Museum de Fundatie betaalt compensatie aan erven geroofd schilderij

Bernardo Strozzi, Christus en de Samaritaanse vrouw bij de bron, collectie Museum de Fundatie, Zwolle en Heino/Wijhe.

Het omstreden schilderij ‘Christus en de Samaritaanse vrouw bij de bron’ blijft definitief in Museum de Fundatie hangen. Dat is de uitkomst van overleg tussen de museumdirectie en de erven van het doek, dat van hun Joodse voorouders door de nazi’s werd afgenomen. Het kwam in 1933 handen van de oprichter van het Zwolse museum. Ondanks dat de Restitutiecommissie oordeelde dat het werk in het museum kan blijven, wil de directie schadevergoeding betalen aan de erfgenamen. Die hebben dit geaccepteerd.

Met de compensatie blijft het schilderij in Museum de Fundatie hangen, zo maakte de directie maandag bekend. Het doek, hoe omstreden misschien ook, blijft mede daardoor behouden voor het publiek. Onduidelijk is of er een bordje bij komt waarop staat dat het om Joodse roofkunst gaat. De erven en museumdirecteur Ralph Keuning ondertekenden een overeenkomst die de schadevergoeding en de aanwezigheid van het doek in Zwolle mogelijk maakt. ‘Het is een vergoeding voor het door de nazi-vervolging veroorzaakte verlies van het werk van Strozzi’, benadrukt Keuning.

Het schilderij ‘Christus en de Samaritaanse vrouw bij de bron’ van de Italiaanse schilder Bernardo
Strozzi hoort sinds 1964 bij de collectie van het Museum te Heino/Wijhe – later Museum de Fundatie. Volgens het museum had oprichter Dirk Hannema het doek in 1933 voor zijn moeder op de kop getikt. Vervolgens zou hij het van haar hebben geërfd en geschonken aan de stichting die de collectie beheert.

Het Museum stelt dat Dirk Hannema, de oprichter, het schilderij in 1933 heeft verworven voor zijn moeder, vervolgens van haar heeft geërfd en in 1964 net als de rest van zijn kunstcollectie heeft geschonken aan de Stichting Hannema-de Stuers Fundatie. Wat dit doek betreft zou daar niets van kloppen, vonden de erven van de Joodse ondernemer Richard Semmel uit Berlijn. Ze stelden dat het werk in 1933 van hun voorvader door de nazi’s is geroofd. Zij stapten naar de Restitutiecommissie om het doek terug te krijgen.

In een rapport schreef de Restitutiecommissie dat het doek behoorde tot Semmel, maar kan het in het museum blijven. ‘Oordelend naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid komt de commissie tot de conclusie dat, ondanks het onvrijwillige karakter van het bezitsverlies door Semmel in 1933, het door verzoekers aangevoerde belang bij teruggave van het geclaimde schilderij onvoldoende gewicht in de schaal legt om het eigendomsrecht van dit werk voor het Museum terzijde te schuiven’, aldus de commissie.

Museum de Fundatie nam na het verschijnen ervan contact op met de erven. Beiden hebben ‘gezamenlijk’ en ‘met wederzijds respect’ beslist dat het schilderij hoe dan ook in het museum blijft en dat de erfgenamen, na een onafhankelijke taxatie, worden gecompenseerd. Dat bedrag komt nu neer op 200.000 euro. Een ander kunstobject, een beeld van Mozes, toegeschreven aan Alessandro Vittoria, blijft ook in Zwolle.

Categorie: |

Home » Nieuws » Museum de Fundatie betaalt compensatie aan erven geroofd schilderij