Betty Goudsmit-Oudkerk (96) overleden

Corbino

Betty Goudsmit-Oudkerk, een bekende verzetsheldin van Joodse komaf, is zondag in de vroege morgen op 96-jarige leeftijd overleden. Ze was het nog laatste levende personeelslid van de Joodse crèche aan de Plantage Middenlaan in Amsterdam, tegenover de Hollandsche Schouwburg. Tijdens de Sjoa lukte het Goudsmit-Oudkerk samen met collega’s om vele honderden Joodse kinderen te redden door ze weg te smokkelen. Ze was kinderverzorgster, zeventien jaar oud en werkte enthousiast aan mee aan deze vorm van verzet.

Wonen boven de winkel
Elisabeth Goudsmit-Oudkerk groeide op in een warm en liefdevol gezin, waar veel aan anderen werd gedacht, aldus het Joods Cultureel Kwartier. Haar vader Leendert Oudkerk had een succesvolle manufacturenzaak in de Van Woustraat in Amsterdam. Het was een lieve, hardwerkende man. Moeder Henriette Hamburger-Monnickendam was muziekpedagoge. Betty had een goede band met ze. Het gezin Oudkerk woonde boven de winkel. Ze waren met vijf kinderen: Gerrit, Nol, Leni, Betty en Jaap. In december 1940 overleed vader Oudkerk aan een hersenbloeding. Betty herdacht zijn dood nog ieder jaar.

Sieny Kattenburg
Op de Amsterdamse Huishoudschool aan het Zandpad in Amsterdam ontmoette Betty andere Joodse meisjes – sommigen waren uit Duitsland gevlucht. Ook leerde zij daar Sieny Kattenburg kennen, het begin van een lange vriendschap. Na de zomervakantie van 1941 waren de Joodse meisjes niet langer welkom op de huishoudschool. Betty was toen zeventien jaar. Ze konden aan de slag in de Crèche aan de Plantage Middenlaan, een kinderdagverblijf voor Joodse en niet-Joodse kinderen, maar vanaf 15 september 1941 uitsluitend voor Joodse verzorgsters en Joodse kinderen.

Een onuitwisbare indruk
Betty vond het daar in eerste instantie heerlijk, ze genoot van de kinderen, speelde piano, zong, knutselde en volgde er een tweejarige opleiding. In oktober 1942 werd de crèche dependance van de Hollandsche Schouwburg, en daarmee onderdeel van de deportatie. Het leven in deze kinderopvang werd erg zwaar voor een achttienjarige, niet in de laatste plaats omdat Betty ook haar eigen verdriet en zorgen had. De gebeurtenissen maakten een onuitwisbare indruk op haar. De kinderen, die, gescheiden van hun ouders in de crèche zaten, waren vaak zenuwachtig en bang. Op een dag waren de kinderen zó nerveus en druk, dat Betty beloofde om zich van de bovenste verdieping aan een touw naar beneden te laten glijden, als ze tien minuutjes stil zouden zijn. Ze dacht: Dat lukt ze toch niet. Maar het lukte ze wel, en daar ging Betty.

Walter Süskind
Een klein groepje kinderverzorgsters werd door Walter Süskind en Henriette Pimentel benaderd om mee te helpen bij het wegsmokkelen van kinderen uit de crèche. Betty was één van hen. Met gevaar voor eigen leven heeft ze een aantal kinderen in veiligheid gebracht. Maar het feit dat, ondanks alle pogingen om zoveel mogelijk kinderen van deportatie te redden, de overgrote meerderheid is vermoord, dat heeft Betty en haar collega’s nooit meer losgelaten. Die pijn is altijd gebleven. Niettemin zijn zeker zeshonderd Joodse kinderen vanuit deze plek van de dood gered.

Laatste razzia en onderduik
In de nacht van 28 op 29 september 1943 vond de laatste razzia in Amsterdam plaats. Die nacht werd ook de crèche leeggehaald. Met behulp van een vriend zag Betty kans om zich op de zolder van het naastgelegen gebouw, de Hervormde Kweekschool, te verstoppen. De volgende ochtend begon haar onderduikperiode; eerst samen met haar zus Leni, daarna alleen. Haar broertje Jaap zat elders ondergedoken. Begin 1943 waren Betty’s moeder en grootmoeder weggevoerd. Haar broer Gerrit was in Frankrijk opgepakt, Nol was via de Hollandsche Schouwburg naar Auschwitz gedeporteerd. Allen zijn vermoord.

