Siciliaanse Joden beleven wedergeboorte

Leger.co.uk

‘Meer dan vijf eeuwen na de gedwongen bekering tot het katholicisme van grote aantallen Siciliaanse Joden, gevolgd door de verbanning van de overgeblevenen, is een ontluikende wedergeboorte aanstaande: een groeiend aantal van de Bnei Anoesiem van Sicilië – door de historici minachtend ‘Marrano’s’ genoemd – willen de nalatenschap van hun voorouders oppakken.

Deze opmerkelijke ontwikkeling is een prikkelend getuigenis van de onverwoestbaarheid van de Joodse geest, en het is voor ons allen gepast om hiervan kennis te nemen en het aan te moedigen. De omvang van de herleving kwam deze week duidelijk naar voren toen een niet eerder voorgekomen groot aantal evenementen plaatsvond die de tragedie van 12 januari 1493 herdachten toen alle Joden dit eiland moesten verlaten.

Meer dan duizend inwoners van Palermo uit allerlei lagen van de bevolking deden mee aan verschillende activiteiten die de bedoeling hadden dat dit donkere hoofdstuk uit het verleden van Sicilië niet vergeten zou worden. Onder de deelnemers waren gemeentelijke ambtenaren, kerkelijke beambten, professoren, journalisten en zelfs groepen middelbare scholieren.

Een programmaonderdeel van de dag was de vertoning van de film La passione di Giosuè l’Ebreo (Het lijden van de Jood Joshua). Dit is een film die zowel de onderdrukking van de Siciliaanse Joden weergeeft in de jaren die leidden tot de verbanning, als een discussie geleid door de filmregisseur Pasquale Scimeca, een nazaat van Siciliaanse Bnei Anoesiem. Deelnemers kwamen later op de dag bijeen in het gemeentelijke historische archiefgebouw voor een ontroerende sessie. Er werden hartbrekende getuigenissen, geselecteerd uit de archieven van de Inquisitie, hardop voorgelezen. Dit gaf de aanwezigen een indruk van de wreedheden die zo lang geleden begaan waren.

Zoals het verhaal van Samuele Sala, een Siciliaanse Jood die gedwongen werd de doop te ondergaan, terwijl zijn zwangere vrouw niet gedoopt was. Toen de dag van de verbanning aanbrak, mocht Sala niet vertrekken omdat hij beschouwd werd als een katholiek. Maar zij werd gedwongen het land te verlaten. Het resulteerde erin dat de autoriteiten in hun grenzeloze wreedheid een soldaat met haar meestuurden zodat, als ze bevallen was, het pasgeboren kind teruggebracht kon worden naar Sicilië om door de kerk opgevoed te worden.

Shavai Israel
De evenementen van deze week in Palermo waren gecoördineerd door rabbijn Pinhas Punturello, een gezant van Shavei Israel, de organisatie waar ik leiding aan geef, in samenwerking met het Instituto Siciliano di Studi Ebraici (ISSE, Siciliaans Instituut voor Joodse Studies). Als de oudste en grootste organisatie in de wereld die met Bnei Anoesiem werkt, is Shavei Israel al verschillende jaren actief in Italië. Daar werken we hand in hand met de Unie van Italiaanse Joodse Gemeenschappen (UCEI).

Om ten volle te waarderen hoe bijzonder deze ontluikende wedergeboorte is, is het van belang te bedenken dat de Joodse aanwezigheid in Sicilië ongeveer 2000 jaar geleden begon. Sommige historici gaan ervan uit dat de eerste Joden op het eiland als slaven aankwamen die de Romeinen tijdens de Tweede Tempelperiode meebrachten.

De gemeenschap groeide gestaag in de volgende eeuwen ondanks verschillende perioden van vervolging, en bracht een reeks van grote geleerden en rabbijnen voort. Tegen het eind van de 14de eeuw moesten de Joden van Sicilië in getto’s wonen en kregen ze te maken met zowel toenemende hardvochtige maatregelen als met pogroms en gedwongen bekeringen tot het katholicisme. In die tijd stond Sicilië onder het bewind van de Spaanse koning, en in 1492 bereikten de antisemitische maatregelen hun hoogtepunt in het Edict van Verbanning dat gebood dat de overblijvende Joden moesten vertrekken. (Dit vond plaats op 12 januari 1493.)

Joden van Sicilië
Verspreid over heel Sicilië bestonden er in die tijd 52 Joodse gemeenschappen, bestaande uit op zijn minst 37.000 mensen, en mogelijk veel meer. Velen gingen weg, maar grote aantallen gedwongen bekeerde Joden moesten achterblijven, waar zij leden onder de harde hand van de Inquisitie. De eerste ketterverbranding op Sicilië vond plaats in juni 1511. De ijverige leden van de Inquisitie brachten negen Siciliaanse Bnei Anoesiem ter dood die in het geheim trouw gebleven waren aan Joodse rituelen.

Maar ondanks de gevaren waarmee ze te maken hadden, hielden de ‘crypto-Joden’ van Sicilië vol om de herinnering aan hun voorouders en hun geloof levend te houden. En velen van hen komen vandaag te voorschijn en claimen deze erfenis als de hunne.

Juist verleden jaar ondergingen een aantal Siciliaanse Bnei Anoesiem een formele terugkeer naar het Jodendom onder toezicht van een rabbijns hof; nu leven ze als praktiserende Joden die de halacha, de Joodse wet volgen, en bereiden ze de eerste fase voor van de uiteindelijke vernieuwing van Joods gemeenschapsleven op het eiland. Onder hen was een familie die bijna vier eeuwen in hetzelfde huis had gewoond. Het huis bevatte een verborgen ritueel bad (mikwe) dat hun familie generaties lang heimelijk gebruikte, weg van de bemoeizuchtige ogen van de Inquisitie.

De terugkeer naar het Joodse volk van de Siciliaanse Bnei Aoesiem onderstreept de kracht van Joods herinneren en de trekkracht van de Joodse bestemming. We zijn het hun en hun voorouders verschuldigd hen te verwelkomen en al het mogelijke te doen om hun terugkeer te faciliteren. Tegen alle verwachtingen in komt de Joodse zielsvonk op Sicilië weer tot leven. Onze taak is het nu om te garanderen dat die nooit weer wordt uitgedoofd.’

Auteur en bron: Michael Freund, Shavai Israel

Categorie:

Home » Achtergrond » Siciliaanse Joden beleven wedergeboorte