‘We moeten niet onzichtbaar worden’ – serie Joods Denemarken (3)
Het is een herfstige zaterdagochtend in de Deense provinciestad Silkeborg. Op de voordeur van het Joodse echtpaar Ella en Henrik Chievitz wordt geklopt. Henrik doet open en ziet een geschokte buurvrouw staan, die met tranen in de ogen zegt: “Er zit een ster op je brievenbus, zoals uit de oorlog.” Samen lopen ze naar de postbus bij de ingang van de voortuin en daar zien ze een sticker van een gele Jodenster, identiek met de sterren die de Joden buiten Denemarken tijdens de Tweede Wereldoorlog moesten dragen van de nazi’s.
“Ik bevroor van binnen. Dat dit kan gebeuren in 2019,” zegt Chievitz achteraf tegen Jonet.nl. Zijn vrouw Ella: “Ik weet nog dat ik die dag wakker werd en dacht: Ik ben gelukkig! Vanavond komen de kinderen, we maken lekker eten klaar, een goed glas wijn erbij, hoe goed kun je het hebben?” Maar het weekend van de Kristallnacht-herdenking van vorig jaar veranderde haar beeld. “En toen kwam dit. Ik was diep geschokt.”
Thee in de kan, kersen en koekjes. Aan tafel in hun gezellige huis in een buitenwijk van Silkeborg, in het midden van Denemarken, zitten Ella en Henrik. Ze zijn allebei maatschappelijk werker en hebben samen vier kinderen uit eerdere huwelijken. Ella was al jong weduwe en bleef achter met twee kleine meisjes. Tijdens haar opleiding tot maatschappelijk werker leerde ze Henrik kennen. Ze komt oorspronkelijk uit Israël, en haar ouders komen uit India. Henrik is Deen, maar zijn voorvaderen kwamen in de 18de eeuw als Joodse vluchtelingen uit Polen naar Denemarken. Ze werden algauw christen. Zo is hij ook opgevoed.
“Op die zaterdagochtend deed ik aangifte per telefoon,” vertelt Henrik. “De agent van dienst deed het eerst af als ‘kwajongensstreek’. Maar toen vroeg ik hem: Hoe toevallig is het dat je een Jodenster bij je hebt? En dat je die toevallig op de brievenbus plakt van een van de weinige Joden hier in Silkeborg, in een rustige buitenwijk, geen doorgaande route?” De agent overlegde even met zijn chef, en daarna ging het snel en professioneel. “Er kwamen meteen twee agenten die sporenonderzoek deden. De politie kwam de dagen daarna nog even patrouilleren, dat gaf ons een veilig gevoel.”
Ook hartverwarmend waren de reacties van anderen. Van berichten op Facebook, bloemen en kaarten tot een fakkeloptocht als teken van solidariteit, georganiseerd door de buren. Driehonderd inwoners van Silkeborg deden mee. Dat nam niet weg dat het Joodse echtpaar erg geschrokken was. ”Ik durfde niet meer alleen thuis te zijn ’s avonds,” zegt Ella. Ze hebben nu een alarmsysteem in en rond het huis laten installeren, en dat helpt. Maar de nasleep duurde lang. “Je wordt waakzaam, je spitst je oren bij elke auto die voorbijrijdt.”
Was het een verrassing? “In zekere zin was het geen verrassing,” zegt Henrik. “Joden zijn een legitiem doelwit. En Joden zelf zijn waakzaam, houden elkaar in de gaten.” Je praat er niet over, maar je verbergt je hangertje met een Davidsster, bijvoorbeeld, vindt Ella. “Eén keer had ik die wel om, en toen vroeg een vrouw of ik expres daarmee provoceerde, of ik wel wist dat ik daarmee antisemitisme uitlokte. Ook horen we wel van vrienden van wie de kinderen op school worden gepest en dat hun spullen worden beklad met swastika’s. Maar het omgekeerde gebeurt ook, een moslima die op je afstapt en zegt: ‘Ik ben het niet eens met wat Israël doet, maar jullie mogen niet worden lastiggevallen.’”
