Veel Joodse roofkunst niet geclaimd

Beeld: Ferdinand Bol
Beeld: Ferdinand Bol

Volgens de Museumvereniging, die 139 stukken in kaart bracht, zijn er tot nu toe maar zes concrete claims op werken binnengekomen. Zeven nieuwe claims komen er nog aan, maar in totaal gaat het over enkele tientallen kunstschatten. Dat is dus slechts een klein deel van alle 139 verdachte kunstwerken. Volgens de vereniging komt dat doordat nabestaanden vaak moeilijk te vinden zijn.

Een paar voorbeelden van geclaimde werken zijn er wel. Zo heeft het Dordrechts Museum de nabestaanden van de eigenaar van een in de Tweede Wereldoorlog geroofd kunstwerk schadeloos gesteld. Dat was voor het eerst sinds de start van het project Museale Verwervingen sinds 1933, maar er kunnen meer schadeloosstellingen volgen, want er lopen nog veel zaken. Van het Stedelijk Museum in Amsterdam worden twee werken geclaimd: Odalisque van Henri Matisse en Schilderij met Huizen van Wassily Kandinski. Beide werken zijn over een maand te zien in een tentoonstelling over het Stedelijk in de oorlog. Ook het Amsterdam Museum moet waarschijnlijk een stel 17de-eeuwse zoutvaatjes afstaan aan de familie van een Joodse vrouw uit Hamburg. Het Rijksmuseum heeft waarschijnlijk ook een stel zoutvaatjes in bezit van de Hamburgse vrouw.

Tussen 2009 en 2013 deed de Museumvereniging uitgebreid onderzoek naar de Joodse roofkunst in musea. Zeker 162 musea deden mee aan het project. Het onderzoek leverde 139 objecten op met een mogelijk problematische herkomstgeschiedenis, afkomstig uit 41 verschillende musea. Bij 78 objecten is onzeker aan wie het object toebehoorde en of het inderdaad om roof of onvrijwillig bezitsverlies gaat. Aan 61 objecten is een naam van een oorspronkelijke eigenaar gekoppeld. Na publicatie van de resultaten van het museumonderzoek op 29 oktober 2013 zijn bij enkele musea claims binnengekomen op stukken die in het onderzoek tevoorschijn waren gekomen of hebben musea contact kunnen leggen met nabestaanden of erfgenamen. 

Voor aanspraken dienen nabestaanden of erfgenamen zich in eerste instantie te wenden tot de betreffende musea. Aanspraken worden altijd bij de huidige collectie-eigenaar ingediend. Vervolgens kunnen aanspraken in onderling overleg tussen de huidige eigenaar, het museum, familieleden of erfgenamen aan de Restitutiecommissie worden voorgelegd voor onafhankelijk bindend advies over de toekomst van het object. Betreft het een kunstvoorwerp in Rijksbezit, dan kunnen familieleden of erfgenamen van de oorspronkelijke eigenaar een schriftelijk verzoek tot restitutie indienen bij de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Categorie:

Home » Nieuws » Veel Joodse roofkunst niet geclaimd