Rechtsherstel
Na de oorlog ging Betty aan de slag in het Binnengasthuis, en daarna bij de Berg-Stichting, waar Joodse weeskinderen werden opgevangen, wier ouders waren vermoord. Ze trouwde met Bram Goudsmit. Vanuit het totale isolement waarin ze na de oorlog terecht kwam, heeft zij een nieuwe familie en een nieuw bestaan weten op te bouwen. Betty en Bram kregen vijf kinderen. Door rechtsherstel kregen Betty, Leni en Jaap de huizen van de familie terug. De verkoop ervan vormde de basis voor Bram Goudsmits makelaarsbedrijf, dat uitgroeide tot een succesvolle onderneming, waarvoor ook Betty zich volledig inzette.

Charme en mazzel
Goudsmit-Oudkerk verloor tijdens de Tweede Wereldoorlog haar moeder, grootmoeder en twee broers. Door haar moed, charme en mazzel ontsnapte ze zelf aan een wisse dood. Decennialang sprak ze niet over haar tijd in de oorlog. Pas in de jaren 2010 was ze bereid om haar verhaal te delen. In 2016 verscheen haar biografie ‘Betty, een Joodse kinderverzorgster in verzet’, geschreven door Esther Göbel en Henk Meulenbeld. Toenmalig burgemeester Eberhard van der Laan (PvdA) nam het eerste exemplaar in ontvangst. “Dan stond ik voor de deur en dan ging ik met de kinderen wandelen. En dan liepen we naar de Portugese Sjoel, om de hoek tegenover Artis. En dan liet ik ze daar achter,” zei Goudsmit-Oudkerk tegen AT5. “Ik heb met de kinderen gedanst en gezongen. En zingen is een hele goede afleider voor verdriet, weet je.”

Sieny en Harry
De geschiedenis van de crèche krijgt de afgelopen jaren veel aandacht in de media. Zo wordt de biografie van directrice Henriëtte Pimentel, onder wier leiding Betty de fijne kneepjes van de kinderverzorging leerde, momenteel geschreven door Esther Shaya en Frank Hemminga. In 2018 verscheen van Shaya’s hand de dubbelbiografie Harry en Sieny: overleven in verzet en liefde. Zij vertelt daarin de sterk door de oorlogsjaren gekleurde levensgeschiedenis van Betty’s jeugdvriendin en crèchecollega Sieny Kattenburg en haar man Harry Cohen.

‘Strijdbaar en vief als altijd’
Bij de presentatie van dat boek zat Goudsmit-Oudkerk, ‘strijdbaar en vief als altijd’, aldus de uitgeverij, in de zaal. Nadat Harry en Sieny kort na elkaar overleden, was zij de laatste ooggetuige van de gebeurtenissen in de crèche. Op 4 mei 2019 legde ze tijdens de Nationale Dodenherdenking een krans bij het nationaal monument op de Dam. Goudsmit-Oudkerk overleed op zondagochtend. Ze werd 96 jaar oud en is binnen een dag begraven op de Joodse begraafplaats Beth Haim in Ouderkerk aan de Amstel.

Betty Goudsmit-Oudkerk samen met familieleden op de foto met toenmalig Burgemeester Eberhard van der Laan (2016), FB.


Lees verder:
Joodse verzetsstrijdster Cohen-Kattenburg (94) overleden

Oud-verzetsstrijdster Sieny Cohen-Kattenburg is niet meer
. Ze overleed in de nacht van 7 op 8 februari in Amsterdam op bijna 95-jarige leeftijd. Ze was al geruime tijd ziek. 

In memoriam: verzetsman Harry Cohen (99)
Samen met zijn vrouw Sieny zat de Joodse Cohen in de Tweede Wereldoorlog in het verzet. Nadat het Jodendom in Amsterdam door de nazi’s officieel was ‘opgeheven’ ging het echtpaar de onderduik in. Ze kwamen de oorlog door en gingen na de bevrijding in het buitenland wonen. Later keerde het echtpaar terug naar Nederland.

Categorie: |

Home » Nieuws » Betty Goudsmit-Oudkerk (96) overleden