Monument voor vermoorde Joden in Bloemendaal

Joods namenmonument Bloemendaal
Patrick van der Vegt

Na Haarlem en Heemstede heeft Bloemendaal gisteren een Joods namenmonument gekregen. Het Parool berichtte hier over.

Patrick van der Vegt (48) is grafisch ontwerper, en zou dat waarschijnlijk ook alleen zijn gebleven als hij tien jaar geleden tijdens dodenherdenking in Haarlem niet een oudere man had zien staan met een keppeltje en een spandoek: “Hij vroeg aandacht voor de zevenhonderd Joden die tijdens de oorlog waren weggevoerd. Er was nergens een plek waar zij werden herdacht. Na afloop van de plechtigheid ben ik op hem afgestapt om zijn naam en telefoonnummer te vragen. Ik wilde er iets mee.”

Tien jaar later mag Van der Vegt zich de ontwerper noemen van maar liefst drie Joodse monumenten. De eerste werd in 2012 in onthuld op het Philip Frankplein, de plek in Haarlem waar voor de oorlog de oude synagoge stond. Aan de Vrijheidsdreef in Heemstede verscheen twee jaar geleden een monument in de vorm van een boek en het derde wordt donderdag in Bloemendaal onthuld, op Jom Hasjoa, de jaarlijkse dag voor de herdenking van de Sjoa. Het draagt de namen van de 123 Joodse inwoners die tijdens de oorlog zijn vermoord, “Het kwam op mijn pad,” zegt de ontwerper over de serie. “Ik ben er ontzettend blij mee.”

Alle drie de monumenten zijn namenmonumenten, en dat was ook de nadrukkelijke wens van de comités die zich ermee bezig hielden en houden. “Als je de eerste keer gaat praten, komen gemeenten vaak met het voorstel voor een plaquette met een tekst op een muur. De namen nemen meer ruimte in, maar daar gaat het nu juist om. In de Joodse traditie wordt iemand niet vergeten zolang zijn naam wordt genoemd.”

De monumenten zijn een pijnlijke herinnering aan de oorlogsjaren in Kennemerland, waar het nationaalsocialisme in veel gemeenten een relatief grote aanhang had. Zandvoort spande de kroon met een kwart van de kies­gerechtigden dat een stem uitbracht op de NSB. “Haarlem was in april 1941 de eerste gemeente met een verordening die Joden verbood op openbare plaatsen te komen,” zegt Van der Vegt. “Het is wel passend dat Haarlem ook als eerste een namenmonument had.”

Voorzitter van het Bloemendaalse comité is Rob van der Heijden, oud-burgemeester van Zandvoort. Hij vertelt over de onthulling van een plaquette in 1989 die herinnert aan de verwoesting van de synagoge in de badplaats. Dat moest op kousen­voeten gebeuren wegens de grote gevoeligheid van het Zandvoortse oorlogsverleden. “In zo’n kleine gemeenschap weet iedereen alles van elkaar, dus ook wie er goed en fout waren in de oorlog. De onthulling was ingetogen.”

Op de plaquette kwam een tekst over de verwoesting van de synagoge tijdens de Duitse bezetting. Onvermeld bleef dat de daders geen Duitse soldaten waren, maar vermoedelijk medeburgers uit Zandvoort die op deze manier uiting gaven aan hun antisemitische gevoelens.

Voor de oorlog kende Zandvoort een bloeiende Joodse gemeenschap. In 1942 kregen de ruim zeshonderd leden opdracht het dorp te verlaten en zich in het getto in Amsterdam te vestigen. Dat gebeurde ook met de Joden in Bloemendaal en Heemstede, waarbij het bestuur van de laatste gemeente in 1952 nog een declaratie naar Den Haag stuurde voor de kosten van het transport van de inwoners naar Amsterdam.

De recente ontdekking van dat pijnlijke verhaal heeft mede gezorgd voor de komst van het Joods monument. In Bloemendaal was dat niet nodig, vertelt Van der Heijden. “Er is wel even gepraat over de precieze plek, maar gedoe is er gelukkig niet geweest.”

Categorie:

Home » Nieuws » Monument voor vermoorde Joden in Bloemendaal