‘Mozarts enige oratorium glansrijk vastgelegd, met Joods tintje’ – CD-recensie

De albumhoes van 'Betulia Liberata'

Vijftien jaar was Wolfgang Amadeus Mozart toen hij zijn eerste en enige voltooide oratorium componeerde. Betulia Liberata, op een libretto van Pietro Metastasio, zit vol prachtige muziek. Les Talens Lyriques en Accentus brengen het werk met een nieuwe opname flitsend voor het voetlicht.

Door Jordi Kooiman

Tijdens één van de Italië-reizen met zijn vader kreeg Mozart van de prins van Aragon de opdracht om een oratorium te componeren op het verhaal van de bevrijding van de stad Bethulië, zoals verteld in het deuterocanonieke boek Judith. Thuis in Salzburg zette hij zich aan de klus, met een azione sacra in due parti als resultaat. Het werk werd waarschijnlijk nooit uitgevoerd, maar Mozart was er zelf tevreden mee, gezien onder meer het feit dat hij vele jaren later delen eruit wilde hergebruiken.

Centraal in het verhaal staat de belegering van de Joodse stad Bethulië door de Assyriërs onder leiding van Holofernes. De Joden zijn ten einde raad en overwegen zich over te geven. Maar dan komt de mooie en rijke weduwe Judith (Giuditta) met een list. Ze weet in het kamp van Holofernes binnen te dringen, verleidt de bevelhebber en onthoofdt hem in zijn slaap. Terug in Bethulië laat ze het hoofd van Holofernes op de stadsmuur plaatsen. De Assyriërs raken door die aanblik volledig in verwarring en slaan op de vlucht.

Deel één van het oratorium schildert de hopeloze situatie van de inwoners van Bethulië, met het gebed ‘Pietà, se irato sei’ voor tenor en koor als hoogtepunt. Het is een beeldschone smeekbede, die zich met beroemde bedes als Verdi’s ‘Va, pensiero’ kan meten. Als Giuditta ten tonele verschijnt, komt er een keer in de atmosfeer. Ze maant haar landgenoten om meer geloof te hebben. Zonder te zeggen wat ze voor heeft, vertrekt ze strijdvaardig naar het kamp van de Assyriërs.

Deel twee begint met een uitgebreide theologische discussie tussen Achior (een in opspraak geraakte Ammonitische prins, die voor Holofernes moest vluchten) en Ozia (prins van Bethulië). Ozia probeert Achior ervan te overtuigen dat er maar één God is, de God van de Joden. Het gesprek neemt ruim een kwartier in beslag (recitatief + aria), wat ondanks de heerlijke melodie in de aria aan de lange kant is.

Lees de rest van deze cd-recensie op OperaMagazine.nl

Dit artikel verscheen eerder op OperaMagazine.nl en werd geschreven door Jordi Kooiman, journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l’Opera op en leidt sindsdien het magazine.

Categorie: | |

Home » Nieuws » ‘Mozarts enige oratorium glansrijk vastgelegd, met Joods tintje’ – CD-recensie