Mijn Jom Ha’atsmaoet – Robbert Baruch

Robbert Baruch
Robbert Baruch, foto: Plasman

Israël is een opdracht

Precies 25 jaar geleden liep ik met een aantal jongens waarmee ik op een yeshiva leerde op Jom Ha’atsmaoet door een Arabisch stuk Jeruzalem. Eén van de jongens wenste een oude man die we passeerden een “chag sameach”.

Beschamend.

Zeventig jaar geleden was het niet de bedoeling om anderen de ogen uit te steken, een exclusief Joods land te worden, of een land te stichten waarin één versie van het Jodendom verantwoordelijk is voor de staatsinrichting. De bedoeling was, op basis van het idee dat er zoiets bestond als een natiestaat, een veilig thuis voor Joden te creëren.

Zeventig jaar later kan je je afvragen of Israël wel zo onafhankelijk is. De, meestal terechte, aandacht voor veiligheid werkt in ieder geval verlammend. De dienstplicht (en de rol van het leger), de soms onbeschofte en onbeholpen ondervragingen als je het land inkomt of uitgaat (“wat for you go to Israel, do you have any kind of bomb or exploding material”). Israël is afhankelijk van defensie. Israël is 35ste op de ranglijst van rijke landen, maar is bij lange na niet financieel onafhankelijk. Politiek onafhankelijk is Israël ook niet, want natuurlijk is er interactie tussen Israël en zowel de hen vriendelijke als de vijandelijke staten. Moreel onafhankelijk dan? Net al de meeste landen (eigenlijk alleen Duitsland doet het niet) herschrijft de staat de geschiedenis. Van het ontstaan van het land, maar vooral, op een bijna obscene manier, van de Tweede Wereldoorlog: na de laatste verbouwingen van Yad Vashem is dat een agitprop-instrument van Oost-Europees formaat geworden, om nog maar te zwijgen van de “march of the living” waarbij jonge Joden met Israëlische vlaggen door Auschwitz paraderen. Obsceen. Herdenkingsporno.

Israël is helemaal niet onafhankelijk maar zit gevangen in een verouderd beeld van zichzelf. En dat is de basis van het probleem

In het begin van deze eeuw zat ik in het bestuur van een denktank/activistengroep/sociaal netwerk: “Kol Dor”. “Kol”, werd zowel met een Kaf als met een Chaf geschreven, zodat de naam zowel “stem van een generatie” als “iedere generatie” kon betekenen. De overweging van deze club was dat wij, toen dertigers en veertigers, een schakel waren tussen de generatie die de Sjoa en het ontstaan van de staat Israël hadden meegemaakt, en een nieuwe generatie, voor wie de Sjoa geschiedenis is, en de staat Israël een gegeven. Aan ons de vraag: wat willen we doorgeven?

We kwamen tot de conclusie dat er meer was. De invloed van de media, de opkomst van de sociale media, de veranderende visie op religie en de rol van religie in de samenleving, en zeker niet in de laatste plaats: de veranderende visie op de natiestaat zorgde ervoor dat we niet alleen naar onszelf moesten kijken, maar ook naar wat er om ons heen gebeurde.

Met name die veranderende visie op de natiestaat. Het zionisme is niets anders dan de Joodse invulling van de gedachte dat er zoiets bestaat als een volk (een gemeenschap met gemeenschappelijke kenmerken zoals een taal en een geschiedenis) en dat dat volk een eigen land moet hebben, en de staat moet inrichten op een manier die bij dat volk past.

Voor ons is lijkt dat een normale gedachte, maar aan het eind van de 18de, begin van de 19de eeuw ontstond dit idee pas. En zoals het gaat met ideeën: ze kunnen ontstaan, en ook weer verdwijnen. En dat is precies wat er gebeurt. Na de Joegoslavische oorlogen is er weinig sympathie meer voor staten die gebaseerd zijn op etniciteit. En met de uitbreiding van de Europese Unie zoeken de lidstaten naar relevantie van de politieke besluitvorming in hun eigen land, en kunnen die maar moeilijk vinden.

Israël is niet immuun voor deze verandering in ideeën over de verhouding tussen natie en staat. In Israël kom je daarom dezelfde ideeën tegen over die verhouding als in Europa.

Het uitgangspunt moet blijven staan. Veilig. Thuis. Voor Joden. Dat betekent dat de staat geen beperkingen mag opleggen aan de individuele geloofsbeleving, dat alle Joden er zich thuis moeten kunnen voelen, en dat er vrede is met de inwoners en de buurlanden. Zoals de wijlen Joodse dichter Leo Vroman zei: Vrede. Godverdomme, vrede. Door economische samenwerking, door onderhandeling, door compromis en indien nodig door M16. Zonder vrede geen onafhankelijkheid.

In het kader van de Israëlische onafhankelijkheidsdag (Jom Ha’atsmaoet) en het zeventig jarig bestaan van de staat Israël brengt Jonet deze week de serie ‘Mijn Jom Ha’atsmaoet’. Robbert Baruch is manager Public Affairs bij Buma/Stemra. Tussen 2003 en 2009 was hij politiek en bestuurlijk actief voor de PvdA. Zijn Jonet-columns en andere schrijfsels zijn te vinden op zijn blog: Robbertbaruch.nl (tevens een van de oudste blogs van Nederland). 

Categorie:

Home » Columns en opinie » Gastcolumns en blogs » Mijn Jom Ha’atsmaoet – Robbert Baruch