Thuiskomst – column Ya’akov Almor

Almor

Over vier dagen mag ik weer naar buiten. Dan zijn mijn twee weken quarantaine, opgelegd na terugkomst uit Spanje, voorbij. Gelukkig behoor tot hen voor wie ‘zelfisolatie’ niet zo’n straf is. Ik kan naar buiten om op mijn terras in de zon of schaduw te zitten of om de bloemen water te geven. In mijn nog lege achtertuin probeer ik dagelijks een stukje aarde om te spitten in aanloop naar de aanplant van deze herfst en winter. Vrienden doen mijn boodschappen en verder kan ik, ook hier op de Negev Hoogten, zo goed als alles online doen.

Mijn reis naar Spanje begon eind juli. Ik had een retour Tel Aviv-Istanbul-Madrid geboekt. “Kan ik gewoon naar Madrid vliegen?” vroeg ik mijn agente? “Je hebt een EU-paspoort, dus dat moet geen probleem zijn,” verzekerde zij me. Maar eenmaal om zes uur ’s ochtends op het Ben Gurion-vliegveld werd mij bij de check-in counter beleefd maar beslist verteld dat ik niet naar Madrid kon vliegen. “Meneer kan met zijn Nederlandse paspoort via Istanbul naar Amsterdam reizen, maar niet naar Madrid!”

Geen nood, want als doorgewinterde reiziger had ik al voor hetere vuren gestaan. Na me bij het ticketbureau te hebben vervoegd, werd, weliswaar voor een fors bedrag, mijn vlucht omgeboekt en kon ik alsnog boarden. Om een lang verhaal kort te maken: pas veertig uur nadat ik mijn voordeur midden in de nacht in Mitzpe Ramon op slot had gedraaid, stapte ik eindelijk bij mijn Madrileense schone over de drempel.

De terugreis naar Israël, zes weken later, begon gelukkig rond het middaguur. Ik was wel een beetje aan de late kant. Mijn grootste zorg was echter het overgewicht van mijn koffer. Tijdens onze vakantie in Andalusië, in Granada en omstreken, hadden we heel wat mooi, goed ingepakt Andalusisch aardewerk gekocht. Ook had ik, omdat de Spanjaarden minstens even goed koffie kunnen branden als Douwe Egberts, ook zo’n vijf kilo koffie bij me!

Noch de koffie, noch de koffer bleken een probleem. Zelfs mijn carry-on mocht – nee, móest – op de bagageband.

“En nu uw formulier, graag!”
“Welk formulier?” vraag ik, op de klok kijkend.
“Van het Israëlische ministerie van Gezondheid? Dat weet U toch?”
“Heb geen idee!”
Mevrouw slaakt een diepe zucht en schuift me een blad met een QR-code onder mijn neus.
“Dit!”

Paniek. “Hoe kom ik hier op de wifi?”

Eenmaal online, en bezig aan mijn tweede schone zakdoek, vulde ik met bezwete vingers het bijna onleesbare formulier in. Met natte vingers op een smartphone typen is geen sinecure. De meeste Israëli’s hebben geen doopceel, maar het werd wel volledig gelicht. Het ontbrak er nog aan dat ze mijn bankrekening en de maat van mijn ondergoed wilden weten. Aan het einde van het proces zou ik per email een nieuwe QR-code krijgen die mevrouw dan zou kunnen scannen. 

Mooi niet.

De per kerende email van het ministerie jubelde weliswaar over een bevestiging maar gaf slechts een code van zes cijfers. “Ik moet een QR-code van u zien, meneer, anders kunt u niet mee!” Inmiddels was er niemand meer aan de counter van Turkish Airlines, behalve de mevrouw en ik. “U zult het met deze cijfercode moeten doen.” Er doemde een man uit het niets op achter mevrouw. Een heen en weer, in rap Spaans… De code werd ingevoerd en voilà: verlossing. Na bijna 45 minuten verdwenen mijn koffers eindelijk in het zwarte gat achter mevrouw. Mevrouw gromde wat en vertrok onmiddellijk.

Op Istanbul Airport was het druk. Daar ik onder normale omstandigheden gemiddeld twee maal per maand internationaal reis, bijna altijd via Turkije, ken ik deze nieuwe luchthaven al als mijn broekzak. De meeste duty-free winkels waren open, en ik stond met mijn vaste inkopen en bestellingen in een lange rij bij de kassa.

Niemand vraagt je wat, niemand vertelt je wat. Ook bij het boarden van de vlucht naar Tel Aviv niet. De security check is uiterste streng, maar dat is ie altijd in Istanbul. Niks nieuws.

Tien uur ‘s avonds. Eenmaal in Israël luidde, toen de vliegtuigdeur eenmaal geopend was, in het Hebreeuws een aankondiging: “Houdt uw gezondheidsverklaring gereed voor inspectie!” Langzaam liep het eerder bomvolle vliegtuig leeg. Midden in de gang naar de ‘Rotunda’, de centrale omloop van Terminal 3, is er een ‘roadblock’ geplaatst. Een aantal tafels, bezet door jongelui met laptops, met rijen witte plastic stoelen voor wachtenden. Iedere passagier wordt ondervraagd. 

Brutaal als de beul drong ik naar voren, en hield ik mijn telefoon in de lucht. Ik werkte me door een groep orthodoxen Joden heen die, vanwege hun angst voor technologie en smartphones, geen online formulier hadden ingevuld. Vervolgens liep ik langs vier wat verloren kijkende Grieks-Orthdoxe priesters, en meldde me bij een tafel.

Ik liet het formulier op mijn telefoon zien, en daarna de bevestiging.

“Uw naam?”
Ik duwde de telefoon onder de snotneus’ neus. “Zoek dit maar even op, alles is gechecked, en ik heb haast. Er wordt op mij gewacht!”
“Niet zo snel, meneer. Ik moet u eerst in het systeem vinden, en dan heb ik een aantal vragen!”

Vervolgens – hij had me na tien seconden gevonden – begon hij nogmaals alle vragen te stellen die ik nog in Madrid al op het formulier ingevuld en beantwoord had. Bij de derde vraag – ik woon tenslotte al veel langer in Israël dan ik ooit in Nederland ben gewoond heb – verloor ik mijn geduld.

“Wat is dit voor flauwekul? Verborgen werkloosheid? Dit staat allemaal op het formulier!”
“Ja maar meneer, dat kan ik niet zien! Ik weet ook niet waarom, misschien vanwege privacyregels?!”

Met stomheid geslagen kwam ik er uiteindelijk vandaan. Om een lang verhaal kort te maken: dik vijf uur na aankomst op Ben Gurion draaide ik midden in de nacht het slot van mijn voordeur in Mitzpe Ramon open en stapte ik eindelijk over de drempel van mijn huis.

Lees ook:
Gelukkig is God TV uit de ether! – column Ya’akov Almor

In Israël is afgelopen juni het ‘God TV’-kanaal door de kabel-tv-houder HOT uit het aangeboden pakket gehaald. In de praktijk betekent dit dat de evangelische tv-zender God TV niet langer mag uitzenden in Israël. ‘De Israëlische toezichthouder heeft besloten dat het station nog deze week uit de lucht moet’, zo rapporteerde Jonet.nl vorige maand. Kortom: de zender ging op zwart.
 

Logo Maror.

Deze column is mede mogelijk gemaakt door Stichting Maror.

Categorie: |

Home » Nieuws » Thuiskomst – column Ya’akov Almor