Opperrabbijn Jacobs houdt toespraak op herdenking Arameeërs

Tijdens een herdenking in Enschede op de massamoord op Arameeërs heeft opperrabbijn Binyomin Jacobs van het Interprovinciaal Opperrabbinaat (IPOR) een toespraak gehouden. Dat deed hij samen met onder meer CDA-Europarlementariër Annie Schreijer, die stelde dat politici nodig zijn om erkenning te krijgen. In Enschede woont de grootste groep Arameeërs van Nederland. “Wat doet het ertoe of de moord op onschuldige mensen meer dan honderd jaar geleden wel of niet genocide wordt genoemd of wordt erkend?” vroeg Jacobs zich af terwijl hij de mensen toesprak. Jacobs is ook voorzitter van de antisemitisme-commissie van de European Jewish Association (EJA).

In het Volkspark werd de moord op meer dan zeventig procent van de Arameeërs in het toenmalige Ottomaanse Rijk herdacht. Zij waren onderdeel van de christenen in het Rijk, die indertijd ongeveer twintig procent van de bevolking uitmaakten. In het moderne Turkije wordt getwijfeld of de moord ‘genocide’ genoemd mag worden, net als bij de Armeniërs. Hoewel in Enschede veel Turkse Nederlanders wonen bleef het dinsdagavond rustig. De plechtigheid werd onder andere op poten gezet door de Aramese Federatie, de Aramese Beweging voor Mensenrechten en Aramese clubs in Enschede, Rijssen en Oldenzaal.

In totaal spraken twaalf mensen een rede uit, afgewisseld door muziek. Jacobs was de eerste die mocht aantreden. “Wat doet het ertoe of de moord op onschuldige mensen meer dan honderd jaar geleden wel of niet genocide wordt genoemd of wordt erkend?” vroeg hij zich af. Hij hield zichzelf een spiegel voor. “Hoe zou ik reageren als het bestaan van de Holocaust ontkend wordt of gereduceerd tot iets kleinschaligs? Ik zou dit onacceptabel vinden. Ik zou dat ervaren als een pijnlijke en flagrante belediging naar hen die toen vermoord werden en naar de nabestaanden van nu. Erkenning is belangrijk, omdat het enigszins de pijn van de gapende open traumatische wond verlicht.”

Volgens Jacobs moet de jeugd weten wat er is gebeurd om te voorkomen dat het weer kan gebeuren. “En kan het weer geschieden? Ik twijfel daaraan geen seconde. Maar hoe kon het gebeuren? Waren de moordenaars allen per definitie alleen maar slechte mensen? Ik denk het niet. In de jaren ’40-’45 was in Nederland het aantal mensen dat collaboreerde maar een kleine groepje. Maar ook het aantal mensen dat verzet bood en het kwaad durfde te bestrijden was minuscuul.” De bijeenkomst begon met een minuut stilte voor de slachtoffers. “En ik, als Jood, ben hier aanwezig om met jullie samen die ene minuut stilte te beleven. Ik sta naast jullie, letterlijk en figuurlijk. Ik ben solidair!”

CDA-Europarlementariër Annie Schreijer, ook afkomstig uit Twente, hield eveneens een rede. Zij benadrukte dat erkenning belangrijk is en dat politici daar voor nodig zijn. “Als lid van het Europees Parlement heb ik mij in de afgelopen jaren in deze regio met u uitgesproken over het lot van de Aramese en de andere christelijke volkeren in het huidige Midden-Oosten. De etnische zuiveringen van terreurorganisatie ISIS tegen deze minderheden hebben wij als Europees Parlement in 2016 terecht als genocidiaal veroordeeld,” aldus Schreijer, die daarmee aangaf dat de internationale gemeenschap nu niet wegkeek. “Je hebt politici nodig om herkenning te krijgen,” aldus het Europarlementslid.

Lees ook:
Jacobs dankt VVD’er en ChristenUnie-voorman voor inzet tegen Jodenhaat
Opperrabbijn Binyomin Jacobs heeft VVD-Tweede Kamerlid Dilan Yesilgöz en ChristenUnie-lijsttrekker Gert-Jan Segers bedankt voor hun inzet tegen antisemitisme. De twee parlementariërs waren de voortrekkers in het debat over een nationale antisemitisme-coördinator, waar zij met andere partijen het initiatief toe namen. Jacobs overhandigde namens de namens de European Jewish Association (EJA) symbolisch een handgebakken matze.