CJO: ‘Stappen voor restitutie Joodse roofkunst zijn doorbraak’

Bernardo Strozzi, Christus en de Samaritaanse vrouw bij de bron, collectie Museum de Fundatie, Zwolle en Heino/Wijhe.

Het demissionaire kabinet heeft besloten dat Joodse roofkunst in het bezit van de staat waarvan niet duidelijk wordt wie de de rechtmatige bezitters of erven zijn, zal worden gegeven aan de Joodse gemeenschap als geheel. Dat verkondigde demissionair minister Ingrid van Engelshoven (D66) van Cultuur vrijdagavond in Nieuwsuur. Hiermee wordt een antwoord gevonden voor de circa 3.700 gesloten werken waarvan de Joodse eigenaren onbekend zijn. Het Centraal Joods Overleg (CJO), de parapluorganisatie van Joods Nederland, juicht het besluit toe en spreekt van ‘een doorbraak’.

Van Engelshoven: “Joden werden gedwongen om hun kunst te verkopen onder vaak verschrikkelijke omstandigheden. De morele opdracht is om daar recht aan te doen. De werken die we niet kunnen teruggeven en waarvan we geen nabestaanden van de rechtmatige eigenaren meer kunnen vinden, die gaan terug in eigendom naar de Joodse gemeenschap.” Alle ruim 3.700 objecten waar het om gaat zullen worden onderzocht voor het Rijksinstituut voor het Cultureel Erfgoed. Vervolgens worden de werken beheerd door een Joodse erfgoedinstelling en uiteindelijk worden ze eigendom van de gemeenschap.

Eerder had de onderzoekscommissie onder leiding van oud-D66-staatssecretaris Jacob Kohnstamm al geadviseerd om een dergelijke stap te nemen waar het deze werken betreft. De Staat beheert deze kunstobjecten die na de bevrijding door de geallieerden naar Nederland werden teruggebracht. Het gaat om schilderijen, tekeningen, meubelen, serviesgoed en tapijten. Het Rijk moest de eigenaren opsporen en alles aan hen teruggeven, maar vaak is dat niet gelukt. Momenteel horen de objecten bij de Nederlands Kunstbezit-Collectie, die wordt beheerd door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Alles ligt deels in het depot van het CollectieCentrum Nederland. Bepaalde werken worden uitgeleend aan musea.

Voor het CJO is het besluit van Van Engelshoven en haar collega’s een belangrijke stap. CJO-voorzitter Ronny Naftaniel spreekt van ‘een doorbraak’ en ‘een moreel juist besluit’. Het is altijd het standpunt van het CJO geweest dat Nederlandse musea of andere instellingen op geen enkele wijze zouden mogen profiteren van de moord op zes miljoen Joden en hun beroving tijdens de Tweede Wereldoorlog, aldus de organisatie in een persbericht.

Het herkomstonderzoek dat Van Engelshoven voorstelt is volgens het CJO terecht. ‘Daarmee doet ze terecht een uiterste poging om zoveel mogelijk kunstvoorwerpen aan individuele nabestaanden terug te geven. Vervolgens wordt het beheer van de resterende Joodse werken overgedragen aan een Joodse instelling en als het restitutie-beleid voltooid is, gaat ook de eigendom van de niet geclaimde werken over naar de Joodse gemeenschap’. Het beleid zo, wat het CJO betreft, ook in internationaal verband kunnen worden overgenomen.

Door deze gefaseerde aanpak kan de wens van het CJO in vervulling gaan, zo stelt Naftaniel, om deze roofkunst in te zetten voor educatieve doelen. ‘Aan de hand van de geroofde kunstvoorwerpen kan duidelijk gemaakt worden hoe ingrijpend het gevolg is geweest van de Tweede Wereldoorlog. Niet alleen keerde het overgrote deel van de Nederlandse Joden niet terug uit de vernietigingskampen, ze werden ook totaal beroofd. Door het houden van tentoonstellingen en het beschrijven van de levens van de voormalige eigenaren, wil het CJO deze ramp voor de toekomstige generaties inzichtelijk blijven maken’.

Lees ook:
Museum de Fundatie betaalt compensatie aan erven geroofd schilderij

Het omstreden schilderij ‘Christus en de Samaritaanse vrouw bij de bron’ blijft definitief in Museum de Fundatie hangen. Dat is de uitkomst van overleg tussen de museumdirectie en de erven van het doek, dat van hun Joodse voorouders door de nazi’s werd afgenomen. Het kwam in 1933 handen van de oprichter van het Zwolse museum. Ondanks dat de Restitutiecommissie oordeelde dat het werk in het museum kan blijven, wil de directie schadevergoeding betalen aan de erfgenamen. Die hebben dit geaccepteerd.



Categorie: |

Home » Nieuws » CJO: ‘Stappen voor restitutie Joodse roofkunst zijn doorbraak’