Burgemeester komt na 70 jaar met excuses

Beeld: wikipedia
Beeld: wikipedia

Burgemeester Eddy Bilder deed dat bij de presentatie van het boek ‘Voor ons komt de bevrijding te laat’ van schrijfster Geke Mateboer. Het boek behandelt de geschiedenis van de Hasselter Joden en de wijze waarop het stadje omging met de Joodse inwoners tijdens de bezetting en erna. “Het spijt ons oprecht”, zei Bilder tegen de aanwezigen, onder wie de in het boek beschreven Joodse familie Marcus. 

In het Overijsselse stadje woonden al honderden jaren Joden. Zo werd al in 1720 een vrije vestiging aangeboden aan Portugese Joden door het stadsbestuur. Later konden zich er Hoogduitse Joden vestigen. In 1774 kregen de Joden van Hasselt van de stadsraad een stuk land buiten de Veenepoort om daar hun doden te begraven. Na de verwoesting van deze begraafplaats bij een overstroming in 1825 werd een nieuwe dodenakker ingericht achter het Van Stolkpark aan het Bolwerk.

In 1802 werd een synagoge aan de Ridderstraat ingewijd. De Joodse gemeenschap van Hasselt was arm, rond 1813 waren de meeste gezinshoofden werkzaam als slachter of als handelaar. Tussen 1820 en 1835 was de economische toestand van de Hasseltse Joden zo slecht, dat ze haar zelfstandigheid verloor. Eind jaren dertig van de 19de eeuw vond er een korte opleving plaats en werd de synagoge opgeknapt. In 1853 verviel de zelfstandigheid van de gemeente opnieuw, maar twintig jaar later verkreeg Hasselt opnieuw de zelfstandige status.

Tot aan de Tweede Wereldoorlog bleef Hasselt bestaan als een kleine, zelfstandige Joodse gemeente. Er waren twee genootschappen actief: een begrafenisgenootschap en een vrouwengenootschap voor het onderhoud van de synagoge. Het ging om enkele tientallen Joden die in de oorlog werden afgevoerd en vermoord [bl]. 

Categorie:

Home » Nieuws » Burgemeester komt na 70 jaar met excuses