‘Acht dagen lang elkaar het licht gunnen’

Forward (dv)

Opperrabbijn Binyomin Jacobs van het Interprovinciaal Opperrabbinaat (IPOR) reist vanaf vandaag acht dagen lang kris kras door Nederland om Chanoeka te vieren. In verschillende plaatsen, waaronder Maastricht, Middelburg, Arnhem en Bourtange steekt hij met de lokate autoriteiten de kaarsjes aan. Net als in voorgaande jaren zal Jacobs voor Jonet een persoonlijk dagboekverslag bijhouden. Hij heeft er weer zin in, zo blijkt uit een interview.

In de komende acht dagen bent u weer in touw rond Chanoeka, het feest van het licht. Wat gaat u precies doen?

‘Ik zie mijzelf als een lantaarnaansteker. In vroegere tijden had iedere stad een man die met een lange stok alle lantaarns in de straten aanstak om licht te brengen. Dat klinkt natuurlijk wat zalvend en dat is het misschien ook wel, maar in een periode waarin zoveel duisternis is, is licht en warmte heel essentieel. Mensen komen bijeen, ontmoeten elkaar, Joden en niet-Joden, een paar inhoudelijke spirituele woorden, samen zijn, elkaar het licht gunnen…’

U zult heel Nederland doorreizen om op openbare plekken de kaarsen aan te steken. Het klinkt als een groot karwei. Kunt u uitleggen wat u beweegt?

‘Wat mij beweegt? Is het dan niet mijn primaire taak als rabbijn om naar de mensen te gaan, ze te ontmoeten, even een praatje? Weet dat het nooit blijft bij het alleen het aansteken van de Menora. Bij iedere bijeenkomst, doordat ik aanwezig ben, komen mensen naar mij toe. Ze willen een gesprek, hebben hulp nodig, willen anderen helpen. Dat kleine zichtbare vlammetje in de duisternis, brengt zoveel moois en zoveel licht!’

In het afgelopen jaar is het onveiligheidsgevoel binnen de Joodse gemeenschap toegenomen. Doet u er wel verstandig aan om op pleinen Chanoekia’s aan te steken?

‘Ik word een beetje boos over deze vraag: Joden hebben ondanks alles de eeuwen weten te doorstaan. Ik laat me toch niet afschrikken door angst voor terrorisme?! We leven in Nederland nog steeds in een multiculturele samenleving. De multiculturele maatschappij is geen theorie, maar is praktijk. Ik weiger mijn hoed te vervangen voor een baseballkap en ik ben van mening dat ieder die gewoonlijk zichtbaar een mageen david draagt, dat vooral moet blijven doen. Als we toegeven aan morele en fysieke chantage, dan is ons Nederland niet meer multicultureel!’

Net als in 2013 en 2014 gaat u voor Jonet een dagboeken-serie aan. Waarom?

‘Ik wil dat de boodschap van Chanoeka nog verder reikt dan de plaats waar de menora wordt aangestoken. De Menora toont namelijk, dat wij Joden niet de miraculeuze oorlogsoverwinning van een klein Joods leger over een gigantische Griekse legerschare centraal stellen, maar dat wij juist het wonder met het kleine kruikje olie in het middelpunt zetten. In de geschiedenis van toen was het wonder van het kleine kruikje olie een onbelangrijke bijzaak. Het kruikje bleef acht dagen branden, terwijl logischerwijs er maar voor één dag voldoende olie was. Als u naar een van de bijeenkomsten komt, zult u horen wat dit voor u en mij, maar ook voor overheden, vandaag de dag betekent om bijzaken tot hoofdzaken te maken’.

Zitten er dit jaar bijzondere plaatsen of gebeurtenissen bij?

‘Iedere plaats is uniek. Maastricht krijgt de grootste Menora ter wereld, er worden duizend mensen verwacht op de Markt voor het stadhuis. In het Groningse Bourtange zijn we al erg blij met tachtig aanwezigen. Is daarvoor Bourtange voor mij minder belangrijk? Minder uniek? Ieder jaar is er wel ergens een wonder. Een Joodse man of vrouw die gigantisch ver weg is van zijn of haar roots en dan inspiratie vindt bij de Menora, misschien maar een half uur! Of een Nederlander met een islamitische achtergrond die toch stil blijft staan bij de Menora en meezingt met het Ma’oz Tsoer en als gevolg hiervan vriendschap voelt en verbondenheid.’

Wat maakt Chanoeka voor u belangrijk?

‘Chanoeka is het enige feest op de Joodse kalender dat wij ook naar buiten moeten uitdragen. Het Jodendom doet niet aan zending en missie. Maar op Chanoeka moeten we wel uitstralen naar de ons omringende samenleving. Geen poging tot bekering, maar in de lichtjes ligt wel de boodschap van het gezamenlijk strijden voor universele waarden en normen, recht voor ieder medemens om zijn of haar eigen identiteit te mogen beleven, een oproep om samen te vechten tegen onrecht, moord, uitbuiting, slavernij, verkrachting, antisemitisme en discriminatie. Is dat niet belangrijk?’

Categorie:

Home » Nieuws » Religie » ‘Acht dagen lang elkaar het licht gunnen’