David Serphos’ Curaçaos dagboek (3)

C. Kamerodski

Het blijven vreemde tijden. Toen ik aankwam op Curaçao schreef ik dat het aantal Corona-besmettingen tussen de nul en de tien per dag schommelde. Er lagen zeven besmette personen in het ziekenhuis. En toen deed begin maart de Britse variant van het virus zijn intrede op het eiland en greep die snel om zich heen. Inmiddels zijn er meer dan tienduizend personen besmet geraakt met momenteel meer dan vierduizend actieve besmettingen op de bevolking van 160.000 inwoners. Er zijn zestig patiënten overleden. Mijn broer Norman raakte ook besmet, maar kon van geluk spreken dat hij twee weken eerder zijn eerste vaccinatie had gekregen, waardoor hij na een week goed ziek te zijn geweest, al redelijk snel was hersteld.

KLM
Dat ik op donderdag 25 maart naar Nederland zou afreizen, had ik me al voorgenomen voor het met het virus uit de hand liep. De KLM-vlucht was bomvol met Nederlanders die hun vakantie vervroegd beëindigden en pensionado’s die tijdelijk eieren voor hun geld kozen. Dat naast een avondklok ook het verkeer op de weg zou worden ingeperkt (slechts twee maal per week mag men de deur uit om boodschappen te doen), was minder aantrekkelijk dan de beperkingen die in Nederland van kracht waren.

Pesach
Voor mij was de reden van het tijdelijke vertrek Pesach. Op vrijdagavond kon ik in het huis van mijn nichtje Aviva de seider geven. De seider was illegaal. We zaten met iets te veel mensen aan tafel. Een grotere groep deed mee via Zoom. De door mij aangevoerde verzachtende omstandigheid was dat ik op Curaçao inmiddels mijn eerste Pfizer-vaccinatie binnen had. Mijn elfjarige nichtje Jasmin, met wie ik de Sweetiez-vlog maak, zong het Ma Nisjtana.

Jasmin (foto: D. Serphos)

Ik reisde naar Nederland met een rantsoen aan Curaçaose garoza, of charosetballetjes, die hier door mijn nicht Janice waren gemaakt volgens de eeuwenoude sefardische traditie van het eiland. De pruimen, vijgen, pinda’s, zoete kiddoesjwijn en andere ingrediënten worden gemengd en in balletjes door het kaneel gerold. In Nederland kreeg ik er nog een aantal bij, gemaakt door mijn zus Marcia en haar kleindochter Abigail. En zo wordt deze heerlijke traditie ledor vador – van generatie op generatie – voortgezet.

Het eten van matzes vind ik een straf. Ik denk ook dat dat de hele bedoeling is aan het eten van het brood van onze vernedering. De enige manier dat ik matzes kan verdragen is door er gremsjelisj van te maken, een andere lekkernij waar ik het recept van mijn Nederlandse Asjkenazische grootmoeder hanteer: matzes, water, eieren, rozijnen, (veel) suiker en kaneel. Een beetje geraspte appel of gember ter variatie. En dan bakken in een beetje boter en olie. Niet goed voor het dieet, maar we moeten toch wat, niet?

Autoloze zondag
Kort na Pesach vloog ik weer terug naar Curaçao. Met in mijn koffer kosjere kaas voor bepaalde liefhebbers hier op het eiland en allerhande andere Hollandse snoeperijen en vleeswaren. Ik kon er een aantal lieve mensen erg blij mee maken.
In die kleine twee weken dat ik weg was geweest, was er nogal wat veranderd. Door de beperking van het autoverkeer, de sluiting van de kantoren, winkels en restaurants, de invoering van de avondklok vanaf zeven uur ’s avonds en door militairen bemande road-blocks, is het op dit moment even niet bepaald gezellig. Iedereen zit thuis, behalve de twee dagen per week dat je er even uit mag om boodschappen te doen. Op zondag mag er helemaal niemand de straat op. Het doet denken aan de dagen na de Jom Kippoeroorlog in oktober 1973, toen we in Nederland ook autoloze zondag hadden om benzine te sparen vanwege de olieboycot van de Arabische landen.

Nieuws uit Nederland
Bij gebrek aan activiteit, is Netflix m’n nieuwe metgezel geworden. Voor nieuwtjes moet ik in Nederland zijn. Met twee nieuwsberichten was ik de afgelopen dagen erg blij. Uitgaande Jom Hasjoa werden in Amstelveen kransen gelegd bij het vorig jaar onthulde monument voor de tijdens de Holocaust vermoorde Joodse slachtoffers. De kransen werden gelegd door burgemeester Tjapko Poppens, Roland Vos van Stichting Amstelveen Oranje en rabbijn Shmuel Katz van Stichting Zikna.

Ook op afstand mag ik dat stichtingsbestuur voorzitten en het mogelijk helpen maken dat eerste- en tweede generatie slachtoffers pastorale aandacht krijgen van de hiervoor speciaal opgeleide rabbijn Katz. Dezelfde rabbijn Katz die vorig jaar maart zo ellendig ziek vanwege Corona en evenals één van zijn zoons op de IC van het VU Ziekenhuis was beland. Hoe mooi was het om uitgaande Sjabbat te horen dat afgelopen zondag zijn andere zoon onder de choepa stond met zijn bruid. Een jaar geleden nog levend in doodsangst, vandaag de trotse vader van de chosen, de bruidegom.

Mañana
Voor de tweede keer dit jaar maak ik de switch van Amsterdam naar Curaçao. Ondanks de lockdown hier, gaat het me goed af. Ik kan makkelijk omschakelen. Van thuis daar naar thuis hier is een grote stap qua afstand, maar een kleine stap voor iemand die in beide werelden thuis is. Het is even zoeken naar het nieuwe ritme. En nu meer dan ooit is dat ook voor mij: mañana. Morgen is er weer een dag. En overmorgen krijg ik mijn tweede vaccinatie. Net als Nederland, is het hier geen Israël voor wat betreft het vaccinatietempo. Maar ik heb niets te klagen. U hopelijk ook niet. Blijf gezond!

Lees ook:
David Serphos’ Curaçao’s dagboek (2)

In mijn eerste column op Curaçao beschreef ik enkele zaken die ik signaleerde. Onder meer de middelmatigheid die helaas hoogtij viert. Het werd opgepikt door het Antilliaans Dagblad, één van de twee Nederlandstalige dagbladen op het eiland. En daarmee werd ikzelf even lokaal nieuws. Helaas bleek mijn boodschap zonder dat ik me dat realiseerde een gevalletje oude wijn in nieuwe zakken. 

Logo Maror.

Deze column is mede mogelijk gemaakt door Stichting Maror.

Categorie: | |

Home » Nieuws » David Serphos’ Curaçaos dagboek (3)