Vlees – column Marc de Hond

Marc de Hond
Jonet

Ik was veertien en woonde in Amstelveen op een steenworp afstand van mijn middelbare school. In de middagpauze ging ik naar huis en nam mijn niet-Joodse vriend Henk mee naar huis. In mijn slaapkamer werkten we samen aan een artikel voor de schoolkrant. En toen gebeurde het: Henk opende zijn rugtas. Pakte zijn broodtrommeltje. Daaruit toverde hij een bruine boterham, belegd met een dikke plak ham!

Wat walgde ik ervan. De geur van varkensvlees en het zicht op mijn vriend die voor mijn neus hap na hap naar binnen smakte. En deze zonde vond plaats in mijn eigen slaapkamer! Henk vrat door alsof er niets aan de hand was. En ik dacht: hoe haalt deze goj het in hemelsnaam in zijn hoofd om het summum van een treifere hap te verorberen op de rand van het bed van een Joodse jongen?

Vier jaar later. Ik had een date met het leukste meisje uit mijn klas. Ik had al een tijdje een oogje op haar… en zij op mij. Het beloofde een mooie avond te worden. In het restaurant bestelde ik carpaccio als voorgerecht. Zij bestelde… garnalen! Even later zag ik het ene na het andere stuk schaaldier in haar mond verdwijnen. Toen we die avond het restaurant uitliepen en afscheid namen omhelsde ze me. Ze zette haar mond op die van mij. Op dat moment kon ik alleen maar denken aan de garnaalresten tussen haar tanden. Ik worstelde me los uit haar omhelzing en zei dat ik hoofdpijn had.

Het is inmiddels zeker twintig jaar geleden dat ik mijn geloof in God verloor. Ik voel me Joods en nauw verbonden met het Joodse volk; maar mijn kennis over evolutie en ‘the big bang’ staan geloof in het scheppingsverhaal in de weg. Ik ben inmiddels atheïst, ik zie de bijbel als een verzameling mooie verhalen die ik niet al te letterlijk moet nemen. Ik kon me er erg in vinden toen ik iemand de tora hoorde omschrijven als ‘The Goat Herders Guide to the Galaxy’.

Echter… ik moet er nog steeds niet aan denken om varkensvlees of schaaldieren te eten. Ik walg nog steeds van een boterham met vleesbeleg en boter. Wat dat betreft heeft de indoctrinatie in mijn jeugd goed zijn werk gedaan.

Wat je wel en niet wilt eten, is heel erg cultuurbepaald. Voor mensen in Korea is het eten van hond heel normaal. De meeste Nederlanders moeten er niet aan denken. Elke religie kent regels die eisen dat je je dingen ontzegt. Moslims en Joden eten geen varkensvlees, hindoes eten geen rundvlees, priesters hebben geen seks (als het goed is), Jehova-getuigen vieren geen verjaardagen en christenen werken niet op zondag.

En zo zijn er miljarden mensen op de wereld, die zich aan allerlei verschillende, duizenden jaren oude leefregels houden. Hoeveel mensen op aarde hebben géén seks voor het huwelijk, omdat zij denken dat hun God dat van hen eist? Ik ken Joodse families die op sjabbat en Joodse feestdagen geen lichtknopjes bedienen (maar alles vooraf instellen op een timer) en geen tv kijken (maar wel aan een niet-Joodse vriend vragen om even op het antwoordapparaat in te spreken hoe Ajax heeft gespeeld).

Ook mensen die niet in God geloven, ontzeggen zichzelf dingen. Ik heb een atheïstische vriend die in de ‘ware liefde’ gelooft. Hij heeft jaren in een populaire band gezongen en heel veel kansen gehad om met de mooiste vrouwen van Nederland het bed te delen. Hij heeft ze afgewezen, omdat hij op negentienjarige leeftijd getrouwd is met zijn eerste vriendinnetje van de middelbare school en is opgevoed met de overtuiging dat vreemdgaan zondig is. Was hij echter mormoon geweest (of een Italiaanse politicus), had hij daar waarschijnlijk heel anders over gedacht.

Ik ben me ervan bewust dat ik vandaag zou kunnen besluiten om het allemaal anders te doen. Ik zou vanaf vandaag gewoon varkensvlees en schaaldieren kunnen gaan eten. Ik geloof toch niet dat er een God is die mij daarvoor zal straffen.

Maar ach… het is ook wel overzichtelijk. Als ik in een restaurant zit met een uitgebreide menukaart heb ik mijn keuze altijd snel gemaakt. De helft valt voor mij toch af.

Categorie:

Home » Columns en opinie » Vlees – column Marc de Hond