Roofkunst – column Frits Barend

Frits Barend
Twitter

De door de regering in 2001 benoemde Restitutiecommissie moet bepalen of kunstwerken van oorspronkelijk Joodse eigenaren in de Tweede Wereldoorlog onder dwang zijn verkocht aan kunsthandelaren en musea of vrijwillig zijn overgedragen. Verkoop door opgejaagde Joden van kunst in de oorlog is, zeg maar, een eufemisme voor diefstal van kunsthandelaren en musea. Helaas opereert de Restitutiecommissie een beetje in de onderste regionen van de aandacht. Dat is jammer, want via die commissie kunnen onrechtmatig verkregen kunstwerken alsnog worden teruggegeven aan rechtmatige eigenaren of hun nabestaanden. En daarbij is brede publiciteit een niet onbelangrijk wapen.

De laatste jaren ontwikkelde de Restitutiecommissie zich onder het voorzitterschap van mr. Alfred Hammerstein, oud-president van het Gerechtshof in Arnhem, tot een kil en gevoelloos orgaan dat tot ontstentenis van nabestaanden in sommige gevallen het publieke belang van musea moeiteloos groter achtte dan het belang van beroofde en vermoorde oorspronkelijke eigenaren van het kunstwerk. Mijn vrouw en ik hebben dat hautaine wangedrag tijdens een zogenaamde audiëntie op het kantoor in Den Haag persoonlijk mogen ervaren. Ten langen leste leidde het (dis)functioneren van de Restitutiecommissie in 2019 tot een onderzoek onder leiding van voormalig staatssecretaris en parlementariër Jacob Kohnstamm van D66.

Vlak voordat Kohnstamm zijn onderzoek eind vorig jaar openbaar maakte, onthulde NRC dat Hammerstein als voorzitter was opgestapt en zijn vertrek in overleg met de verantwoordelijke minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Ingrid van Engelshoven, niet nader wilde toelichten. Zo gaat dat in die kringen. Regent Hammerstein is ‘beleidigt’ over zijn aangetoond falen en dan zoeken de benadeelde claimanten het maar lekker zelf uit. Wij gewone stervelingen noemen dat misplaatste arrogantie van het verwaande old-boys netwerk.

Hammerstein werd tijdelijk opgevolgd door zijn vicevoorzitter, beroepscommissaris Els Swaab. Daarmee vielen de nabestaanden die vechten voor teruggave van onrechtmatig verkocht of gestolen Joods familiebezit van de regen in de drup. Van Swaab hebben we afgelopen jaar overigens niets vernomen. Dat pleit voor haar. Zwijgend kan ze geen ellende veroorzaken, zullen we met gedupeerde dagbladen als Het Parool maar denken uit de tijd dat ze voorzitter was van Stichting Democratie en Media. Las trouwens in haar cv dat ze net als haar evenknie kwa commissariaten en erefuncties Gerdi Verbeet ook actief was in het Nationale Comité 4 en 5 mei, een comité waarvoor bij voorbeeld televisiegrootheid Sonja Barend of de voormalig voorzitter van het JMW, Hans Vuijsje, of de voorzitter van Maccabi Nederland, David Beesemer, of de directeur van het NIOD prof. dr. Nanci Adler, of publiciste Chaja Polak, of acteur Jeroen Krabbé nooit is of wordt gevraagd. Maar dat terzijde. Na publicatie van het rapport-Kohnstamm heeft het Stedelijk Museum aangegeven een zeer waarschijnlijk via roofkunst verkregen schilderij van de Russische schilder Wassily Kandinsky te willen teruggeven aan de oorspronkelijke eigenaren.

Het Van Abbemuseum in Eindhoven laat nabestaanden van de oorspronkelijke eigenaar van een tweede Kandinsky op schimmige wijze nog altijd in het ongewisse, met dank aan de oude, foute Restitutiecommissie. Zo schreef het in deze goed geïnformeerde Eindhovens Dagblad op 13 oktober onder de kop ‘Doet vermoeden dat er iets te verbergen is’ dat het Van Abbemuseum een omstreden werk van Kandinsky van de muur heeft gehaald: ‘Het schilderij ‘Zicht op Murnau met kerk’ van Kandinsky, waarover al jaren wordt gesteggeld omdat het vermoedelijk om nazi-roofkunst gaat, is niet meer te bewonderen. De Joodse familie die het doek heeft opgeëist, weet officieel van niets en reageert verbaasd.’ Volgens de directie van het museum heeft de herkomstgeschiedenis geen rol gespeeld bij het besluit het doek uit de collectie te halen en ‘zou de keuze op artistiek inhoudelijke gronden zijn gemaakt.’ Het is alsof, ik noem maar wat, het Rijksmuseum ‘De Vrolijke Drinker’ van Frans Hals op artistieke inhoudelijke gronden tijdelijk uit de collectie heeft gehaald. De verklaring past in het schimmenspel dat het Van Abbemuseum gesteund door de Restitutiecommissie al jaren speelt met de rechtmatige eigenaren van het schilderij van Kandinsky, vertegenwoordigd door nazaat Hester Bergen.

Kohnstamm heeft op verzoek van minister Ingrid Engelshoven in een voor Haagse begrippen betrekkelijk korte tijd een voortreffelijk, vernietigend rapport geschreven over de Restitutiecommissie. En wat blijkt nu? Zijn partijgenoot van D66, Van Engelshoven, benoemt haar partijgenoot van D66 meteen maar zelf tot voorzitter van de Restitutiecommissie. Het zou Kohnstamm hebben gesierd als hij de onafhankelijke en kritische waarnemer was gebleven in plaats van te zwichten voor het pluche. Kortom, waakzaamheid en oprechte boosheid blijven gerechtvaardigd.

Logo Maror.

Deze column is mede mogelijk gemaakt door Stichting Maror.

Categorie: |

Home » Nieuws » Roofkunst – column Frits Barend