‘Woede geeft energie’
“Als het te erg wordt, ga ik terug naar Israël,” zegt Ella Chievitz. Voor Henrik ligt dat anders. “Denemarken is mijn land. En ik vind het belangrijk om op te komen voor Joden in Denemarken. We moeten niet onzichtbaar worden. Denen zijn nogal conflict vermijdend, maar soms moet je dat niet zijn, je moet mensen met de haat die je ondervindt confronteren. Zo grijp je de mogelijkheid om kennis over Joden en Jodendom door te geven, door voordrachten, informatiedagen op scholen.” Woede geeft ook energie, zegt Ella en Henrik valt haar bij. “Als iemand jouw waarden met voeten treedt, word je boos en wil je iets doen. Ik vind het prima als er dan een discussie op gang komt en mensen worden gedwongen na te denken.” Maar je betaalt wel een prijs, voegt Ella eraan toe. “Niet alleen aan het bedrijf dat ons huis bewaakt, maar ook aan de kleine losse opmerkingen, de haatmails die binnen blijven druppelen en die toenemen als we op tv zijn geweest.”
Jeruzalem of Kopenhagen?
Een vragenronde bij de leidende figuren uit de Deens-Joodse gemeenschap laat een soortgelijk beeld zien: weinig antisemitisme in het dagelijks leven, strijdbaarheid, de steun uit de samenleving. En voor sommigen is er het kattenluikje Israël. “Als het werkelijk te erg zou worden, dan zat ik zo in Jeruzalem,” zegt Henri Goldstein, voorzitter van de Joodse gemeenschap in Denemarken. “Maar wij ervaren steun uit alle lagen van de Deense samenleving, van een mailtje of bloemen tot het beveiligingsbeleid van de overheid.”
Jair Melchior, opperrabbijn van Denemarken, wijst erop dat het aantal antisemitische acties al een aantal jaren op het ongeveer hetzelfde niveau ligt. Elke handeling is er één teveel, vindt hij. “Maar ik hoor mijn hele leven al dat antisemitisme toeneemt. Klopt dat wel? Zoiets moet gebaseerd zijn op de realiteit, niet op gevoelens.”
Rabbijn Yitzchok Loewenthal van de orthodoxe gemeente Machsike Hadas wijst op een ander gevoel: “De mens raakt aan dingen gewend. Ik krijg zelden nare opmerkingen naar mijn hoofd, hoewel je duidelijk kunt zien dat ik Joods ben [hij draagt een volle baard en de tzitziyot komen onder zijn witte hemd uit, IS]. De laatste keer dat iemand in de openbare ruimte raar op me reageerde, was een maand geleden in Odense. Toen werd ik nadrukkelijk nagekeken. Maar als iemand een rotopmerking maakt, dan glimlach ik en groet die persoon vriendelijk. Dat krijgt ze wel stil! We moeten de slachtofferrol vermijden.”
Sinistere symboliek
Wat in de geschiedenis van het Jodendom in Denemarken opvalt, is dat er opvallend vaak antisemitisch geweld voorkomt op en rond de Hoge Feestdagen. De korporlige Jødefejde van 1819 brak uit in september, vlak voor de Hoge Feestdagen, en de vlucht van de Joden uit Denemarken kwam op gang eind september, ook rond de Hoge Feestdagen. En dan de aanvallen op Joodse doelwitten in november 2019, samenvallend met de herdenking van Kristallnacht. Weliswaar geen religieuze feestdag, maar wel een belangrijke herdenkingsdag. Is dat toeval?
“Dat klinkt als een complottheorie! Trouwens, veel anti-semitische vooroordelen komen in de vorm van complottheorieën,” zegt Jakob Egeholm Feldt hoogleraar Globale en Trans-nationale geschiedenis, en specialist op het gebied van Joden in Denemarken aan de universiteit van Roskilde. “De bekendste is wel die van de Protocollen van de Wijzen van Zion, en corona schijnt ook de schuld te zijn van Joden. Het is een mooi verhaal dat al je vermoedens bevestigt, en er een kwade opzet in vindt. Maar ís het wel zo? Als je zo’n complot niet kunt bevestigen maar ook niet kunt ontkrachten, dan heb je met een complottheorie te doen. Dus nee, ik denk niet dat er iets achter zit.”
