Onderduikhuis familie Gies naar Openluchtmuseum
Een voormalige vakantiewoning met een geschiedenis in Warnsveld zal een plek krijgen bij het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem. De gemeente Zutphen heeft het houten huis aangeboden en werkt mee aan de verhuizing. Dinsdag 1 mei is de demontage gestart.
Het huisje werd in 1936 gebouwd door de Joodse familie Gies. De huidige eigenaar wil het pand slopen om er nieuw te kunnen bouwen. Het Nederlands Openluchtmuseum (NOM) is blij met de aanwinst, omdat het huisje symbool staat voor onderduik en verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog. De woning is in aanwezigheid van zoon Frits Gies (87) overgedragen aan het Openluchtmuseum.
Vanaf mei 1938 stuurt Nederland vluchtelingen aan de Duitse grens terug. De familie Gies (gemengd gehuwd) vangt later dat jaar voor het eerst Joden uit Duitsland op in hun vakantiewoning. Omdat grootvader Gies tijdens zijn reizen naar Duitsland al werd geconfronteerd met de opkomst van Hitler en het geweld tegen de Joodse bevolking, wist de familie al in een vroeg stadium dat het goed mis was.
Vanaf eind 1938 is het huis aan de Almenseweg een toevluchtsoord voor Joden die Duitsland ontvluchten en op zoek zijn naar een veilig en nieuw thuis. In de vakantiewoning zijn twee geheime onderduikplekken gemaakt waar men zich kan verstoppen bij een eventuele inval. Met hulp van een gemeenteambtenaar worden veel vluchtelingen ingeschreven in het Zutphense bevolkingsregister om een latere uitreis naar bijvoorbeeld Engeland of de VS mogelijk te maken. In sommige gevallen worden de vluchtelingen ook in het woonhuis van de familie aan de Graaf Ottosingel in Zutphen ondergebracht.
Vader en zoon Frits Gies spelen allebei een rol in het verzet tijdens de oorlog. Onder een valse naam reist vader Frederik regelmatig naar het westen van het land om vervalste persoonsbewijzen en bonkaarten aan onderduikers te leveren.
Zoon Frits fungeert in die periode vaak als koerier, hij heeft een beschermde status als ‘half-Jood’ en valt als kind niet zo op. Hij brengt documenten weg die ingenaaid zijn in zijn jas en zoekt zijn vader af en toe op als deze zelf ondergedoken zit. Die bezoekjes zijn heel gevaarlijk, omdat Frits soms door de SD (Sicherheitsdienst) wordt gevolgd. Ondertussen speelt hij in Zutphen ook met NSB-kinderen en doet alsof zijn neus bloedt.
In december 1944 worden beide woningen van de familie gevorderd en vinden ze onderdak in een door Joden verlaten huis in Zutphen. Frits gaat op strooptocht om aan voedsel en hout voor de kachel te komen. Hij saboteert tussendoor nog een Duitse radiowagen, maar wordt gezien bij het verzamelen van hout.
De puber wordt van zijn bed gelicht en naar het politiebureau aan de Groenmarkt gebracht. Tijdens verhoor wordt Frits door SD’ers geslagen en geschopt. De Nederlandse politie neemt de ondervraging over en dankzij een NSB-kennis komt hij vrij en haalt zijn moeder hem op. Wanneer de familie na de oorlog terugkeert in de huizen blijkt alles van waarde verdwenen.
De moeder van Frits, Annie Gies-de Haas, krijgt voor de hulp aan Joodse vluchtelingen een Yad Vashem-onderscheiding. Frits zelf geeft tot op de dag van vandaag lezingen op scholen over zijn oorlogsjaren en publiceerde onlangs het boek ‘Bist du ein Jude (Hoe een Joodse tiener de nazi’s overwon)’.
Dinsdagochtend 1 mei wordt met de demontage gestart. Het Openluchtmuseum is fondsenwerving gestart om de verhuizing en opbouw te bekostigen. De gemeente Zutphen draagt, mogelijk samen met de provincie, vijftigduizend euro bij aan de operatie. Wanneer de onderduikwoning voor publiek te zien zal zijn is niet bekend.
Waardeert u dit artikel?
Doneer hier dan een klein bedrag. Jonet.nl is een journalistiek platform dat zonder giften niet kan bestaan. Wij danken u bij voorbaat.
Wil je meer informatie of een hoger bedrag doneren? Ga naar jonet.nl/doneren