Veel Joodse vernieuwers in 75 jaar Vrij Nederland

weblogs.nrc.nl (dv)

Het opinieweekblad Vrij Nederland (VN) viert deze week zijn 75-jarig bestaan. In de jubileumeditie worden 75 mensen belicht  ‘die Nederland in de afgelopen vijfenzeventig  jaar hebben vernieuwd’.  Opvallend is het aantal geportretteerden met een Joodse achtergrond.

Behalve hedendaagse BN’ers zoals oud PvdA-voorzitter Felix Rottenberg, cabaretier Micha Wertheim, auteur Arnon Grünberg, journalist Frits Barend en oncoloog Bob Pinedo, komen verschillende beïnvloeders van het naoorlogse Nederland aan bod in het feestnummer van de voormalige verzetskrant.

Joop van Tijn (1938-1997) verwierf bekendheid als journalist, politiek commentator en als radio en televisiemaker (Rust Zacht, Welingelichte Kringen, Zo is het toevallig ook nog ’s een keerHaagsche KringenHet Capitool). Hij was van 1991 tot 1997 hoofdredacteur van Vrij Nederland, een functie waarin hij Rinus Ferdinandusse opvolgde.  Als Joods jongetje bracht hij zijn vroege jeugd door in jappenkampen  op het eiland Java. Over die jaren  praatte hij weinig. Wel stond hij erop, dat vergaderingen van de Haagse redactie in een Japans restaurant, bij voorkeur het Okura of Yoichi, werden gehouden. Hij genoot van de manier waarop hij door de kelners in de watten werd gelegd. Daarover zei hij: ‘Toen ik jong was, gedroegen de Japanners zich heel anders. Ze lieten je urenlang op appèl staan en je moest toezien bij onthoofdingen.’

Renate Rubinstein (1929-1990) was één van de eerste columnisten in Nederland. Zij schreef onder de naam Tamar van 1961 tot 1990 wekelijks in VN over politiek en cultuur, maar ook over haar persoonlijke leven. Na haar dood verscheen het boek Mijn beter ik, waarin zij haar geheime verhouding met Simon Carmiggelt onthulde. Rubinstein was kind van een gedeporteerde Joodse vader en een niet-Joodse moeder en liet zich veel met Joodse kwesties in. Over haar Joodse afkomst liet zij zich ooit ontvallen: ‘Halfjoden, dat zijn pas Joden. Die horen echt nergens bij.’

Benno Premsela (1920-1997), alias ‘de kunstpaus van Nederland’, was vormgever en binnenhuisarchitect en was daarnaast een vooraanstaand voorvechter van de homo-emancipatie. Tijdens zijn onderduik in Amsterdam-Zuid maakte hij leren tassen op de Singer naaimachine, die hij uit zijn ouderlijk huis had meegenomen. Met die tassen financierde hij zijn levensonderhoud. Zijn ouders, zus en oudste broer werden vermoord. Hij en zijn broer Boet overleefden de oorlog. Premsela was zich tijdens zijn onderduikperiode bewust geworden van zijn homoseksualiteit. Hij wist zich vanuit de dubbele afwijzing, die hem tijdens zijn adolescentie als joodse homoseksueel ten deel was gevallen op te werken tot één van de invloedrijkste Nederlanders van zijn tijd.

Sonia Gaskell (1904-1974) legde als pionier in de Nederlandse danswereld de basis voor de Nederlandse danscultuur. Ze werd in 1904 in Litouwen geboren als middelste dochter in een welvarend Joods gezin. Van daaruit verhuisde ze naar Oekraïne, waar ze haar eerste balletlessen volgde. Op haar 15de besloot ze met haar zus via Moskou naar een kibboets in Palestina te vertrekken, naar eigen zeggen ‘op zoek naar een vreedzame wereld na alle gruwelen van de Oktoberrevolutie’. In de kibboets kreeg ze tbc, waardoor ze de rest van haar leven op één long zou roken. Kort voor de oorlog vestigde zij zich in Nederland. ‘Mevrouw,’ zoals ze door haar leerlingen werd genoemd, leidde vele jaren het Nederlands Ballet en het Nationaal Ballet.

Vrij Nederland is ontstaan als verzetskrant tijdens de Duitse bezetting en werd opgericht door protestantse jongeren. De eerste uitgave verscheen op 31 augustus 1940. Verschillende van de oprichters werden tijdens de oorlogsjaren gearresteerd en gefusilleerd. Na de oorlog ging Vrij Nederland verder als weekblad.

Categorie:

Home » Cultuur » Veel Joodse vernieuwers in 75 jaar Vrij Nederland