzik Shmuli en Amir Peretz, dat de heren ontslag zouden nemen of de partij zouden verlaten. Peretz kondigde aan, met een sneer naar Michaeli, de politiek de rug toe te keren. Shmuli liep nog diezelfde dag naar Blauw-Wit over, de partij van demissionair vicepremier Benny Gantz.

Andere commentatoren van Haaretz deelden, in min of meerdere mate, Gontarz’ verwachtingen. In andere media waren de commentaren directeur. ‘Michaeli heeft het lijk van de Arbeidsparij opgegraven’, luidt het. Toch komt de partij in de laatste opiniepeilingen voor het eerst weer ruim over de kiesdrempel heen.

Waarom deze ode van mij aan Michaeli? Omdat ik zo óntzettend genoeg heb van het huidige politieke bestel in dit land. Een bestel waarin de premier alleen maar zijn eigenbelang voor ogen heeft en zijn partijkader een volgzaam maar grof scheldend rapalje geworden is. Een politiek bestel waarin nieuwe, identiteitsloze politieke kolossen oprijzen om kort daarna in vele stukken uiteen vallen. Een bestel waarin slechts drie partijen (Meretz, Israël ons Huis, en de Arbeidspartij) een inhoudelijk partijprogramma laten zien. Het bestel is om treurig van te worden.

Merev Michaeli (Arbeidspartij)

Een voorbeeld van weer zo’n nieuwe partij die het moet gaan maken. Minder dan een maand geleden richtte de burgemeester van Tel Aviv, Ron Huldai, met grote bombarie een nieuwe partij op: ‘De Israeli’. Zijn nummer twee werd Avi Nissenkorn, tot dan toe minister van Justitie namens Blauw-Wit, thans nog in Nethanyahu’s demissionaire regering. De partij zou zich politiek gezien links van het midden opstellen. Ik kan me geen enkele naam van andere spelers in het team herinneren. Inmiddels is Nissenkorn alweer vertrokken. ‘De Israeli’ komt namelijk in de laatste peilingen de kiesdrempel helemaal niet over. Huldai trekt zich, zo mag je hopen, binnen een paar dagen – vlak voor de partijen zich voor de komende verkiezingen moeten inschrijven – ook terug.

Nu moet een lange rij van egotrippers nog de moed en ballen vinden zich bij Yair Lapid’s Yesh Atid (‘Er is toekomst’) of bij Michaeli’s Arbeidspartij te voegen; of het speelveld te verlaten. In die rij staan momenteel Benny Ganz (Blauw-Wit), Professor Yaron Zelicha (‘De Economische Partij’) en Moshe ‘Boogy’ Ayalon (Telem). Geen van allen halen de kiesdrempel. Wie voor deze heren stemt,  verkwist kostbare stemmen, en stemt de-facto op de volgende regering Netanyahu.

Die Hoffnung stirbt am letzt. In mijn volgende column, zal ik mij over de rechterflank van de Israëlische politiek buigen.

Lees ook:
De dag waarop Rabin vermoord werd – column Ya’akov Almor

‘Het was woensdag precies 25 jaar geleden dat Yitzhak Rabin, premier van Israël, in Tel Aviv op het Plein der Koningen tijdens een grote vredesdemonstratie werd vermoord. Mijn oudste dochter Taïr was toen net vier. Zij, nu een volwassen vrouw van 29, wist lang niet eens dat het plein zo heette. Nu woont ze er pal naast…’

Logo Maror.

Deze column is mede mogelijk gemaakt door Stichting Maror.

Categorie: |

Home » Nieuws » Merav Michaeli, een verademing – column Ya’akov Almor