Banger voor corona dan voor Joden
Hoe gaan ze Ella en Henrik Chievitz de Hoge Feestdagen in? Bang voor narigheid? vroeg ik hen voorafgaand aan deze periode van feesten. “Nee hoor,” zegt Ella. “Mensen zijn nu banger voor corona dan voor Joden.” Henrik: “Nee, corona kómt door de Joden!” Ze barsten allebei in lachen uit.
Terug naar de leiders van Joods Denemarken. Rabbijn Sandra Kviat van Shir Hatzafon heeft een wedervraag: “Ben je een Sinaï-Jood of een Sjoa-Jood? Je moet je Joodse identiteit niet laten bepalen door de gruwelijkheden, die er natuurlijk ook zijn, en zijn geweest. Joods zijn is zo veel meer: geloof, levenswijze, kleurrijkheid, met de ruimte om op je eigen manier Jood te zijn en open te staan voor anderen.”
Ook opperrabbijn Melchior maakt zich geen zorgen over ongeregeldheden rond die dagen. ”Oktober is juist een positieve maand voor Joden in Denemarken: toen kwam de Jødeaktion op gang, waardoor de overgrote meerderheid van Deense Joden werd gered door Denen. Ja, ik ben optimist! Dus wat de Hoge Feestdagen betreft zeg ik: Kijk, zovelen hebben geprobeerd ons te onderdrukken, maar we zijn er nog steeds.”
Voorzitter Henri Goldstein van Joods Denemarken heeft vooraf andere zorgen voor de Hoge Feestdagen: “Hebben we wel genoeg plaats in de synagoge? We moeten ons immers houden aan de richtlijnen voor corona, en we hebben veel oudere leden.” Tenslotte is er rabbijn Yitzchok Loewenthal. Hij bereidt zich ook niet anders voor op bijvoorbeeld Jom Kipoer. “Of we ons moeten verzoenen met antisemieten? Verzoening gaat bij het Jodendom om reflectie op je geloof, en om je verhouding met concrete personen. We vergeven niet alles wat beweegt, in zijn algemeenheid, om het zo maar eens te zeggen. En uiteindelijk gaan de Hoge Feestdagen erom dat we het Jodendom vieren.”
In de vierde en laatste aflevering van dit artikel een kijken jongeren vooruit: hoe zien zij hun toekomst? In Jeruzalem of Kopenhagen?
Lees ook:
‘Jødekonge, jødefejde en jødeaktion’ – serie Joods Denemarken (2)
“Het is beschamend om mee te maken hoe antisemitisme weer opduikt, ook hier bij ons. Antisemitisme, intolerantie en onderdrukking van andersdenkenden horen nergens thuis. Het is iets waar we goed op moeten letten en waar we elkaar bij moeten helpen om het te bestrijden,” aldus de Deense koningin Margrethe II eind 2019. In dit verhaal duiken we in het Joodse verleden van Denemarken.
Det Jødiske Samfund – serie Joods Denemarken (1)
Op een koude, bewolkte novembermorgen ontdekken tuinmannen van de Østre Kirkegaard in de Deense stad Randers dat vandalen hebben toegeslagen op de Joodse begraafplaats. Vierentachtig grafstenen zijn beschadigd: besmeurd met groene verf of omgegooid. Precieze datum: 9 november 2019, 81 jaar na Kristalnacht. Toeval?
Waardeert u dit artikel?
Doneer hier dan een klein bedrag. Jonet.nl is een journalistiek platform dat zonder giften niet kan bestaan. Wij danken u bij voorbaat.
Wil je meer informatie of een hoger bedrag doneren? Ga naar jonet.nl/doneren