42 condooms – column Tomer Pawlicki

Tomer Pawlicki
Tomer Pawlicki (beeld: FB).

‘Vijftien jaar geleden kocht ik tweeënveertig condooms.
Het is 2001. We leven in zorgeloze tijden. George W Bush is president van de Verenigde Staten. Osama bin Laden leeft nog in relatieve anonimiteit. En Johan Cruijff heeft nog vijftien jaar te leven. Ik ben vijftien en de zomer komt eraan. Een beetje zoals nu.

Bne Akiwa, Joodse scouting voor de leek, organiseert Sayarim. Een zomerkamp voor alle vijftienjarige Joden in heel Europa. Het festijn zal zich twee weken lang in de Franse Alpen begeven. En op school doen de heftigste seksverhalen de ronde. ‘De Zweedse meisjes zijn het makkelijkst’, ’De Fransen zijn het meest sexy, maar wel harig’, en Benji uit 6 vwo claimt dat ‘een Vlaams meisje twaalf gasten heeft gepijpt in een kring’. Niet dat hij erbij was. Hij had er alleen van gehoord. Uit een betrouwbare bron, dat dan weer wel.

Nadat ik de hoofd van Bne Akiwa heb toegezegd elke sjabbat naar Bne Akiwa te komen mag ik mee. Hoera.
Mijn vader heeft zijn bedenkingen. Waarom moet ik A) In godsnaam bij een modern orthodoxe organisatie en B) waarom moet dat op zijn kosten? Toch stemt hij in. Ik had tweeënveertig goede argumenten om hem te overtuigen.
Een paar maanden later zit ik in de bus naar de Franse Alpen met een missie. Tweeënveertig condooms in mijn tas. En biddend tot god, tot wie ik me heb gekeerd, voor hulp. ‘Help mij mijn maagdelijkheid eindelijk te vernietigen’, prevel ik zacht.

Onderweg wordt er gefantaseerd over de Zweedse vrouwen. Er schijnen Amerikanen mee te zijn. En dit jaar maken de Spanjaarden voor het eerst hun opwachting. Tijdens een tussenstop in Antwerpen halen we de Vlamingen op. Jazeker, de Vlamingen. Dat belooft wat. Tinder was er niks bij. Een Joodse vleesmarkt in de bus. Zeker na de verhalen van Benji.

Na vierentwintig uur reizen komen we aan in de Alpen. We worden verwelkomd. De huisregels worden uitgelegd.
Er mag niet worden gerotzooid. En wie er met condooms, alcohol of drugs betrapt wordt mag meteen naar huis. Overal staan de teksten “Tora en Awoda” oftewel “Tora en werk”.
Dit moet een misverstand zijn.

Als eerste klus moet ik de Tora-kast van de ene kamer naar de andere verplaatsen. Verder worden er religieuze liederen gezongen en gebeden. We worden ingedeeld in kamers. Ver weg van de vrouwen. Die overigens veel orthodoxer zijn dan dat de verhalen deden vermoeden.
Na weer vierentwintig uur werken en bidden heb ik nog geen fatsoenlijke tepel gezien.
Dat zou zo blijven de komende twee weken. Niemand heeft iets gezien. God heeft of mijn gebeden niet gehoord of hij bestaat niet. Of heeft ie een rare smaak voor komedie?

De laatste avond krijgen we ineens vrij spel. Iedereen denkt zijn kans te kunnen pakken. Zou het dan toch? De Nederlanders worden dronken. Één iemand wordt groen door een teveel aan nicotine. En een van mijn condooms belandt uitgerekt maar leeg in de gang. Het brandalarm gaat af. Resultaat van de avond? Niemand scoort. En we horen geen verhalen.

Een dag later kom ik aan in Amsterdam met eenenveertig condooms in mijn tas. Ze gaan direct de lade in. Het was allemaal een grote desillusie. God heb ik ook niet gevonden ondanks de Tora en awoda. Missie mislukt.

Vier jaar later zit Wendy bij mij op de kamer. In mijn lade eenenveertig ongebruikte condooms.
Allemaal over de datum. Onbruikbaar. Wat een ironie.
Natuurlijk bestaat hij. Wie anders heeft zulk goede humor. Dan haalt Wendy een nieuw pakje uit haar tas. En god verdwijnt weer, ergens in mijn hersenen.
Missie geslaagd.’

Categorie:

Home » Columns en opinie » Archief Oud-columnisten » 42 condooms – column Tomer Pawlicki